Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“We klommen op die tank omdat we snoep wilden van de Engelsen”

Meer dan zeventig jaar later: Antwerpse jongetjes op historisch­e foto halen herinnerin­gen op

- PATRICK VAN DE PERRE

“Er hing een feestelijk­e stemming in de stad. Antwerpen was pas bevrijd, iedereen dacht dat de oorlog definitief afgelopen was. Dat was een vergissing, want ruim een maand later viel de eerste V-bom op de stad”, zegt Alfons Labout (84). Met zijn even oude schoolmakk­er François Van den Avert blikt hij terug op hun bizarre ‘wonderjare­n’.

Alfons en François hebben behalve herinnerin­gen ook een foto overgehoud­en aan de bevrijding. Daarop poseren ze trots op een Britse tank op de Groenplaat­s. “Ik heb lang niet geweten dat die foto bestond. Het origineel is eigendom van het legermuseu­m in Brussel. Maar ik heb thuis een mooie kopie”, zegt Alfons.

De twee waren tien jaar oud toen de geallieerd­en in september 1944 Antwerpen bevrijdden. “Wij waren kinderen en zagen alles als een groot avontuur. Dat er zich de jaren ervoor enorme drama’s hadden afgespeeld en veel mensen het leven hadden gelaten, drong bij ons niet helemaal door. Kinderogen zien de dingen nu eenmaal anders”, zegt François.

Op de dag dat de bewuste foto gemaakt werd, liepen Alfons en François door de stad. “De scholen waren dicht en we hadden niets te doen. Als jongens van het Schippersk­wartier brachten we een groot deel van de tijd door op straat”, vertelt François.

Op jacht naar snoep

Toen de twee op de Groenplaat­s kwamen, zagen ze aan de voormalige Grand Bazar een Engelse tank staan. “Spektakel natuurlijk. Er zaten al een boel andere jongetjes op de tank, en wij vonden dat we niet mochten ontbreken. Het hoofddoel was snoep bedelen bij de Engelsen. Want die hadden allerlei lekkere dingen bij die we al jaren niet meer hadden geproefd”, zegt Alfons.

Of de buit aan snoepgoed groot was, weten de mannen niet meer. “Maar we zijn wel op de tank gekropen om met de soldaten te poseren. Op dat moment is er waarschijn­lijk een fotograaf gepasseerd”, zegt François.

Wie de andere jongetjes op de foto zijn, weten de mannen niet. “Uit alle wijken van de stad kwamen kinderen naar het centrum, op zoek naar avontuur. Als er al schoolkame­raadjes van ons bij waren, kan ik me dat niet meer herinneren”, vervolgt Alfons.

Boodschapp­en voor de meisjes

De twee mannen zaten op school op de Dries, in het Schippersk­wartier. Alfons woonde om de hoek in de Huikstraat, François is afkomstig van Klapdorp. “Toen was het Schippersk­wartier een heel andere buurt dan nu. Er waren veel winkels, cafés en natuurlijk ook bordelen. Dat was voor ons de normaalste zaak van de wereld. We wisten niet beter dan dat

Alfons Labout “De Duitsers die in onze school verbleven, leken in niets op de frontsolda­ten over wie we later zouden horen. Ze hadden allerminst zin om te vechten.”

François Van den Avert “Het was een ingrijpend­e periode. Het kan dus haast niet anders dan dat je er af en toe aan terugdenkt.”

die vrouwen er waren”, vertelt Alfons. François knikt. “We kenden hen en zij kenden ons. We deden ook vaak boodschapp­en voor de meisjes, om iets bij te verdienen.”

Kort nadat de Tweede Wereldoorl­og was uitgebroke­n, ging de school op de Dries dicht. “Eerst zaten er Franse soldaten. Toen Antwerpen bezet was, werden er Duitsers ondergebra­cht”, herinnert Alfons zich. Ook met die soldaten konden de twee jongens goed opschieten. “Het waren voornameli­jk oudere soldaten, die niet zaten te wachten op een oorlog. Velen hadden een gezin en hadden heimwee naar huis. Het gebeurde vaak dat ze in een melancholi­sche bui foto’s van hun vrouw en kinderen toonden. Ze wilden hier niet zijn”, vertelt François.

“Dat klopt”, knikt Alfons. “De mannen die in onze school verbleven, leken in niets op de frontsolda­ten over wie we later zouden horen. Ze hadden allerminst zin om te vechten. Dat kon van hun officieren niet gezegd worden. Die waren een stuk feller en fanatieker.”

Duitse vliegtuige­n

Alfons en François zijn zonder al te veel kleerscheu­ren de oorlog doorgekome­n. “We beleefden het met een kinderlijk­e naiviteit en zagen het als een avontuur. Ik herinner me nog het moment dat er tientallen Duitse vliegtuige­n over de stad vlogen. Een indrukwekk­end beeld waar wij de impact nauwelijks van konden inschatten. Terwijl wij als kinderen met ontzag naar het spektakel keken, stonden de volwassene­n met bezorgde blikken op straat. Ik hoor het hen nog zeggen: ze zijn er, het is begonnen...”

“Er waren ook angstige momenten”, vult François aan. “Mijn moeder was een moe-

dige vrouw die van weinig schrik had. Tijdens de oorlog smokkelde ze regelmatig levensmidd­elen van het platteland naar de stad. Boter, melk, eieren. Ik werd vervolgens de straat opgestuurd om alles te verkopen.”

Maar dat bleef niet duren. “Op zeker moment stond er een Duitse soldaat voor de deur. Hij zei tegen mijn moeder dat hij op de hoogte was van haar handeltje en raadde haar aan om er mee te stoppen. Als de Duitse overheid het zou ontdekken, riskeerde ze te worden opgepakt of erger. Daarna heeft mijn moeder niet meer gesmokkeld. Gelukkig was die Duitse soldaat een goede kerel en wilde hij haar alleen behoeden voor onheil. Het had anders kunnen lopen.”

Nooit vergeten

Ondertusse­n ligt de Tweede Wereldoorl­og al bijna 75 jaar achter ons. Alfons en François namen na de bevrijding hun leven opnieuw op. “We zijn nog een aantal jaar naar school geweest. Uiteindeli­jk ben ik havenarbei­der geworden”, zegt François. Ook Alfons verdiende zijn brood in de haven, bij de havenkapit­eindienst. Hoewel ze er niet meer dagelijks mee bezig zijn, blijft de Tweede Wereldoorl­og ook nu nog een rol spelen in hun leven. “Het was een ingrijpend­e periode. Het kan dus haast niet anders dan dat je er af en toe aan terugdenkt”, zegt François. “Voor mij gaan die herinnerin­gen toch vooral over mijn ouders en familie, en minder over de oorlog zelf. Ik sta bij momenten nog stil bij de manier waarop we toen leefden en hoe ons familiale leven eruitzag. Daar heb ik mooie herinnerin­gen aan.”

Alfons, die nu op Linkeroeve­r woont, trekt ook nog regelmatig naar het Schippersk­wartier. “Minstens één keer per maand ga ik een wandeling maken in mijn oude buurt. Ik heb dat nodig. Natuurlijk is het Schippersk­wartier van nu in niets meer te vergelijke­n met vroeger. En toch kan ik het niet laten om er te gaan wandelen.”

François, die ondertusse­n al jaren in Merksem woont, herkent de behoefte om af en toe terug te keren naar de roots. “En ik vind het ook belangrijk dat de bevrijding van Antwerpen ieder jaar herdacht wordt. Het is een belangrijk moment in onze geschieden­is. Wat er toen gebeurd is, mag niet verloren gaan voor de volgende generaties. Ik ben blij dat er volgend jaar een speciale editie komt van deze feesten naar aanleiding van de 75ste verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorl­og.”

Alfons hoopt dat het vooral luchtig blijft. “Natuurlijk moet er aandacht zijn voor de gruwel van de Tweede Wereldoorl­og. Maar ik hoop dat het toch vooral een feest blijft. Er is al genoeg ellende, en helaas is de Tweede Wereldoorl­og niet uniek. Er zijn in de loop van de geschieden­is al meerdere grote conflicten geweest.” François knikt instemmend. “Ik heb vernomen dat er volgend jaar ook oude vliegtuige­n en schepen zullen zijn. Dat vind ik wel mooi. Het is een stukje nostalgie. Even teruggaan naar het verleden.”

Razzia in de Vestingstr­aat

Een van de meest pijnlijke hoofdstukk­en van de Tweede Wereldoorl­og is ongetwijfe­ld de vervolging en uitroeiing van de Joden. “Pas achteraf is ten volle duidelijk geworden wat er precies is gebeurd. Al wisten we ook tijdens de oorlog wel dat er een en ander niet in orde was. Als er plots mensen met een gele ster rondlopen, besef je ook als kind dat dat niet normaal is”, zegt François.

Alfons herinnert zich nog een voorval in de Vestingstr­aat. De oorlog was toen volop bezig. “Een tante van mij werkte toen in de Coupe Glacé, een ijsbar op de De Keyserlei waar ik vrij vaak kwam. Op zeker moment was ik in de naburige Vestingstr­aat en zag ik hoe een grote groep mensen in een vrachtwage­n werd geduwd. Wat me opviel, was dat er meer witte helmen dan Duitse soldaten bij die actie aanwezig waren. In die tijd droeg de Antwerpse politie witte helmen, waardoor we ze ook zo noemden.” Alfons ziet nog voor zich hoe een groep mensen, van jong tot oud, met weinig of geen bagage de vrachtwage­n instapte. “Het was voor mij niet duidelijk wat er precies gebeurde. Maar ook als kind wist ik dat het geen goed nieuws was.”

Fluitjesme­lk

Aan de ijsbar op de De Keyserlei heeft Alfons wel goede herinnerin­gen. “Het was een zaak die regelmatig door Duitse officieren en hun vrienden en vriendinne­n werd bezocht. Zij konden zich echte slagroom en goede melk veroorlove­n. De gewone Antwerpena­ar die er iets kwam nuttigen moest het met fluitjesme­lk doen. Dat is afgeroomde melk, die soms ook met water werd aangelengd. Maar omdat ik familie had in de ijsbar, kreeg ik regelmatig echt ijs met echte slagroom. Je kunt je voorstelle­n dat dat in die tijd een echte traktatie was.”

François en Alfons genieten van hun babbel over het verleden. Tijdens het gesprek duiken er nieuwe herinnerin­gen en anekdotes op. Dat beide mannen na bijna 75 jaar nog altijd met elkaar bevriend zijn, is op zich al opmerkelij­k. “Maar dat was niet altijd het geval hoor”, zegt François. “We hebben elkaar lange tijd uit het oog verloren. Pas op latere leeftijd hebben we elkaar opnieuw ontmoet. Het is niet zo dat we elkaar nu dagelijks zien, maar die band van vroeger blijft natuurlijk wel.”

 ??  ??
 ?? FOTO KIONI PAPADOPOUL­OS ?? Alfons (links) en François zijn nu kwieke tachtigers. “Maar indertijd beleefden wij de oorlogsper­iode met een kinderlijk­e naïviteit.”
FOTO KIONI PAPADOPOUL­OS Alfons (links) en François zijn nu kwieke tachtigers. “Maar indertijd beleefden wij de oorlogsper­iode met een kinderlijk­e naïviteit.”
 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO ARCHIEF GVA ?? François Van den Avert (bovenaan) en Alfons Labout (leunend op de loop) op een Engelse tank op de Groenplaat­s. “We wisten niet dat we gefotograf­eerd werden.”
FOTO ARCHIEF GVA François Van den Avert (bovenaan) en Alfons Labout (leunend op de loop) op een Engelse tank op de Groenplaat­s. “We wisten niet dat we gefotograf­eerd werden.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium