Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Sorry Will, dat wij destijds zo op de Vlaamse showbizz neerkeken”
In 2018 staat Will Tura, Vlaanderens meest succesvolle artiest ooit, precies zestig jaar op de planken. Op het Filmfestival van Oostende gaat vandaag Will Tura. Hoop doet leven in première, een documentaire die Dominique Deruddere maakte op basis van archiefmateriaal. “Ik moet toegeven dat ik niet zo bekend was met je werk”, vertelt de regisseur in een dubbelgesprek met de zanger. “Voor coole jongeren was Will Tura destijds taboe.”
Meer dan 60 albums, 500 liedjes en talloze nummer 1-hits: het kan niet anders of Will Tura, in het echte leven Arthur Blanckaert (78), is een geweldig muzikaal talent. En toch groeide zijn wil om op een podium te kruipen niet in de muziekacademie, maar in een ziekenhuis, leer je in Hoop doet leven. De kleine Arthur werd op zijn vijfde opgenomen met een abces op zijn rechteroor. “Mijn moeder dacht dat ik in dat ziekenhuis huilend in bed zou liggen”, vertelt Will Tura. “Maar ik liep er met een pluchen hond een show op te voeren, zodat ik de andere patiëntjes aan het lachen kreeg. Het feit dat ik merkte dat ik mensen hun pijn en verdriet even kon doen vergeten, was het begin van alles.” Dominique Deruddere (61): “En zie, een rasentertainer was geboren.”
Hoe is deze documentaire geboren?
Will Tura: Het idee kwam van Jean Kluger, die al meer dan vijftig jaar mijn producer is. Hij belde me op een dag en zei: “Will, jij hebt altijd acteur willen worden, maar je bent nooit in de cinema geraakt.” Daarmee doelde hij op de film De Lange Nacht van Marnix Gysen, die ik als jonge snaak weliswaar had gedraaid, maar die om productionele redenen nooit is uitgekomen. “Wel, je kan alsnog schitteren op het witte doek. Waarom maken we geen docu over jouw leven?” Jean Kluger heeft de kiem gelegd voor Will Tura. Hoop doet leven, en nu is het dus zover. Zelf suggereerde ik Dominique Deruddere als regisseur. Hij had me geraakt met zijn film Iedereen beroemd.
Hoe goed kende je Will Tura, Dominique?
Dominique Deruddere: Ik kende hem zoals iedereen hem kent; van zijn liedjes. Ik ben 61, ik ken Will bij wijze van spreken al mijn hele leven, want hij is nu zestig jaar aan de slag als zanger. Maar ik moet toegeven dat ik niet zo héél vertrouwd was met zijn werk. In mijn jonge jaren was ik punker, en voor coole jongeren waren Vlaamse liedjes destijds taboe.
Tura: (grijnst) Ja, dat heb ik mogen ondervinden.
Deruddere: Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik de radio toch niet afzette als er toevallig een liedje van Will op was. Maar dat durfde ik niet tegen mijn vrienden te zeggen. Ik heb Will eigenlijk altijd geapprecieerd, maar door deze film te maken heb ik hem herontdekt, en nu is mijn appreciatie nog veel groter.
Ik heb het maken van deze film ook als een mea culpa beleefd, een welgemeende sorry dat wij destijds zo op de Vlaamse showbizz neerkeken.
Velen keken destijds met opgetrokken wenkbrauwen naar Vlaamse zangers. Hoe heb jij dat beleefd, Will? Tura: Dat was niet gemakkelijk. Mijn leven lang, en zeker in de jaren zestig, ben ik geconfronteerd geweest met Amerikaanse voorbeelden. Ik heb er van in het begin van mijn carrière bewust voor gekozen om in het Vlaams te zingen, omdat het onmogelijk opboksen was tegen de Amerikaanse helden. Toen ik luisterde naar toppers als Bruce Springsteen of Elvis, dacht ik: ik ben maar een Vlaamse zanger. Daarom zing ik dus in mijn eigen taal. Maar ik heb er wel voor gevochten om in die taal iets te bereiken. Ik wilde ook per se muziek maken in verschillende stijlen. Dat hield het voor mij en het publiek interessant.
Deruddere: Ik zie hier een parallel met de Vlaamse film. Er was een tijd dat iedereen ook daar op neerkeek. In het begin van mijn carrière zeiden mensen me: wij gaan nooit naar Vlaamse films. Vroeg je dan of ze er ooit een hadden gezien, luidde het antwoord neen. En toch was iedereen ervan overtuigd dat de Vlaamse film slecht was. Inmiddels heb-
‘‘Van het heengaan van mijn moeder en mijn broer Staf heb ik geweldig afgezien. Even dacht ik er toen aan te stoppen, maar ik heb toch doorgebeten.’’ Will Tura
ben Vlaamse filmmakers wel hun elan gevonden.
De documentaire wordt ingezet met het lied Vlaanderen m’n land en is doorspekt met typisch Vlaamse archiefbeelden. Hoe belangrijk is Vlaanderen voor jou, Will?
Tura: Vlaanderen was mijn leven. Ik heb altijd in Vlaanderen gewerkt, gezongen en gecomponeerd. Ook mijn tekstschrijvers waren Vlamingen. Dat Vlaamse accent in de film is geheel terecht.
Deruddere: Zoiets groeit organisch. Will is de verpersoonlijking van onze Vlaamse identiteit, vind ik. Met het opsnorren van archiefmateriaal over zijn leven presenteerde zich ook een Vlaams tijdsdocument van de voorbije zestig jaar. Je ziet de pakken van de heren veranderen, terwijl de fifties, sixties en seventies de revue passeren. Met de documentaire ontrollen we tegelijk een soort geschiedenis van Vlaanderen, die aansluit bij Wills verhaal.
De liedjes die in Hoop doet leven voluit worden gepresenteerd zijn allemaal symfonische opnamen. Een bewuste keuze?
Deruddere: Dat heb ik samen met de producer beslist, ja. Jean Kluger had alle reeksen Tura in Symfonie naar mijn woonplaats in Los Angeles opgestuurd. Die had ik als ex-punker natuurlijk niet gezien. Toen ik ze met mijn vrouw bekeek, viel me op hoe goed Tura’s werk daar klonk. Zodoende wilde ik het symfonische als ijkpunt in de documentaire. Persoonlijk vind ik Will daar op de top van zijn kunnen. Tura: Ook voor mij was Tura in symfonie een hoogtepunt. Ik was blij dat zo’n project toen kon. De producties waren super.
Hoop doet leven besteedt veel aandacht aan de begindagen van Wills carrière. Wilden jullie ook aantonen hoe moeilijk het is om artiest te worden?
Tura: Zeker, het was vechten. De Vlaamse markt werd overspoeld door een Amerikaanse golf, en tegelijk door goede Franse producties. Ik heb heel hard gewerkt, al zeg ik het zelf. Het was niet gemakkelijk. Deruddere: In dat opzicht trof mij het belang van Tura’s familiale achtergrond. Het gezin stond als één man achter hem. Will heeft het in de film over “een Siciliaanse clan”, zo hecht. Peilend vanwaar iemand de vechtlust haalt om door te zetten, kom je toch vaak bij de familie uit.
Tura: Mijn ouders hebben heel wat voor me op het spel gezet. Om vlugger bij mijn uitgever in Brussel te zijn, zijn we uiteindelijk verhuisd van De Panne naar Kampenhout-Sas. Het hele gezin sprong voor me in de bres. Mijn zus naaide een cowboybloes voor me om in op te treden. Mijn broer Jean-Marie heeft nog bij me gedrumd, broer Staf zorgde voor het geluid en licht.
Het publiek kent Will Tura als een Vlaamse zanger, maar dat was in de begindagen niet het geval. Het succes liet zelfs even op zich wachten.
Tura: Het heeft inderdaad heel wat voeten in de aarde gehad vooraleer ik mijn stijl ontdekte. Jacques Kluger, de vader van mijn huidige producer, was een beroemde uitgever. Hij ging vaak naar de States om er liedjes te kopen die hij hier kon lanceren. En toen ontdekte hij mij als jonge zanger. Ik had een goede stem, ik zong juist. Hij moest met mij iets doen, vond hij. Jacques importeerde liedjes met het idee dat ik ze zou gaan zingen. En ja, ik had wel wat succes, het publiek kwam naar mij kijken, maar we verkochten geen platen. Er was nooit een hit.
Op een gegeven moment zat mijn producer met de handen in het haar. Het toeval wou dat ik een instrumentale compositie klaar had, Tender Passion. Hij vond ze prachtig, nam ze op met groot orkest en plots was ik verdienstelijk als componist. Toen vroeg Jacques me waarom ik geen muziek schreef die ik zelf zou kunnen zingen. Nou, dat had ik gedaan, maar die durfde ik hem als 17-jarige niet te laten horen. Met het schrijven van Eenzaam zonder jou was de trein plots vertrokken. Ineens gingen er 60.000 singles de deur uit, en schoot mijn carrière uit de startblokken.
Het geploeter van jonge artiesten komt ook aan bod in Iedereen Beroemd, Dominique. Toeval?
Deruddere: Neen, mensen die hun leven in de schaal leggen en ergens voor gaan boeien me. Artiesten die proberen de massa te ontstijgen, en daar ook iets voor willen teruggeven dat boven elke verwachting uitstijgt. Succes komt niet zomaar. Er moet ook steun zijn, of een stimulans. Ik hou erg van talentenshows. Plots staat er dan een artiest op, die niet eens weet dat hij dat is. Iemand die de kans krijgt om te zingen, en plots een aardverschuiving veroorzaakt. Tura: Met de mogelijkheden van vandaag is dat meer dan ooit het geval. Voor jonge artiesten is het vandaag gemakkelijker om door te breken. Televisie geeft mensen kansen. Er wordt meer gezocht naar talent. Vroeger was het de platenfirma die groen licht moest geven. Zij investeerde in een artiest, en verwachtte daar ook wat voor terug. Wie nu een zeker talent heeft, krijgt al vlug een professionele kans.
Deruddere: Artiest zijn is inmiddels ook uitgegroeid tot een respectabel beroep. Toen ik als jonge gast zei dat ik films maakte, vroeg men: ja, maar wat is je beroep? Filmen of zingen, dat was geen respectabel tijdverdrijf, terwijl een carrière als zanger of regisseur vandaag hoog staat aangeschreven.
In de documentaire valt op hoeveel van zijn liedjes reflecteren op Wills leven.
Tura: Tekstschrijfster Nelly Byl kende me door en door. Hoe ik me gedroeg tegenover mijn familie, omging met mijn muzikanten. Zij had het talent om liedjes naar buiten te brengen die bij me pasten. Ik hou van persoonlijke teksten, maar ze kunnen niet allemaal mijn levensgeschiedenis vertellen. Ik heb veel liedjes gezongen waarin ik me kon inleven.
Deruddere: Voor de docu hebben we er bewust die liedjes uitgepikt die persoonlijk zijn. Zoals Hoop doet leven of Alleen gaan. Zij dragen mee het verhaal.
Tura: Ach liedjes… ik heb er 500 opgenomen. De uren die ik in een studio heb doorgebracht, zijn niet te tellen. Een lievelingsnummer heb ik niet, al ligt Tender Passion – als liedje bewerkt in Nooit laat ik je gaan – me nauw aan het hart. Toen ik 75 werd, heb ik dat tijdens het verjaardagsconcert op de Grote Markt in Veurne gezongen naar mijn vrouw toe, naar Jenny.
Eindelijk valt haar naam! Het publiek kreeg je verloofde pas te zien op jullie trouwdag. Waarom?
Tura: In die tijd hielden artiesten hun geliefde uit de media. Het idee leefde dat alle meisjes een kans moesten krijgen bij Will Tura. Ook tijdens optredens haalde je er niet eentje uit. Het luidde dat een romance slecht zou zijn voor vrouwelijke fans die dan zouden denken: ach, hij is al van ’t straat... Ik zat met de kwestie verveeld, tot ik zag hoe mijn held Elvis het aanpakte. Daags voor zijn huwelijk stelde hij zijn bruid voor. Ik zei toen tegen mijn moeder: zo ga ik het ook doen. En toen kwam ik met Jenny naar buiten.
Hoe persoonlijk je durfde te zijn in je liedjes, zo terughoudend was je om de buitenwereld je gezin te tonen.
Tura: Klopt, de Will Tura die mensen kennen als artiest verschilt niet zoveel van Arthur Blanckaert, maar mijn gezin wou ik koesteren voor mezelf. Daarbuiten gaf ik mij helemaal aan het publiek. Ik heb het nooit ontzien om na het concert nog anderhalf uur handtekeningen uit te delen. Aanvankelijk omdat ik blij was dat er volk kwam, later uit dankbaarheid. Geleidelijk aan kwam men aanzetten met foto’s die ik dan moest handtekenen. ‘Voor Maria’, ‘voor Janine’… olala, ik heb in mijn leven veel straf geschreven (lacht). Dat ik er na het concert niet vlug vandoor ging, viel bij het publiek in de smaak.
Heb je, zoals Dominique, er nooit over gedacht om het in het buitenland te proberen?
Tura: Erover gedacht wel, maar het is bij gedachten gebleven, zoveel werk had ik in Vlaanderen. Jean Kluger overtuigde me er ook van dat het moeilijk is om als Vlaamse zanger tegelijk in het Engels te zingen. De accenten liggen totaal anders. Je kan moeilijk een Engelse plaat uitbrengen als je uitspraak niet perfect is.
Deruddere: Mijn zoon, die muziek studeerde in Amerika, bracht soms tapes van Vlaamse rockbands die in het Engels zongen mee naar de klas. Hij was benieuwd naar de reacties van zijn klasgenoten. Die hekelden meteen ons accent. “What kind of accent is that?” Omdat men voelt dat er iets niet klopt, blijft een doorbraak uit. Hetzelfde geldt voor Vlaamse acteurs. Alleen Matthias Schoenaerts komt in de VS aan de bak, maar zijn Amerikaans is dan ook perfect.
Waarom loopt de documentaire tot 1998, en niet tot vandaag?
Deruddere: Dat heeft alles te maken met de grote rol die familie in Wills leven heeft gespeeld. Zijn familie gaf hem kracht en steun. Met de dood van zijn moeder en broer Staf eind jaren negentig was een periode afgerond.
Tura: Van hun heengaan heb ik geweldig afgezien. Met Staf was ik, als mijn licht- en geluidsman, altijd op de baan. Vanwaar ik stond op het podium kon ik mijn broer zien zitten, en plots was hij er niet meer. Even dacht ik er toen aan te stoppen, maar ik heb toch doorgebeten. Dat zou mijn broer ook zo gewild hebben. Aan Staf heb ik Alleen gaan opgedragen. Ik mis hem nog altijd.
Uit de documentaire vernemen we ook dat je aan één oor minder goed hoort. Heb je daar als muzikant hinder van ondervonden?
Tura: Als vijfjarige ben ik geopereerd ten gevolge van een oorontsteking. Daardoor was er rechts een permanente gehoorschade van 70%. Als ik mijn goede oor sluit, hoor ik plots veel minder. Maar eigenlijk was dat verminderde gehoor voor mij als artiest geen struikelblok. Jean Kluger zegt altijd dat ik een geweldige justesse had met zingen. Ik zong nooit eronder of erboven, altijd ‘boenk’ erop. Dat talent heb ik van mezelf. Een bijzonder muzikaal gehoor heb ik (lachje). Aan dat ene oor dan toch.
‘‘Will is de verpersoonlijking van onze Vlaamse identiteit. Deze docu over zijn leven is ook een Vlaams tijdsdocument van de voorbije zestig jaar.’’ Dominique Deruddere