Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Kompany zou goed bij IJsland passen”.
Lokerenverdediger Ari Skulason (31) voorspelt dat Rode Duivels koud welkom te wachten staat
De Duivels doen er goed aan IJsland niet te onderschatten. Een vulkanische rots waar meer schapen huizen dan mensen, heeft
een voetbalploeg voortgebracht die de
voorbije jaren Nederland van het
EK weghield en vicewereldkampioen Kroatië klopte.
Hoe dat kan? Ari Skulason (31), de linksachter van Lokeren en IJsland,
gidst ons door het succesrecept.
“Wij hebben een speler die steentjes onder zijn huid heeft zitten. Een souvenir van een tackle op
gravel als kind.”
TACKELEN OP STENEN
De betonplaat voor het IJslandse succes werd gegoten begin deze eeuw. Letterlijk. Zoals België rond de eeuwwisseling zijn jeugdwerking hervormde, zo begon IJsland geld te investeren in sporthallen en coaching. Voor de 21.500 geregistreerde voetballers zijn er meer dan 600 gekwalificeerde trainers. Voeg daar 154 minivoetbalvelden in kunstgras aan toe én dertien verwarmde, overdekte hallen en het koude, vooral winderige weer is geen excuus meer. Spelers zijn beter opgeleid. Alleen is er de vrees dat spelers daardoor softer worden. “Wij hadden vroeger geen indoorhallen. Voetballen deden we op gravel. Stenen dus. Wij hebben een speler, Ragnar Sigurdsson, die nog steeds steentjes onder zijn huid heeft zitten. Een souvenir van een tackle op gravel als kind”, zegt Ari Skulason, linksback bij Lokeren.
HANDBAL
Wat in de tijd van Skulason wel al bestond, waren indoorterreinen voor andere sporten. “Toen ik opgroeide, speelde ik handbal, basketbal, voetbal én badminton”, zegt hij. “Ik was nooit thuis. Na de voetbaltraining had ik handbaltraining. En daarna weer iets anders. Mocht Sporting Lokeren zich in IJsland bevinden, dan vind je er een basketbalteam, een voetbalteam en een handbalteam. Je moest nergens naartoe, je bleef gewoon op de club en deed drie trainingen. In België moet ik mijn kinderen in de zomer inschrijven voor tenniskampen, om te kunnen gaan zwemmen... Dat is bij ons niet nodig. Ik durf zelfs te zeggen dat ik carrière had kunnen maken in het handbal. Als hoekspeler.”
ONTDEKKINGSREIZIGERS
“We leven op een klein eiland, in het midden van de oceaan. Er is niets in de buurt. Wil je een carrière, dan zoek je een weg om van dat eiland weg te raken”, zegt Skulason. “En dan is sport een manier. Toen Heerenveen bij mijn moeder en vader kwam aankloppen, was ik veertien jaar. De bedoeling was om er op mijn vijftiende te gaan spelen en te tekenen als zestienjarige. Wel, zij weigerden dat niet. Hun redenering was: hier heeft hij al die tijd voor getraind, we laten hem gaan en zien wel wat het geeft. Hier in België is je familie niet verder dan een uurtje rijden verwijderd. Maar op die leeftijd al vertrekken van je familie en vrienden, is wel een harde keuze. De meesten van de nationale ploeg hebben dat gedaan. Zoals veel IJslandse muzikanten het erop wagen in de VS of Europa, zo beproeven ook wij voetballers ons geluk elders.”
Nederland, Engeland en de rest van Scandinavië zijn de populairste bestemmingen. Maar Rurik Gislason speelde nog in de jeugd van Anderlecht. En derde doelman Runar Runarsson, zoon van Runar Kristinsson, bij Lokeren, waar een andere IJslander, Kristjan Bernburg, al drie decennia kampen organiseert voor IJslandse 14- en 15-jarigen die elders willen gaan voetballen. Op ontdekkingsreis trekken, is typisch IJslands. Leif Eriksson, die al 500 jaar voor Christoffel Columbus voet zette op Noord-Amerikaanse bodem, was tenslotte een IJslander.
“Opgeven zit niet in ons DNA. Vincent Kompany zou wel bij ons passen. Hoe vaak is hij al niet geblesseerd geweest? En toch komt hij altijd terug. Dát is de IJslandse mentaliteit.”
Ergens lazen we dat het een erfenis zou zijn van hun lange visserstraditie en de macho’s op zee die weer en wind doorstonden tot hun netten vol zaten. Die combinatie van machismo en exploratie is nog het makkelijkste terug te vinden in bepaalde eetgewoonten. “Maar die zijn walgelijk”, vindt Skulason. “Gedroogde vis is lekker. Maar rottende haai, daar moet ik niets van weten. Net zomin als van gekookte schapenkop. Wist je dat je kan kiezen of je ineens de hele kop koopt of slechts een halve met één oog en een halve tong?”
ÉÉN GROTE FAMILIE
In IJsland bestaat een app om te vermijden dat je op date gaat met een familielid. Op een bevolking van 334.000 is dat namelijk een risico. IJsland is één grote familie. Letterlijk én figuurlijk. Vandaar dat de vorige bondscoach Heimir Halgrimsson tijdens het WK de journalisten in de tribune ging groeten. Het is zelfs de traditie dat spelers door tv-commentatoren bij hun voornaam worden genoemd. “Onze fans wilden de voornaam op onze shirts, maar dat is er niet van gekomen. Ik ken die supporters bijna allemaal persoonlijk”, lacht Skulason. “Grapje. Maar wat wel waar is: wij zijn vrienden in de nationale ploeg. Wij knuffelen mekaar wanneer we elkaar terugzien. Velen gaan na het seizoen nog samen op vakantie. Dat zegt veel. Vandaar dat wij geen vedetten hebben. Onze grootste sterren die in de Premier League spelen, lopen nog de meeste kilometers per match. Gylfi Sigurdsson zou volgens mij wel bij België kunnen meespelen.” De vriendschap en de liefde voor hun land leiden zelfs tot blijvende herinneringen. Skulason heeft als aandenken aan het EK twee jaar terug het wapenschild van IJsland op zijn dij laten tatoeëren. “Waarna de aanvoerder, Aron Gunarsson, hetzelfde deed, over zijn gehele rug. Ik zal er dus nog een schepje bovenop moeten doen.”
“Rottende haai of gekookte schapenkop, daar moet ik niets van weten. Wist je dat je kan kiezen of je ineens de hele kop koopt, of slechts een halve met één oog en een halve tong?” Ari Skulason Linksback Lokeren en IJsland
ANTISTERREN
Bondscoach-tandarts Halgrimsson is weg en vervangen door de Zweed Erik Hamren, maar de doelman die ook reclamespots regisseert, is er wel nog. Antisterren zijn het nog steeds. Voetballers die zich voor elkaar te pletter werken. “Vandaar dat we sinds 2013 niet meer verloren hebben in eigen huis”, waarschuwt Skulason. “Let wel: in de matchen die ertoe doen. Vriendschappelijk verloren we wel voor eigen volk. De match tegen België is geen vriendschappelijke match. Wat je te zien zal krijgen? Slecht weer! In september kan het al behoorlijk koud zijn. En verder: elf spelers die zichzelf helemaal willen opofferen voor de ploeg. Krijgers. We spelen niet het mooiste voetbal, maar het is wel efficiënt. En we hebben niet veel kansen nodig om te scoren. Toen Nederland naar IJsland kwam, was het voor hen moeilijk te begrijpen hoe wij spelen. Zij spelen ‘mooiweervoetbal’. Wel, ze verloren twee keer van ons. Het kostte ons drie man om Arjen Robben af stoppen. Maar België speelt niet zoals Nederland. Jullie vonden op het WK de juiste combinatie tussen mooi en direct voetbal. Dat De Bruyne er niet bij is, vind ik wel goed nieuws. Maar dan hebben jullie nog Dembélé, Witsel, Hazard, Tielemans... Pfff, keuze te over.”