Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Het annus horribilis van BERCHEM S.P.
Zondag speelt Berchem Sport op het veld van Cappellen. De laatste keer dat beide teams tegen elkaar speelden, waren er 5.000 fans op het Rooi en pakte geel-zwart de kampioenstitel in de tweede amateurklasse. Geen anderhalf jaar later rest van de euforie z
Karel Van Daele staat aan de zijkant van het hoofdveld van Berchem Sport, ter hoogte van de middenlijn. Hij staart naar de overkant, zijn handen in de zij. Vanop deze plek kan de voorzitter van Berchem Sport voor het eerst in zijn lange leven de spoorweg naar Brussel zien liggen. Rechts achter het doel ligt nu een heuvel, die straks vol gras zal groeien. Links achter de goal werken arbeiders een nieuwe constructie uit voor de sponsors. De reclamedoeken tussen de palen zullen bij thuiswedstrijden tegelijk dienst doen als ballenvangers. Tot ze er hangen, zie je van hier nog de iconische inkompoort, het enige deel van de beroemde gradins van het Rooi dat de sloophamer heeft overleefd. De staanplaatsen zijn weg. Het beton is gesloopt, het puin is geruimd, voorlopig is er alleen de leegte.
“Het doet zeer”, bekent de 75-jarige voorzitter, met weemoed in de stem. “Ik loop hier al rond sinds mijn jeugdjaren, ik heb hier gesjot als kind, later alles meegemaakt: gloriejaren en dieptepunten.”
(Herpakt zich even) “Nu goed, ik moet aanvaarden dat de tijden veranderen, dat hedendaagse stadions aan andere eisen moeten voldoen. Bij AA Gent hebben ze dit ook meegemaakt.”
En nee, op zijn buffetkast thuis - een paar straten verderop - staan geen relikwieën. “Weet jij wel hoe zwaar zo een brok beton is? Dat kan ik niet meer dragen.”
Hij heeft niets tastbaars nodig. De herinneringen zitten in zijn hoofd. Trouwens, de afbraak van de staantribunes was gepland. Daar hadden ze zich in deze zuidelijke uithoek van Berchem mentaal op kunnen voorbereiden. Het is de hoofdtribune, achter hem, die de genadeslag heeft gegeven. “We wisten dat die niet eeuwig zou blijven staan. Maar dat het einde zo abrupt zou komen…” In het begin van de zomer had de Antwerpse brandweer de hoofdtribune - bouwjaar 1927 - nog haar fiat gegeven. Hier en daar wat opkuisen en schilderen, enkele trapjes naar het veld opmetselen. “Dat hebben we deze zomer allemaal gedaan”, zegt Van Daele gelaten. Kosten op het sterfhuis, zo blijkt nu. Half augustus volgde een nieuwe, veel grondigere keuring door een ingenieursbureau. Dat rapport was genadeloos. Tribuneplaten, kolommen, treden, luifels... Ze zijn aangetast of verroest. ‘De ernst van de schadebeelden is dermate dat er heden hoe dan ook geen positief advies tot gebruik en vrijgave van de tribune kan gegeven worden’, stelt het rapport. In iets minder ambtelijk Nederlands: de hoofdtribune is kapot, is gevaarlijk en moet dicht.
Een renovatie van de hoofdtribune stond gepland voor 2020. Maar deze week kreeg het Berchem Sportbestuur te horen dat die renovatie ‘economisch niet verantwoord’ is. Afbreken is, net als bij de staantribunes, de enige optie. “Dat verdict was een enorme klap”, zegt de voorzitter. “Alsof we nog geen problemen genoeg hadden.”
Bij de stad - de eigenaar van het stadion - noemen ze de stelling dat de renovatie ‘economisch onverantwoord’ is, voorbarig. “Het bijkomend onderzoek dat we besteld hebben, is nog niet afgerond”, zegt Tom Brees, kabinetsadviseur van schepen van Sport Ludo Van Campenhout. “Het definitieve rapport verwachten we ten vroegste eind september.”
Noodtribune
Op 14 september komt een Nederlandse firma een overdekte noodtribune plaatsen, pal vóór de huidige hoofdtribune. Ze is 60 meter lang en biedt plaats aan een 700-tal mensen. Op drie dagen moet ze er staan, op tijd voor de eerstvolgende thuiswedstrijd tegen Sint-Niklaas. Na de winter beginnen dan de geplande werken aan de nieuwe staantribune voor ongeveer 2.500 fans aan de lange overzijde van het veld. Die komt veel dichter bij het veld te staan dan de oorspronkelijke. Op ‘zijn Engels’ dus. En zou op tijd klaar moeten zijn voor de start van het seizoen 2019-2020.
Nu de gemeenteraadsverkiezingen eraan komen, hoopt Karel Van Daele op een coalitie die zich het lot van dit stadseigendom écht aantrekt. “Wij maken ons geen illusies: we zullen nooit zoveel gedaan krijgen van het stadsbestuur als die andere twee. Dat moet ook niet, we zijn ons bewust van onze plaats in de hiërarchie. Maar we hopen op een bestuursakkoord waarin ruimte wordt voorzien voor de bouw van een modern, multifunctioneel stadion voor 4.000 toeschouwers. Net zoals de Lotto Arena ook niet alleen voor de Giants is gebouwd. In het vernieuwde stadion zouden bijvoorbeeld internationale wedstrijden van het vrouwen- en G-voetbal kunnen gespeeld worden.” Ondertussen morren de fans, maar ze blijven de club trouw. Op de openingswedstrijd in Bocholt vorige
“We wisten dat die hoofdtribune niet eeuwig zou blijven staan. Maar dat het einde zo abrupt zou komen...”
“We hopen op een modern, multifunctioneel stadion voor 4.000 toeschouwers. De Lotto Arena is ook niet alleen voor de Giants gebouwd.”
Karel Van Daele Voorzitter Berchem Sport
zaterdag waren 150 Berchemsupporters aanwezig. “Ongeveer evenveel als de supporters van de thuisploeg”, zegt de voorzitter. “Ze staan er altijd voor de spelers. Dat is prachtig om te zien. Ik hoop dat we er dit seizoen ook een paar kunnen overtuigen om af en toe wat vrijwilligerswerk voor de club op te knappen. Want die mensen vinden, wordt steeds moeilijker.”
Top vijf
De degradatie uit de eerste amateursklasse was het gevolg van een combinatie van factoren. “Een week voor de competitie kwam SintTruiden onze succestrainer Jonas De Roeck wegplukken. Daarna viel onze topschutter Jelle Van Kruijssen langdurig uit. Het klikte ook niet tussen de spelers en Geert Emmerechts, die in onze ogen wel een goede trainer was. Alleen eiste hij te veel van de jongens. Hij behandelde hen alsof ze profs waren. Die negatieve spiraal hebben we niet kunnen stoppen. Het geluk dat we in ons kampioenenjaar wel hadden, ontbrak volledig.”
De club zit duidelijk in de hoek waar de klappen vallen, want tot overmaat van ramp kreeg ze in de voorbereiding van dit seizoen af te rekenen met zware blessures, onder andere van sterkhouder Roy Mauro. “Wij moeten nu aanvallers en verdedigers op het middenveld opstellen”, zegt de voorzitter. “En onze kern aanvullen met jeugdspelers.” Maar Van Daele blijft hopen om dit seizoen bij de eerste vijf te eindigen. “Dat is realistisch. Als onze middenvelders terug zijn, moeten wij voor niemand in deze reeks onderdoen.”
Ouders trekken aan alarmbel
Niet alleen de eerste ploeg snakt naar adem. De ouders van enkele jeugdspelers trokken eerder deze zomer aan de alarmbel over de miserabele omstandigheden waarin hun kinderen moeten trainen. De terreinen, onderhouden door de stad, tellen meer konijnenholen dan grassprieten. In afwachting van herstel moeten 22 jeugdploegen het doen met één kunstgrasveld en één gewoon veld, dat nog half-en-half aanvaardbaar is.
“En daarop moeten we nu zondag vijftien wedstrijden organiseren”, zegt de getergde voorzitter. “Begin er maar aan. We moeten de trainingen noodgedwongen op zes verschillende locaties laten doorgaan: hier, op de Wilrijkse Pleinen, op twee plaatsen in Deurne en twee in Boechout. En natuurlijk moeten voelen zich in de steek gelaten door de stad.” De samenwerking met Racing Genk heeft de club ondertussen opgezegd. “Sinds Patrick Janssens daar niet meer werkt, liep
die steeds stroever. Alles moest