Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Bedrijfswagens: over en out?
Cash-for-cars, het mobiliteitsbudget, fietsleasing? Er zijn verschillende manieren waarop bedrijven het aantal bedrijfswagens kunnen indijken en zo meehelpen aan een minder verstopte spits. Maar de alternatieven blijken niet allemaal zo interessant, horen we bij Dirk Wijns, directeur van Acerta Consult, dat bedrijven adviseert over onder meer mobiliteit.
Eerst wat cijfers: in
2017 werden in België zo’n 292.000 bedrijfswagens ingeschreven.
Het aantal ingeschreven privéwagens lag dat jaar op circa
254.000 stuks. Belangrijk: naast de ‘pure’ salariswagens – de wagen is een onderdeel van de verloning – zijn er ook nog bedrijfswagens voor beroepsgebruik – denk aan taxi’s, de dokter op ronde … De FOD Mobiliteit schatte in 2016 het aantal salariswagens op ruim 445.000, het dubbele van de bijna 289.000 in 2007.
Minstens de salariswagen – al dan niet met tankkaart – wordt al eens aangezien als een belangrijke factor in de files. Hun aandeel terugdringen kan de files doen krimpen, menen meerdere experts. De regering werkte een aantal alternatieven uit, zoals cash-for-cars en de mobiliteitsvergoeding.
Cash for cars
Sinds maart is ‘cash for cars’ in werking. “Het houdt in dat werknemers hun firmawagen kunnen inleveren en in de plaats een cash vergoeding te krijgen, gebaseerd op de cataloguswaarde”, zegt Dirk Wijns. “Maar, het is eigenlijk nogal een bescheiden vergoeding, omdat je je verplaatsingen dan allemaal zelf moet gaan bekostigen. De werkgever zal bijvoorbeeld niet meer tussenkomen voor de trein of bus, en ook de fietsvergoeding valt weg. In de realiteit zien we dat er weinig interesse voor is.”
Echte cijfers zijn er nog niet, maar een recente bevraging heeft het eind juli over slechts 23 werknemers van 22 bedrijven die in het systeem zijn ingestapt.
Mobiliteitsvergoeding
Meer verwachtingen zijn er over de mobiliteitsvergoeding die eind juli al werd goedgekeurd, maar nog praktisch moet worden uitgewerkt. “Daarmee vertrek je van de reële kosten van de bedrijfswagen, dus inclusief kosten als verzekering, belastingen enzovoort”, gaat Wijns verder. “De werknemer kan met dat budget kiezen voor een kleinere, zuinigere wagen. Met het overschot van je budget kun je dan trein- of bustickets kopen, deelwagens huren enzovoort. Heb je dan nog budget over, dan kan dat worden uitbetaald, mits een inhouding van 38,07%, zoals ook op je loon belastingen worden geheven. De interesse voor dit systeem gaat groter zijn, al kan het even duren, omdat bestaande leasecontracten – vaak vier of vijf jaar – door een verbrekingsvergoeding niet zomaar opgezegd gaan worden. En de firmawagen zal bovendien nog wel aantrekkelijk blijven.”
Leasefietsen
Opvallend: almaar meer bedrijven bieden in plaats van een bedrijfswagen een leasefiets aan. Dat is uiteraard een pak goedkoper en duurzamer. De werknemer kan de fiets na enkele jaren soms ook afkopen. Heel wat fietsen zijn ook elektrisch, al staan bedrijven niet allemaal te springen voor de snelle speed-pedelec. “Die is duurder, onder meer door de verzekering. Maar daarnaast is er ook het risico door de hogere snelheid. De risico’s op arbeidsongeschiktheid liggen relatief hoog.” Zo is er minstens één chemiebedrijf in de Antwerpse haven dat speed-pedelecs weigert, waarbij het de vergelijking maakt tussen bijvoorbeeld een week ziekteverlof na een auto-ongeval, tegenover al snel één of enkele maanden arbeidsongeschiktheid door een gebroken arm bij een fietsongeval.
MORGEN Uitgaan naar Antwerpen, onbegonnen werk?