Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Massages, petanquen en tussendoor wat werken
Extra vakantiedagen, fruitmanden of een gratis stappenteller: wie op zoek is naar werkbaar werk, kan het best in de chemiesector aan de slag, waar al meer dan 160 bedrijven weten hoe ze het hun personeel naar de zin maken.
Maandag is smoothiedag. Op woensdag staan de teams op het volleybalveld. Vrijdag kan iedereen dan weer genieten van een massage. Tussendoor staat de werkvloer vol met fruitmanden en de fitnessruimte is altijd open. Ongeveer de helft van de werknemers in de chemie-, kunststoffen-, farma- en biotechnologiesector heeft het erg goed op de werkvloer. Zij werken voor een van de 160 bedrijven die zich aangesloten hebben bij het Demografiefonds. Dat moet hun werk werkbaar houden, zodat ze langer aan de slag kunnen blijven.
“In de chemie- en farma-industrie is bijna één op de drie werknemers ouder dan vijftig jaar”, zegt Corine Petry, woordvoerster van sectorfederatie Essenscia. “In tien jaar tijd zullen 26.000 werknemers met pensioen gaan. En die moeten allemaal vervangen worden. Talenten aantrekken is niet gemakkelijk, dus willen bedrijven hun werknemers zo lang mogelijk aan boord houden.”
Twee jaar geleden spraken werkgevers en vakbonden daarom af om een deel van de beschikbare brutoloonmassa in het Demografiefonds te storten. Dat geld kunnen ondernemingen gebruiken om concrete projecten te financieren voor werkbaar werk voor arbeiders, bedienden en kaderleden.
Tijdelijk uit ploegsysteem
De maatregelen zijn heel divers en gaan verder dan gezonde tussendoortjes en sportwedstrijden. Er zijn bedrijven die een petanquebaan aanleggen of een gratis stappenteller aan hun personeelsleden geven. Maar de grootste veranderingen zijn fundamenteler. Zoals bij chemiefabriek Evonik in de Antwerpse haven. Het bedrijf creëerde nieuwe functies voor oudere werknemers die in ploegen werken. “Ze kunnen nu bijvoorbeeld opleidingscoördinator worden”, zegt woordvoerder Danny Erreweyaert. “Hun ervaring helpt nieuwe medewerkers en ze werken in dagdienst, wat minder vermoeiend is dan de shiften.”