Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Meer snelweg? Misschien, maar ...
Voka wil dat de snelwegcapaciteit wordt uitgebreid door onder meer op de E313, tussen Hasselt en Antwerpen, het aantal rijstroken uit te breiden. De Vlaamse werkgeversorganisatie voelt zich gesterkt door een bevraging van het onderzoeksbureau iVox. Daaruit blijkt dat de gemiddelde Vlaming voorlopig nog niet van plan is om de auto opzij te zetten en zich kan vinden in meer snelweg.
De filedruk op veel snelwegen, en niet in het minst op de E313, is inderdaad enorm. Hoe dat moet aangepakt worden, is een andere zaak. De capaciteit van de snelwegen uitbreiden is niet zonder risico en kan een doos van Pandora zijn. Want het is aangetoond dat meer snelweg ook meer verkeer aantrekt. Met als gevolg dat iedereen nog altijd stilstaat. En dat is nu net wat we niet willen.
Op de middellange termijn ligt de oplossing in alternatieven voor de auto en een veel beter en efficiënter openbaar vervoer dan wat we nu hebben in dit land. Indien de Vlaamse overheid overweegt om de capaciteit van de snelwegen uit te breiden, zal het dat omzichtig en onder een aantal duidelijke voorwaarden moeten doen. Bijvoorbeeld door zich te beperken tot snelwegen waar de situatie dermate problematisch is dat er voor een bepaalde periode geen andere keuze is. De E313 is zo’n plek. Zeker met de aanleg van de Oosterweelverbinding in het vooruitzicht. Maar laat die nieuwe rijstroken dan bijvoorbeeld exclusief voorbehouden zijn aan carpoolers. Wie alleen in de auto zit, komt er niet op. Dergelijke stroken bestaan trouwens nu al. En die mogen best uitgebreid worden. Want in het andere geval is het opnieuw vrijheid blijheid en staan we geen stap verder. Nederland en Duitsland hebben recent nog beslist om een aantal van hun snelwegen uit te breiden met extra rijstroken. Met als motto: nood breekt wet. Het zou voorstanders van meer asfalt ertoe kunnen verleiden om te zeggen: “Zie je wel!”
Maar dat is slechts het halve verhaal. Voor de miljarden euro’s die Nederland uittrekt om het wegennet uit te breiden, staan nog eens minstens evenveel miljarden om het openbaar vervoer te verbeteren. Dat moet zorgen voor meer en latere treinen en een nog fijnmaziger netwerk van bussen en trams in drukbevolkte regio’s.
En dat is ook het minste wat Vlaanderen kan doen. Voor elke euro die in snelwegen wordt geïnvesteerd, moet minstens het dubbele naar het openbaar vervoer gaan. Anders is het een maat voor niets.