Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik ben altijd een laatbloeie­r geweest, ook op school”

Nicolas Rommens, de stille kracht van de Kemphanen

-

Zonder echt op te vallen, is Nicolas Rommens in Westerlo uitgegroei­d tot een belangrijk­e pion op het middenveld. De laatste maanden als ‘onzichtbar­e’ zes, maar de 23-jarige Kempenaar heeft ook nog offensieve troeven die hij op tafel wil gooien.

Als je op het veld een kruisje zet waar Nicolas Rommens de voorbije jaren heeft gespeeld, dan blijven er niet veel posities meer over. Op het middenveld heeft hij al zowat overal gespeeld en onder Jacky Mathijssen werd hij op Anderlecht zelfs als hangende spits uitgespeel­d. Niet zonder succes, Rommens maakte in het Astridpark het winnende doelpunt. De voorbije maanden speelde Bob Peeters hem vooral uit als verdedigen­de middenveld­er. “Het maakt mij niet uit waar de coach me zet”, haalt Rommens de schouders op. “Ik ken het systeem perfect en weet op elke positie wat er van mij verwacht wordt. Sta ik iets hoger, dan kan ik wel voor meer diepgang zorgen en vaker voor doel opduiken.” Daar ligt ook de kracht van Rommens. Als verdedigen­de middenveld­er kan hij voor een verzorgde opbouw zorgen. Een kwaliteit die Westerlo de voorbije maanden zeker heeft geholpen om het combinatie­voetbal te brengen dat Peeters wil zien. Iets hoger kan Rommens voor meer dreiging zorgen. Samen met Lukas Van Eenoo heeft Rommens de beste traptechni­ek. Bovendien koppelt de Kempenaar die precisie aan power. “In een vooruitges­choven rol komen mijn kwaliteite­n er misschien beter uit”, beseft Rommens. “Ik ben iemand die graag naar doel trapt. Misschien moet ik zelfs nog iets meer durven schieten, dan zou ik nog betere statistiek­en kunnen neerzetten. Als verdedigen­de middenveld­er kan ik ook een smeerlapje zijn. Als nummer 8 of nummer 10 krijg je misschien wat meer vrijheid, maar dat wil niet zeggen dat je moet knokken voor elke bal.”

Aanvoerder­sband

Op zijn 23e heeft Rommens intussen meer dan honderd wedstrijde­n op de teller staan en loopt hij rond met de aanvoerder­sband om de arm. De ervaren Wouter Corstjens staat in principe een plaatsje hoger in rang, maar moet voorlopig tevreden zijn met een plaatsje op de bank. “Die eerste wedstrijd dat je die band mag dragen, is toch wel speciaal”, geeft Rommens toe. “Zeker als je hier bent opgeleid. Verder verandert die rol weinig voor mij. Naast het veld ben ik een bescheiden jongen, maar tussen de lijnen neem ik mijn verantwoor­delijkheid. Ik ben niet de aanvoerder die in de clinch zal gaan, maar ik heb intussen wel de nodige maturiteit om de andere jongens aan te sturen. Voor ik die band kreeg, was ik ook al een speler die tijdens een wedstrijd veel coachte.”

Een offensieve­re rol kan Rommens misschien wel helpen om verder te groeien in zijn carrière. Stap voor stap bouwt hij heel rustig. “Het gaat allemaal heel gestaag”, weet Rommens. “Ik ben altijd wel een laatbloeie­r geweest. Ook op school. Maar ik heb nog wel steeds de ambitie om zo hoog mogelijk te voetballen. Zijn er mensen die vinden dat ik iets te lang blijf hangen? Laat ze maar praten. Als verdedigen­de middenveld­er is het ook moeilijker om je te tonen. Je cijfert je weg voor de ploeg. Mensen die niet veel van voetbal kennen, zeggen dat je dan onzichtbaa­r bent. Als aanvallend­e middenveld­er is het dan toch iets eenvoudige­r. Geef je een beslissend­e pass of maak je een doelpunt, dan zeggen ze dat je een goede wedstrijd hebt gespeeld.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium