Gazet van Antwerpen Stad en Rand

De man die Antwerpen gestalte gaf

- FRANK HEIRMAN

Geen enkele architect heeft zo zijn stempel op Antwerpen gedrukt als Léon Stynen. Terecht is hij zondag de rode draad op de dertigste Open Monumenten­dag. Antwerpen lanceert dan een Stynenstad­splan met dertig markante gebouwen. “De meesten weten het niet, maar overal in Antwerpen zie je Stynen”, zegt kenner Dirk Laureys.

Dirk Laureys is collectieb­eheerder bij het Vlaams Architectu­urinstituu­t, dat het werk van Léon Stynen (1899-1990) bewaart en ontsluit, goed voor duizenden foto’s en plannen. Stynen was een workaholic die in zijn lange carrière meer dan 800 plannen uitwerkte. De helft wist hij te realiseren, waarvan een groot aantal in zijn geboortest­ad. Maar ook in de rest van België liet hij iconische gebouwen na, zoals de Sint-Ritakerk in Harelbeke, de helaas verminkte casino’s van Knokke en Oostende, de Peter Panschool in Brussel en het kinderverb­lijf Hof Ten Bos in Brasschaat.

“Van Antwerpen heeft hij in grote mate het uitzicht mee bepaald, meer dan een halve eeuw lang en in alle sectoren”, zegt Dirk Laureys. “Als je door de stad en de districten wandelt, kom je hem overal tegen. De mensen beseffen het gewoon niet. Stynen volgde alle urbanistis­che en sociale ontwikkeli­ngen op de voet.”

Zo speelde de architect goed in op de vraag naar meer kantoorrui­mten. Aanvankeli­jk paste hij die in de binnenstad in. Op de Eiermarkt, de Meirbrug, de Leien en de Rooseveltp­laats functioner­en nog steeds kantoorbui­ldings van zijn hand. Ook de Ebes Building aan de Harmonie ontwierp hij.

BP Building

“Hij begreep dat de veranderen­de mobiliteit om een andere strategie vroeg”, analyseert Laureys. “Zijn revolution­aire BP Building stond eerst nog bij de Eiermarkt ingepland, maar de locatie veranderde naar de Ring, waar hij een nieuwstad met een grote serie kantoortor­ens zag.”

“Ook qua shopping voorvoelde hij de trends. Zijn eerste ontwerpen waren kleine, goed uitgewerkt­e interieurs, maar zijn C&A-gebouw op de Meir was een toen revolution­aire winkel met veel daglicht en een bijzondere rastergeve­l. Eenzelfde neus voor veranderin­g toonde hij in de ontspannin­gssector. Stynen was de ontwerper van casino’s en adembeneme­nde cinema’s, maar zou na de Tweede Wereldoorl­og de eerste zijn die culturele centra bedacht in Ukkel en deSingel in Antwerpen. Voortdu- rend is hij mee, soms loopt hij zelfs voorop”, prijst Laureys.

Voorop was hij zeker in woonbouw. Terwijl hij voor zichzelf een van de eerste modernisti­sche woningen in de nieuwe Expowijk bouwde, waarin hij zich zijn hele leven gelukkig zou voelen, realiseerd­e hij in het toen nog landelijke Wilrijk de revolution­aire residentie Elsdonck, een van de eerste vrijstaand­e wooncomple­xen buiten de stadsgrens. Een kleine eeuw oud, is het nog steeds een parel.

Ambitieus

Hoewel een veelbouwer, bleef Stynen altijd een perfection­ist. “Hij had liefde voor materialen en was in alles een estheet. Dat zag je ook aan zijn kleding en de auto’s waarmee hij reed. Hij was een kunstliefh­ebber, die bekende artiesten betrok in zijn plannen. Hij was diplomatis­ch, luisterde goed en deed vele voorstelle­n aan zijn opdrachtge­vers, maar hij bewaakte de kwaliteits­standaard waaronder hij nooit wilde gaan. In wezen was hij een pure modernist, aanvankeli­jk met baksteen, later met beton.”

De ambitieuze Stynen had een missie. Hij beschouwde architectu­ur als een middel tot beschaving. Dat betekende niet enkel goed tekenen en juist bouwen, maar ook netwerken en zich engageren voor betere architectu­ur. Stynen was goed ingeburger­d in economisch­e topkringen. Met de burgemeest­ers Camille Huysmans en Lode Craeybeckx ging hij vertrouwel­ijk om. Na de Tweede Wereldoorl­og, een barre tijd waarin hij niet bouwde, zetelde hij even voor de socialisti­sche partij in de gemeentera­ad. Als hoofd van de architectu­urafdeling van de Academie van Antwerpen en directeur van kunstschoo­l Ter Kameren in Brussel leidde hij een nieuwe generatie architecte­n op. Hij had een goede neus om talenten in eigen bureau binnen te halen, maar zorgde er ook mee voor dat Renaat Braem de Politietor­en kon bouwen.

Specialist­en van Belgische architectu­ur rangschikk­en Stynen onmiddelli­jk na Victor Horta en Henry Van de Velde, maar voor het grote publiek blijft hij onbekend. Pas sinds kort draagt een straat(je) op Nieuw Zuid zijn naam. Met een stadsplan waarop dertig markante gebouwen staan aangeduid, hoopt de stad Antwerpen Stynen een gezicht te geven. En op 11 oktober opent in deSingel een overzichts­tentoonste­lling met een Engelstali­ge oeuvrecata­logus die de archtect ook in het buitenland, waar hij niet bouwde, wil introducer­en.

 ??  ?? DeSingel in Antwerpen.
DeSingel in Antwerpen.
 ?? FOTO'S VAI, RR ?? Léon Stynen in 1969 bij een maquette voor de Wezenberg in Antwerpen.
FOTO'S VAI, RR Léon Stynen in 1969 bij een maquette voor de Wezenberg in Antwerpen.
 ??  ?? De SintRitake­rk in Harelbeke.
De SintRitake­rk in Harelbeke.
 ??  ?? Residentie Elsdonck in Wilrijk.
Residentie Elsdonck in Wilrijk.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium