Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Die kloof met Tubeke is veel belangrijker”
Westerlo is nieuwe leider, maar Bob Peeters houdt de voeten stevig op de grond en wijst op werkpunten
Westerlo is de nieuwe leider in de Proximus League. Wie had dat bij de start van het seizoen durven te denken? Na de stuntzege op OHL legde het in eigen huis ook Tubeke over de knie. Zonder mooi voetbal, maar wel met twee beauty’s. De eerste plaats brengt Bob Peeters en co echter niet aan het zweven. “Niet in de problemen komen, dat is dit seizoen onze eerste opdracht.”
Als Westerlo een belangrijke wedstrijd wint, dan durven ze zelfs in de gezellige perszaal in ’t Kuipje de champagneflessen te ontkurken. Zeker bij promoties, nipt ontlopen degradaties of een stunt tegen Anderlecht. Zaterdag bleven de bubbels in de koelkast. De eerste plaats in 1B is mooi, maar Kempenaars blijven nuchtere jongens. Bob Peeters laat geen kans onbenut om dat in de verf te zetten. De coach genoot van zijn succesmomentje, maar hamerde vooral op de werkpunten van zijn team.
1.Zelf het spel maken Peeters voorspelde het al na de stunt in Leuven: de wedstrijd tegen Tubeke wordt veel moeilijker. Hij kreeg zaterdag gelijk. Voor rust had Westerlo veel balbezit, maar creëerde het tegen een goed georganiseerd Tubeke geen enkele kans. De thuisploeg had na de pauze een heerlijke vrije trap van Van Eenoo nodig om de wedstrijd open te breken en zelf aan het voetballen te geraken.
“Tubeke is een fysieke ploeg die kort op de man speelt en daar hadden onze voetballers het moeilijk mee”, stelde Peeters vast. “In de tweede helft legden we meer lef voor de dag en durfden we initiatief te nemen en vooruit te spelen. Zo kregen we ook Abrahams aan het voetballen. Dat is voor ons heel belangrijk. Kurt kan ons twintig, dertig procent beter laten spelen. In zijn goodwill zakte hij in de eerste helft te ver terug om de middenvelders te helpen, maar op die manier konden we hem niet goed aanspelen en was hij niet in staat om het verschil te maken.”
Met succes. Abrahams lag in de tweede helft aan de basis van de vrije trap bij de 1-0 en verdubbelde nadien na een heerlijke individuele actie de score.
Van Eenoo sloot zich aan bij zijn trainer. “Op verplaatsing krijgen we iets meer ruimte, maar als ploeg moeten we nog wennen aan het feit dat de tegenstander hier niet open en bloot zal komen voetballen. Dat is een knop die we moeten omdraaien. Tegen Union zijn we in het mes gelopen, waardoor we vandaag misschien iets te behoudend zijn gestart.”
2. Te makkelijke tegengoals Tien clean sheets in dertien wedstrijden. Dat is de mooie statistiek die Westerlo vorig seizoen na Nieuwjaar liet noteren. Dit seizoen kon Van Langendonck nog geen enkele keer de nul houden en incasseerde hij in zes wedstrijden al tien tegengoals. Dat baarde Peeters toch wat zorgen.
“Clean sheets, daar win je wedstrijden mee. Na de 2-0 hebben we het onszelf veel te moeilijk gemaakt. Bij de eerste kans in de tweede helft maakt Tubeke een doelpunt, waardoor op de bank onze hartslag een kwartier lang niet meer onder de 200 slagen ging. Dat ligt wel op mijn maag. Vorig jaar heeft de organisatie ons sterk gemaakt, nu heeft die tegengoal nog voor heel veel stress gezorgd. Daarin moeten we nog groeien.”
3.Nederig blijven Misschien niet meteen een werkpunt in de nuchtere kleedkamer van de Kemphanen, eerder een aandachtspunt: de voetjes op de grond houden. “Natuurlijk zijn we heel blij dat we op die eerste plaats staan”, gaf Peeters toe. “Maar we moeten vooral heel nederig blijven. We hebben nu zeven punten voorsprong op Tubeke, dat is op dit moment misschien nog het belangrijkste. In vergelijking met vorig seizoen is dat toch al een mooie kloof.”
Dat Westerlo en Lommel United, de twee ploegen met het kleinste budget, volgende week in een onderling duel strijden om de leidersplaats is voor Peeters vooral een aardigheidje. “We moeten ervoor zorgen dat we dit seizoen niet in de problemen komen, dat is onze eerste bekommernis. We willen niet opnieuw tot drie speeldagen van het einde vechten voor het behoud. Uiteraard willen we als ploeg nog verder doorgroeien, maar we moeten ook heel scherp blijven.”