Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Bert Dockx
BERT DOCKX VR 14/09, DO 08/11, ZA 15/12 | DE STUDIO | ANTWERPEN | WWW.DESTUDIO.COM
Bert Dockx is niet de nieuwe ‘artist in residence’ van De Studio, maar toch: dit najaar speelt hij er in drie hoedanigheden. Later met zijn groepen Dans Dans en Flying Horseman, vrijdag al om zijn gloednieuwe soloalbum Transit te presenteren. “Voorlopig heb ik zin om al die projecten aan de gang te houden”, zegt de zanger-gitarist.
“Ik heb gewoon zin om daar eens te spelen”, verduidelijkt Bert Dockx zijn nakende hattrick in De Studio. “In Het Bos, Trix of De Roma optreden, is ook altijd leuk. De Studio is een fijne zaal waar ik zelf al heel wat concerten heb gezien. Daarom ga ik graag op hun vraag in. Enkele keren op eenzelfde plek terugkeren, beïnvloedt bovendien de vibe van een optreden.”
Vrijdag krijgt De Studio alvast de live-première van Transit, de plaat die Dockx dit weekend onder zijn eigen naam uitbrengt. “Transit is in veel opzichten een speciaal album”, legt de Antwerpse zanger-gitarist uit. “Tijdens mijn solo-optredens ben ik de afgelopen tien jaar gaandeweg meer covers beginnen te spelen. Daaruit heb ik nu een selectie gemaakt.”
Op Transit eigent Bert Dockx zich klassiekers toe van uiteenlopende groten, zoals Fleetwood Mac, Joy Division, Bruce Springsteen, Nina Simone en Bob Dylan. Opmerkelijk genoeg klinkt het resultaat minstens zo persoonlijk als het eigen werk dat hij met Dans Dans en Flying Horseman creëert. “Dat hebben al meer mensen opgemerkt. Ik vind dat wel een compliment, hoewel ik Dans Dans en Flying Horseman ook persoonlijk vind klinken.”
“Lang voelde ik geen behoefte om deze covers uit te brengen, ook al bleven mensen me daartoe aansporen. Nu ik ze heb opgenomen, ben ik verrast hoe intiem deze interpretaties klinken en hoe dicht ze bij mij liggen. Pas nu heb ik door dat ik een bepaald kleurenpalet gebruik dat mij doet afwijken van de typische singer-songwriter.”
Dockx vertelt dat hij enkel songs wou opne- men waarmee hij iets interessants kon doen. “Shadowplay heeft een heel andere sfeer dan het origineel van Joy Division. I’m on Fire klinkt ook heel anders dan bij Bruce Springsteen. De relatie die ik met de originelen heb, is heel uiteenlopend. Als jonge tiener was ik gek van Springsteen, maar sindsdien luister ik er nog amper naar. En het instrumentale Albatross van Fleetwood Mac vind ik fantastisch, maar verder heb ik weinig met die groep.”
Geen hommage
“Deze keuzes zeggen dus niet veel over mij, behalve dan dat het allemaal nummers zijn waar ik op een bepaald moment in mijn leven iets aan heb gehad. De meeste van mijn favoriete componisten heb ik niet eens gecoverd, omdat het me niet lukte om er iets mee te doen. Vandaar: wel Joy Division en Townes Van Zandt, maar bijvoorbeeld niet Tom Waits, Neil Young, Robert Wyatt, Thelonious Monk, Brian Eno of Ornette Coleman.” Noem Transit dus vooral geen hommage aan zijn favoriete songschrijvers, benadrukt Dockx. Een vrolijke meezingplaat is het evenmin geworden. “Wie mijn andere platen kent, weet dat ik nogal neig naar duistere, weemoedige of dreigende muziek. Dat had ik lang zelf niet door, al ben ik me er natuurlijk wel van bewust dat ik geen heel vrolijke dingen maak. Pas bij het beluisteren van deze plaat heb ik vastgesteld dat mijn versies vaak een pak donkerder zijn dan de originelen.”
Een groot idee mag er dan niet achter zitten, Transit zegt wel iets over de muzikale veelvraat die Dockx is. Tegenwoordig luistert hij naar eigen zeggen vooral naar jazz, elektronica en niet-westerse muziek. “Maar solo zing ik graag, waardoor ik automatisch bij songs terechtkom. Covers liggen me daarbij gemakkelijker. Voor mij is bijvoorbeeld Bob Dylan helemaal niet heilig. Als ik de goesting voel om met een bepaald nummer iets te doen, dan gaat mij dat niet tegenhouden. Met andermans materiaal bezig zijn, voelt bevrijdend. Ik zet veel meer druk op mezelf als ik met eigen muziek bezig ben. Dit klinkt misschien pretentieus, maar velen brengen eigen muziek die minder origineel en fris klinkt dan deze covers.”
Geen heimwee
“Zijn oudste muzikale liefdes”, noemt Dockx de covers van de minstens drie decennia oude songs op Transit. “Maar nostalgie speelt hierbij niet mee. Ik heb zeker geen heimwee naar andere tijden. Maar ik vind het niet meer dan normaal dat ik slechts voor een klein deel naar nieuwe muziek luister. In trends ben ik sowieso niet geïnteresseerd en op het vlak van gitaarmuziek wordt al bijna twintig jaar niets interessants meer gemaakt. Elektronische muziek vind ik wel boeiend, maar dat staat te ver van mijn bed om zelf iets mee te doen.”
Hoe dit solo-uitstapje zich verhoudt tot Dans Dans en Flying Horseman, de bewierookte groepen waarmee Dockx later dit jaar in De Studio passeert? “Artistiek zijn dat in mijn hoofd duidelijk afgebakende projecten. Een hiërarchie is er niet. Momenteel werk ik aan een nieuwe plaat van Flying Horseman en ben ik ook begonnen met een nieuwe, instrumentale jazzgroep; Ottla, met twee drummers, contrabas, twee saxen en gitaar. Voorlopig heb ik zin om al die projecten aan de gang te houden.
Die aanpak ligt mij.”
‘‘Het klinkt misschien pretentieus, maar velen brengen eigen muziek die minder fris en origineel klinkt dan mijn covers.’’