Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Baas mag komen als u hem nodig heeft, anders niet
Nieuwe generatie zorgt voor wijziging in cultuur op het werk: zelfleiderschap wordt gepromoot
Hij is een coach en luisterend oor, stimuleert teamwork en is beschikbaar bij problemen. Twee op de drie werknemers herkennen die kwaliteiten in hun leidinggevende en geven hem of haar daarom een goed rapport. De nieuwe generatie koppelt daar nog een extra voorwaarde aan: de baas mag niet langer zeggen hoe ze iets moeten doen. Bedrijven zetten daarom in op de zogenaamde “baas op afroep”.
“Mijn team verdeelt zelf het werk. Ze kennen elkaars sterktes, interesses en inzichten. Zo kan iedereen doen wat hij graag doet, waardoor de resultaten positief zijn.” Het team van Kevin De Mulder, digitaal manager bij Studio 100, krijgt heel veel vrijheid. Dat is dan ook het doel van de nieuwe arbeidscultuur van het entertainmentbedrijf. Zelfleiderschap, zoals ze het noemen.
Sinds alle werknemers een talentenanalyse deden, focussen ze zich nu op de taken waar ze goed in zijn en – belangrijker – die ze graag doen. “De groepsdynamiek is veranderd”, aldus De Mulder. “Losser, opener, met veel vertrouwen. We praten nu echt met elkaar. En iedereen heeft meer energie. Ze moeten niet langer tijd verdoen aan taken die hen uit hun comfortzone halen.”
Baas op afroep Een goede baas moet dus niet langer over de schouder van zijn
werknemers meekijken. Coachen, luisteren, teamwerk stimuleren en er zijn bij problemen: dat zijn de eigenschappen die werknemers zoeken in hun leidinggevende. Een zogenaamde ‘baas op afroep’. Twee op de drie herkennen die aspecten al in hun baas. Slechts 27% van de werknemers vindt dat die kwaliteiten onvoldoende ontwikkeld zijn. Dat blijkt uit de tweejaarlijkse rondvraag van hr-dienstverlener Acerta bij 1.700 werknemers.
Maar om vertrouwen te creëren en inspraak te krijgen om zelf te werken, is dialoog nodig. En daar knelt het schoentje al eens. Uit de bevraging blijkt dat slechts 65% jaarlijks met zijn leidinggevende praat.
Geen dominantie
“Een dominerende leidinggevende wordt niet langer getolereerd”, zegt arbeidspsycholoog Martin Euwema (KU Leuven). “We willen een coach die vrijheid geeft én een goed team om samen te plannen, werken en helpen.”
Toch waarschuwt hij ook voor de keerzijde. Een goede coach moet immers ook grenzen kunnen stellen en ervoor zorgen dat de werknemers niet te veel hooi op hun vork nemen. “Bovendien moet het team ook competent en complementair zijn. De personeelsleden moeten het beste met elkaar voorhebben en er moet vertrouwen zijn.”