Gazet van Antwerpen Stad en Rand
7 Auto “Jaloers op al die fietsers in de zon”
Iemand moet het doen, dus. Ik zie met lede ogen mijn collega’s wegzoeven op hun blitse tweewielers en stap met frisse tegenzin in mijn auto richting file voor de Kennedytunnel. Een dik kwartier later draai ik de
Bresstraat in. Den Bell staat voor me, maar nu begint de echte stress: parkeerplaats zoeken. Ik heb ‘hoerechance’. Vijfhonderd meter verderop vind ik een leeg plekje, het enige in de hele Solvynsstraat. Even te voet op en neer en dan weer de auto in.
Het is nu écht mooi weer. Ik rij van rood licht naar rood licht richting Stadspark, jaloers kijkend naar de fietsers die me aan alle kanten voorbijrijden. Via de Quellinstraat gaat het redelijk vlot naar parking De Keyser in de Van Ertbornstraat achter de Opera. Ik háát ondergrondse parkings. Bijna alle auto’s waarmee ik ooit heb gereden, hebben in zo’n parking een schram opgelopen. De inrit van deze lijkt weer eens te smal, ik moet naar niveau -2 via zo’n akelig smalle draaiweg en er staan overal pilaren. Als ik na een kort bezoek aan collega Maaike mijn ticket in de parkeerautomaat steek, zegt die dat ik 2,40 euro moet betalen. Voor tien minuten!
De rest van de rit verloopt verbazend vlot. Ik rij de Godefridus-parking in en stap naar het MAS, lekker in de zon. Ik heb een uur in de auto gezeten voor nog geen 10 km. Veel liever had ik een halfuur gefietst, of zelfs anderhalf uur gewandeld. Als ik me na een uurtje opnieuw meld aan de parkeerautomaat van Godefridus, geeft die ‘4 euro’ aan. Wat ik al wist, is nog eens bewezen: je hebt niets dan last met een auto in de stad.