Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Voetballen in een gouden kooi
Ze zijn met genoeg om een eigen elftal te beginnen. En zet er een goede trainer bij en ze handhaven zich zeker in eerste klasse. Ja hoor, de B-kernspeler is opnieuw in het land. Met de transferzomer achter de rug dikken overbodige spelers die er niet in geslaagd zijn een nieuwe club te vinden weer stevig aan. Hun lot? Meetrainen met de beloften in de hoop dat er een nieuwe kans of een oplossing volgt. Hun houvast? De vaak nog riante contracten die ze nog steeds hebben. Reist u mee doorheen heel België langs verhalen rond zwarte korrels, pesterijen op verplaatsing en sneaky fysieke testen.
De locatie: Antwerpen. In de schaduw van de vernieuwde Bosuil klinken luide tactische richtlijnen en roepende spelers. Achter een paar zwarte zeilen houdt de A-ploeg een gesloten training. Jammer, maar gelukkig is er aan de andere kant van het stadion wel een open training aan de gang. Tien spelers ondersteund door drie stafleden spelen er op een kunstgrasveld van zwarte korrels. Dat type waar je elke tackle nog minutenlang in ziet staan. Vanishing Spray voor zijn tijd. Zonder doelman werkt het tiental af op kleine doeltjes. “Ja, dat is het enige waar hij nog goed voor is”, vertelde een Antwerpfan ons eerder al eens. “Als hij voor zo’n doeltje gaat liggen, komt er gewoon niets meer langs.”
Hij, dat is Björn Vleminckx. 32 jaar jong en in tegenstelling tot wat velen denken nog altijd in dienst van de Great Old. Fit oogt hij niet, daarvoor zeult hij te veel overbodige kilo’s mee. De jongeren met wie hij dag in, dag uit traint, motiveert hij wel met plezier. Dik een jaar vertoeft de spits nu al in de B-kern. Eigenlijk sinds de komst van Laszlo Bölöni, die hem niet bij het eerste elftal wilde. Een sportieve toekomst bij Antwerp bleek vorig jaar al meteen uitgesloten, maar Vleminckx bleef. Ook deze zomer. “Er waren geen concrete voorstellen”, zegt zijn makelaar Walter Mortelmans. “De situatie is wat ze is en Björn lijkt er wel tevreden mee.”
Knokke ligt te ver
Vleminckx speelt voetbal in een gouden kooi. In 2016 maakte hij de overstap van het Turkse Göztepe en ondertekende hij een tweejarige overeenkomst met een niet onaardig salaris – “niet het beste, maar ook niet het slechtste contract uit zijn leven”, zo wordt gezegd. Die verbintenis werd na de promotie automatisch met één jaar verlengd. Zonder zich sportief voor de honderd procent te moeten verzorgen – opdagen en meetrainen met de beloften is zijn enige grote verplichting – strijkt hij dus tot zijn 33ste nog een stevig loon op. Wanneer zijn contract eind dit seizoen afloopt, gaat de spits in de amateurreeksen nog wat drinkgeld bij elkaar voetballen, maar wie de moeite doet om eens af te zakken naar een training van de Antwerpse B-kern weet dat het uitbollen nu al begonnen is.
“Het blijft zuur om dat geld te moeten betalen, terwijl je er vijf of zes jongeren een kans mee zou kunnen geven”, zegt Sven Jaecques, sportief adviseur van Antwerp. “Maar Björn spoort de jonge gasten wel aan, daar zijn we blij mee. We hebben er geen probleem mee om elke speler te betalen wat hij hoort te krijgen.” Aan pestgedrag doen ze bij de Great Old inderdaad niet mee. Zo werd vorig jaar al in samenspraak met Vleminckx besloten dat hij een deel van de avondtrainingen aan zich mocht laten voorbijgaan – dit seizoen wordt er wel aanwezigheid bij alle trainingen verwacht – en hoeft hij net als vorig seizoen ook dit jaar geen wedstrijden te spelen. “Dat geldt voor Björn, maar ook voor Steve”, zegt Jaecques. Die laatste heeft maandag wel nog meegespeeld in de beloftenmatch tegen Standard omdat er iemand extra nodig was. Dat vond hij geen probleem.”
Steve, dat is Steve Colpaert, de tweede van een totaal van vier ‘ouderen’ die bij het stamnummer één met de beloften moeten trainen. De verdediger werd in 2015 binnengehaald door toenmalige grote man Patrick Decuyper als een speler rond wie het nieuwe Antwerp gebouwd zou kunnen worden. Financieel betekende die stap voor Colpaert “een verzekering voor de toekomst”. Hij tekende meteen voor vijf jaar, maar verzeilde net als Vleminckx in de B-kern. Als hij zijn contract uitdoet, wachten hem nog maar liefst twee seizoenen bij de Antwerpse beloften. Niet dat de 31-jarige verdediger tot op het bot versleten is – “Steve kan bij elke club uit 1B probleemloos mee”, klinkt het bij Antwerp – of afgelopen zomer geen andere opties had. Zijn jeugdclub RWDM toonde interesse en met Knokke FC, een club uit eerste amateurs, werd zelfs een waterdichte constructie uitgebouwd. De WestVlamingen zouden Antwerp een kleine huursom betalen die deels naar Colpaert zou terugvloeien. Zo zou de speler zelf wat meer kunnen verdienen – Antwerp engageerde zich om zijn bestaand loon te blijven uitbetalen – en zou Antwerp een deel van het salaris van de verdediger kunnen recupereren. Colpaert reageerde met een njet. Hij en zijn gezin zagen het niet zitten om elke avond de grote oversteek vanuit het Vlaams-Brabantse Meise richting kuststad Knokke en terug te maken.
Vleminckx en Colpaert wilden na herhaaldelijke telefoontjes en berichtjes liever niet reageren, maar de bottom line is duidelijk: liever een seizoentje extra in een gouden kooi dan een nieuwe sportieve uitdaging.
Geen stage, wel fysieke proef
Antwerp is niet de enige ploeg waar er na de transferzomer spelers ‘overblijven’ zonder sportieve toekomst bij de club. Spelersvakbond Sporta noemt deze periode zelfs een van de
“Soms zijn er pesterijen. Spelers rondjes laten lopen of ze meenemen op een verre verplaatsing met de beloftenploeg, waar ze dan als laatste man naast de selectie vallen.” Stijn Boeykens secretaris Sporta
“Het blijft zuur om dat geld te moeten betalen, terwijl je er vijf of zes jongeren een kans mee zou kunnen geven.” Sven Jaecques sportief adviseur Antwerp
drukste van het jaar.
“We krijgen nu heel wat klachten of vragen binnen van spelers die in de B-kern van hun club verzeild zijn geraakt”, zegt Stijn Boeykens, secretaris bij Sporta. “Zij willen weten wat hun rechten zijn of wat de club met hen mag en niet mag doen. Over Antwerp hoor ik alleen maar goede dingen, maar dat is niet bij iedere club het geval.” Francis N’Ganga van Charleroi nam recent contact op, samen met Enes Saglik en Benjamin Boulenger zit hij in het Zwarte Land op een zijspoor. Er was de situatie met Mbaye Leye bij Eupen, nadat die vorig jaar al overhoop had gelegen met Zulte Waregem, en Mamadou Sylla had geen toekomst meer bij AA Gent. “Maar hij had een clausule in zijn contract die de club verbood hem naar de B-kern te sturen”, zegt Boeykens. “Zo’n situatie moet je dan als spelersvakbond in de gaten houden.”
Clubs mogen spelers wettelijk uit de A-kern verwijderen. In de goedgekeurde CAO staat dat een speler recht heeft op groepstrainingen onder een gediplomeerde trainer, dat kan dus ook in een B-elftal gebeuren. Iemand zonder medische reden individueel laten trainen is dan weer wel bij wet verboden. Inbreuken hierop kunnen leiden tot een tussenkomst van Sporta. In extreme gevallen kan er zelfs een gerechtsdeurwaarder en latere schadevergoedingen aan te pas komen.
“Zo ver gaat het maar zelden, maar er is wel sprake van pesterijen”, zegt Boeykens. “Spelers rondjes laten lopen of ze meenemen op een verre verplaatsing met de beloftenploeg waar ze dan als laatste man naast de selectie vallen.” Zo gaat er een verhaal rond over een eersteklasser die twee spelers uit de A-kern niet meenam op stage, ze tijdens dat oefenkamp in België individueel liet trainen om ze nadien te verrassen met nieuwe fysieke testen. De matige resultaten werden aangehaald als reden om een van die twee spelers definitief naar de B-kern te sturen en te dwingen zijn contract te ontbinden.
Ook kooi 1B blinkt
Overbodige spelers heb je niet alleen in 1A, ook een niveau lager zijn er voetballers die nood hebben aan een oplossing. Zo zit bij KV Mechelen Yacouba Sylla weg te rotten in de B-kern nadat hij eerst weg wilde, niet weg raakte en nu uiteindelijk weg moet. Met zijn loon van maar liefst 700.000 euro – daar is menig eersteklassespeler jaloers op – kan hij gerust nog zes maanden wachten vooraleer hij een nieuwe sportieve uitdaging aangaat. “Bij Union is er wel een schrijnend verhaal”, zegt Boeykens. “Daar zit een 18-jarige Colombiaan (Carlos Uhia, red.) die al een week alleen moet trainen. Dat kan echt niet.” Opnieuw in eerste klasse was er afgelopen week ook nog een nieuwe zaak: het verhaal rond Logan Bailly, tegenwoordig doelman van de beloften van Moeskroen.
“De keuze om Logan naar de B-kern te verwijzen, was geen sportieve beslissing”, herhaalt diens makelaar Raphael Maréchal. Het bestuur wilde nog wat verdienen aan de doelman en wilde hem verpatsen. Er was interesse uit België, Nederland, Zwitserland en Italië, maar die smolt als sneeuw voor de zon toen de transferprijs meegedeeld werd: liefst 300.000 euro. Pas helemaal op het einde, nadat de transfermarkt voor de concreet geïnteresseerde Italiaanse club gesloten was, kon Bailly gratis weg. Een oplossing kwam er niet meer.
“Logan mag nu zelfs de kleedkamer van de A-ploeg niet meer binnen”, zegt Maréchal. “Wat hij nu moet doen, is zwijgen en werken bij de beloften: dan valt er misschien nog een oplossing uit de bus. Er zijn nog enkele transfermarkten open.”
Zijn contract in onderling overleg verbreken en zo zijn vrijheid bekomen is geen optie voor de doelman. Daarvoor is zijn salaris naar verluidt te mooi. De kooi: die is zowel op Le Canonnier, rond het AFAS Stadion als in de schaduw van de Bosuil er
eentje van goud.