Gazet van Antwerpen Stad en Rand
We bewegen nog steeds te weinig
Ondanks de vele campagnes blijkt de boodschap in ons land niet aan te komen
Meer dan vier miljoen Belgen geraken niet aan de minimumnormen wat beweging betreft. Met dat cijfer scoort ons land internationaal slecht. “Je hoeft niet per se een marathon te lopen. Ga gewoon al eens te voet naar de bakker”, zeggen experts.
Lach maar met die luie, vadsige Amerikaan. Zo gek veel beter scoren wij Belgen gemiddeld niet als het op bewegen aankomt, blijkt uit een grootschalig onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie. 35,7% van de Belgen komt niet aan de minimumvereisten van vijf dagen per week rustig een halfuurtje wandelen of fietsen, of drie keer per week twintig minuten “intensief actief” zijn. Stevig doorfietsen, bijvoorbeeld.
Dat is slechter dan het wereldwijde gemiddelde van 27,5% inactieve mensen. “De toestand is in de rijke westerse landen nog verslechterd de afgelopen jaren”, zegt de Wereldgezondheidsorganisatie in haar rapport, dat gegevens bundelt uit 168 landen.
“Specifiek voor België is er een stagnatie tot een minimale achteruitgang van het aantal mensen dat genoeg beweegt”, zegt Ragnar Van Acker van het Vlaams Instituut Gezond Leven.
Kleine veranderingen
Waarom doen we het hier slechter dan in pakweg Nederland? “In Nederland zit het veel meer ingebakken dan bij ons dat je de fiets neemt voor een verplaatsing van pakweg tien kilometer”, zegt Stefaan Demarest van het onderzoekscentrum Sciensano. “Die impact op je gezondheid is al groot.”
Want we hoeven voor alle duidelijkheid niet met z’n allen een marathon te gaan lopen, zeggen de experts. “Het gaat om kleine dingen. Pak nooit meer de lift of de roltrap, maar de trap. Sta rechtop aan je bureau in plaats van te zitten. Wandel met je kinderen naar school, of fiets naar de bakker”, zegt Demarest. “Doe dat geregeld, dan heeft dat meer voordelen dan je inschrijven in een sportclub, want dat houden veel mensen niet vol.”
Achter de computers
Als je niet genoeg beweegt, dreig je het aan je hart te krijgen. De Belgische Cardiologische Liga start daarom vanaf vandaag een campagne bij bedrijven om hun personeel aan te zetten minder te zitten.
“Op het werk is de grootste winst te boeken”, zegt Stefaan Demarest van Sciensano. “Vroeger haalde je lichaamsbeweging uit je job. Nu zitten we allemaal urenlang aan onze computer.”
Maar er waren de afgelopen jaren al zoveel campagnes om ons aan te zetten om te bewegen, om te lopen, om te fietsen. Voorlopig komt de boodschap dus niet aan.
“Er is nog een verschil tussen die boodschap horen en effectief je gewoontes te veranderen”, zegt Van Acker. “Je omgeving moet je daar ook toe uitnodigen. Je gaat natuurlijk maar naar je werk fietsen als er een goed fietspad ligt. Daar moet de overheid veel scherpere keuzes in maken: eerst investeren in voetgangers, fietsers, het openbaar vervoer, en dan pas in de auto. Maar dat doet ze niet.”
Stappenwedstrijd
Heel wat steden en gemeenten voelen zich nochtans wel aangesproken om een goeie gezondheid bij hun burgers te promoten. Zo werkt Schilde samen met Viasano om overgewicht bij kinderen tegen te gaan. “Voor steden en gemeenten is dat gratis, want wij worden gefinancierd door private partners”, zegt Evelyne Hanssens van Viasano, dat gezondheidscampagnes opzet. “Door in gemeenschappen te werken, bereik je een heel breed publiek. Hasselt en Moeskroen telden in drie jaar tijd 22% minder kinderen met overgewicht.”
De gemeente Brasschaat hield dan weer, naar aanleiding van het Actieplan ‘Sport op het Werk’ van Vlaams minister van Sport Philippe Muyters (N-VA), een stappenwedstrijd tussen de verschillende diensten van de gemeente. De stappen werden een maand lang geregistreerd en de winnaars gehonoreerd met goud, zilver en brons. Tijdens de middag kan personeel er gaan lopen of wandelen, en de teambuilding werd vervangen door een sportdag.