Gazet van Antwerpen Stad en Rand
3 Speed pedelec “Liften van fietserstunnel deden me de das om”
“Hoe snel gaat zo’n speed pedelec? 45 per uur? Ah, dan win jij sowieso, hè.” Ik hoor dat zinnetje – of een variant erop – wel vijf keer per dag in de aanloop naar de race. Ik ben blijkbaar de gedoodverfde favoriet, al schat ikzelf de kansen van motard Kris hoger in. Met Joris en zijn krakende mountainbike hou ik geen rekening: zelfs een gedopeerde Lance Armstrong zou moeite hebben om mijn snelle en krachtige Klever X-Speed bij te houden. Joris heeft me op voorhand bovendien toevertrouwd dat hij, net als ik, van plan is om de fietserstunnel te nemen. Zolang we samen fietsen, maakt hij geen schijn van kans.
Alleen blijkt Joris niet naar de fietserstunnel te rijden, zoals hij had aangekondigd, maar naar de voetgangerstunnel. Ik houd wel woord en rijd aan een vlotte 45 per uur richting Kennedytunnel. Maar ik mis op een haar na de lift, en dat kost me ettelijke minuten vertraging. Uiteindelijk daal ik zelfs af in het gezelschap van Bart, die verdorie met een stuk speelgoed is vertrokken dat ocharme 18 per uur haalt. Daarna volgen nog een paar lekker lange rode lichten, en bij aankomst aan Den Bell lig ik pas in derde positie; niet meer dan logisch na al die minuten stilstand.
Ik kan de achterstand niet meer goedmaken. Al ben ik bij aankomst toch nét iets minder afgepeigerd dan collega Joris. Laten we eerlijk zijn: ik heb misschien niet gewonnen, maar een speed pedelec is gewoon de beste manier om je te verplaatsen in (en rond) de stad. Punt. Als je er eentje kunt betalen toch.