Gazet van Antwerpen Stad en Rand
2 Motor “In de Kennedytunnel ben je vooral bezig met overleven”
Aangezien het eerste controlepunt van de race op het Zuid is, ben ik verplicht om in volle spits de Kennedytunnel in te duiken. Zoals gewoonlijk staan de auto’s daar stil, terwijl de chauffeurs zich voornamelijk bezighouden met het in de plooi leggen van hun kapsel of het staren naar hun smartphone. Als je er dan voor kiest om met de motor de file te trotseren, ben je vooral bezig met overleven. Mijn slalom door het ochtendlijk gewriemel gaat trouwens bijna mis, wanneer ik op de Amerikalei nipt de spiegel van een politiecombi kan ontwijken. Het levert me, geheel terecht overigens, een wel erg onvriendelijke blik op van mijnheer agent.
En daarmee is de toon gezet. Op weg naar het tweede controlepunt passeer ik heel wat fietsende kinderen die onder begeleiding van hun ouders veilig op school proberen te geraken. Ook hier levert mijn passage me een hoop vuile blikken op. Terwijl ik net heel hard mijn best doe om overal netjes onder de 30 km per uur te blijven.
Maar daar is het MAS al. Collega Joris komt gelijk met me aan, maar ik moet nog parkeren. Daar is een plekje. Ik passeer een wat oudere dame in een indrukwekkende lila jumpsuit. Met een al even indrukwekkende zonnebril op. Allicht om haar ogen te beschermen tegen al dat lila. Ze heeft een minuscuul hondje aan de lijn. Ik draai het gashendel een paar keer open om haar te waarschuwen. Het hondje vliegt zowat een meter de lucht in. “Onnozelaar!”
Conclusie: motorrijden is leuk, motorrijden in volle spits in en rond Antwerpen is dat níét.