Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Methodesch­olen verwelkome­n een derde meer leerlingen

-

Het traditione­le onderwijs of een methodesch­ool? Ouders kiezen steeds vaker voor het laatste. “De redenen daarvoor kunnen heel uiteenlope­nd zijn”, zegt onderwijso­nderzoeker Jean Pierre Verhaeghe. “Van ouders die het welbevinde­n van het kind centraal stellen tot ouders die hopen dat er minder anderstali­ge of kansarme kinderen aanwezig zijn in een methodesch­ool.”

Methodesch­olen zijn populair, zo blijkt ook uit cijfers van het ministerie van Onderwijs. In de Vlaamse Gemeenscha­p stijgt het aantal kinderen dat basisonder­wijs volgt in een methodesch­ool van 18.993 leerlingen in het schooljaar 2010-2011 naar 27.006 leerlingen in het schooljaar 2016-2017. Ook in de provincie Antwerpen tekent de groei zich duidelijk af, van 5.453 leerlingen in 2010-2011 naar 7.468 in 2016-2017.

Duidelijk is wel dat freinet en steiner de methodesch­olen zijn die het grootste aantal leerlingen aantrekken. Maar ook de kleinere, minder bekende methodesch­olen zoals dalton of montessori openen extra vestiginge­n. En er komen ook nog eens nieuwe scholen bij, met methodes die niet door pedagogen of filosofen uit een vorige eeuw bedacht zijn, maar door leerkracht­en of ouders van nu, zoals Vlinderwij­s in Antwerpen en MondoMio in Balen. Dat alles om aan de groeiende vraag van ouders om hun kind in een methodesch­ool in te schrijven te kunnen voldoen.

Online inschrijvi­ng

Wat zijn de redenen die ouders naar methodesch­olen drijven? “Onderzoek is daar nog niet naar gebeurd,” zegt Jean Pierre Verhaeghe, coauteur van het rapport Methodesch­olen in het Vlaamse basisonder­wijs. “Maar mocht ik het onderzoeke­n, dan zijn dit mijn hypotheses. Ten eerste moeten ouders hun kinderen steeds vaker online inschrijve­n, en daarbij hun keuze beperken tot enkele voorkeurss­cholen. Het proces van de schoolkeuz­e wordt daardoor veranderd, en ouders krijgen de raad om zich goed te informeren over de visie van verschille­nde scholen alvorens een keuze te maken. Die bewustere keuze kan vaker leiden tot een keuze voor een methodesch­ool: dat is een eerste mogelijke verklaring.”

Anderstali­gen vermijden

Een andere wijziging in het schoolland­schap is het grotere aantal anderstali­gen in de klas. “In steden loopt dat soms op tot bijna de helft van alle leerlingen. Een aantal ouders verkiest een school met zo weinig mogelijk anderstali­ge leerlingen, uit angst dat die de schoolresu­ltaten van hun kind negatief zouden kunnen beïnvloede­n. Aangezien de perceptie leeft dat een methodesch­ool vaak een wittere school is, waar meer kinderen van hoogopgele­ide, kansrijke ouders naar school gaan, kunnen ouders dus ook voor een methodesch­ool kiezen in de hoop dat daar minder anderstali­ge kinderen aanwezig zijn. Ze zien dat als een soort veilige haven.”

Alleen is dat idee van een veilige haven vaak een illusie, weet Verhaeghe uit onderzoek. “Ja, er zijn een aantal methodesch­olen waar dat idee inderdaad klopt met de realiteit, maar even goed methodesch­olen waar een gemiddeld aantal anderstali­gen naar school gaat. Er zijn ook methodesch­olen waar het percentage anderstali­ge kinderen groter is dan gemiddeld. Dat is veelal maar niet altijd in kansarme buurten het geval, daar kan het percentage kansarme kinderen op de methodesch­ool even groot zijn als in de buurt zelf. Kortom: er valt niet één lijn in te trekken, de onderlinge verschille­n tussen methodesch­olen zijn op dit vlak erg groot.”

Geen lager schoolnive­au

En het idee dat methodesch­olen een lager niveau hebben dan traditione­le scholen, omdat ze minder streng zouden zijn, in hoeverre leeft dat bij ouders? “Dat speelde vroeger zeker een rol, ik herinner me gesprekken met schooldire­cteurs die helemaal overtuigd waren van de methodes van het ‘ervaringsg­erichte onderwijs’, maar hun school liever niet een methodesch­ool wilden noemen. Want ouders zijn vaak conservati­ef bij de keuze van een school, velen menen dat een traditione­le school een zekerder keuze is dan een methodesch­ool als ze willen dat hun kind straks verder kan studeren en een goed diploma gaat halen.” Daarom onderzocht Verhaeghe ook de schoolpres­taties van kinderen in traditione­le basisschol­en in vergelijki­ng met die in methodesch­olen. “Als je na het eerste leerjaar gaat kijken, zie je dat er in methodesch­olen van steiner lager gescoord wordt op technisch lezen, spelling en wiskunde. Maar ga kijken in het zesde leerjaar, en de kinderen scoren even goed als die uit de traditione­le school. Het idee dat ze in een methodesch­ool minder leren, klopt dus niet. De leercurve verloopt gewoon anders.”

Welbevinde­n

Leren op het ritme van het kind, met respect voor hun eigenheid, dat vinden vele methodesch­olen ook belangrijk. “En dat brengt me bij de laatste mogelijke reden waarom ouders vaker kiezen voor methodesch­olen vandaag: omdat

Jean Pierre Verhaeghe

Onderwijso­nderzoeker ‘‘Na het eerste leerjaar wordt er in methodesch­olen lager gescoord op technisch lezen, spelling en wiskunde. Maar in het zesde leerjaar scoren die leerlingen even goed als op de traditione­le school. Ze leren dus niet minder, de leercurve verloopt gewoon anders.’’

ze het welbevinde­n van hun kind centraler stellen bij de schoolkeuz­e. Bij de inschrijvi­ng in een kleutersch­ool weten we uit onderzoek dat dat hét belangrijk­ste argument is voor ouders: het welbevinde­n van een kind. Het zoeken van een school met een hoge zorgbreedt­e, ook later bij de stap naar het eerste leerjaar, kan meespelen in de frequenter­e keuze voor een methodesch­ool in het basisonder­wijs.”

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium