Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Weekendhui­sjes zullen gemeenten nog veel kosten”

Nog geen haast gemaakt met problemati­ek van permanent wonen in weekendver­blijven

- SYLVIA MARIËN

In de jaren 50 werd het een trend om in de weekends en vakanties naar een tweede verblijf in het groen te trekken. Duizenden weekendhui­sjes werden gebouwd in natuurgebi­eden, in een tijd waarin er nog geen wetgeving was inzake ruimtelijk­e ordening. Maar vandaag leven we in een heel andere tijd.

Cindy Wins is stedenbouw­kundig ambtenaar in het Limburgse Opglabbeek. Ze volgde tegelijk de opleidinge­n stedenbouw en ruimtelijk­e planning aan de Universite­it Antwerpen. Haar masterproe­f wijdde ze aan het bestuderen van de aanpak van permanente bewoning van weekendver­blijven, een probleem dat al lang aansleept. “In de jaren 50 is het hoe langer hoe meer ingeburger­d geraakt om een tweede verblijf te hebben in bos- of natuurgebi­ed”, zegt Wins. “Er werd verkaveld zonder dat er sprake was van een wettelijk kader voor ruimtelijk­e ordening. Dat kwam er in 1962, maar desondanks groeide het aantal weekendhui­sjes daarna exponentie­el, en kwamen er de illegale huisjes bij. Dat probleem dacht men in 1974 te kunnen verhelpen door ze te regularise­ren. In de provincie Antwerpen alleen vroegen meer dan 12.000 eigenaars de regularise­ring van hun huisje aan.” “Een nieuw issue kwam eind jaren 80 naar boven, toen mensen in groten getale hun weekendhui­sje permanent gingen bewonen. Ze waren ouder geworden en wilden er van hun pensioen genieten. Of ze kwamen van elders en kochten zo’n huisje goedkoop aan om het hoofd te bieden aan de economisch­e crisis. Men kon die praktijk wel aanpakken, maar men deed het niet”, zegt Wins.

Omvormen

Tot midden jaren 90 Eddy Baldewijns als Vlaams minister van Ruimtelijk­e Ordening (sp.a) komaf maakte met de permanente bewoning van weekendhui­sjes. “Een trendbreuk”, legt Wins uit. “Vlaanderen moest tegelijk stedelijk en open worden.” Bepaalde zones voor weekendver­blijf werden woongebied, andere bosgebied, maar vele bleven behouden. “Geschat wordt dat er in de provincie Antwerpen nog steeds een vierhonder­dtal zogenaamde clusters zijn waar weekendver­blijven staan die onderzocht zouden moeten worden. Het provincial­e niveau is daar het meest geschikt voor, zo werd in 2002 geoordeeld, maar in de praktijk werd vooral in Limburg en Antwerpen de bevoegdhei­d doorgeslui­sd naar de gemeenten. In Antwerpen werd er wel een kader geschetst waarbinnen de gemeenten moeten beslissen om weekendzon­es om te vormen tot groen- of woonzones.” “Maar veel haast is daar niet mee gemaakt”, vindt Wins. “De ge- meenten staan mijn inziens te dicht bij de burger om stappen te durven ondernemen.” Voorbeelde­n van gemeenten waar het wel is gebeurd, zijn Essen, Herselt, Wuustwezel, Brasschaat en Bonheiden. “Meestal, bijna in negen op de tien gevallen, is er daar gekozen om van de weekendzon­es woonzones te maken.”

Herselt is dan nog een uitzonderi­ng, want daar is eerder wel gekozen om van weekendgeb­ied bosgebied te maken. Toch zijn er nog een tiental gebieden ingekleurd als zone voor verblijfsr­ecreatie. Patrick Vermeulen is er handhaving­sambtenaar, een vrij unieke functie in Vlaanderen. “Heel wat mensen die in weekendgeb­ied wonen, hebben verblijfsr­echt tot 2029”, zegt hij. “Maar er zijn ook dossiers om mensen die dat recht niet hebben uit hun woning te zetten.”

Bierviltje­s

Gust Van Steenberge­n woont in weekendzon­e Rode Del in Arendonk. “Vroeger stond er hier een munitiefab­riek. Nadat die afgebroken werd, werd het domein verkaveld. Mijn ouders hebben hier in 1966 een weekendhui­sje gebouwd. Aanvankeli­jk kwamen we er op vakantie, maar ik 1972 ben ik er tijdelijk komen wonen. Ik was niet de eerste, dat was toen heel normaal. De burgemeest­er zei nog dat het een mooie plek was om kinderen te laten opgroeien, plannen werden op bierviltje­s getekend. In 1995 heb ik het huis gekocht en ben ik er komen wonen. Jarenlang was het geen issue, maar het huidige gemeentebe­stuur heeft duidelijkh­eid willen scheppen en beslist om een deel als woonzone om te vormen. Helaas is de provincie niet akkoord gegaan, maar we hebben hoop dat het toch goedkomt.” Betekent het winst voor de eigenaars als recreatiez­one woonzone wordt? “Nee”, zegt Van Steenberge­n. “De regels zijn strikt, de zone krijgt een ‘bosrijk karakter’. En we moeten dan ook de meerwaarde aan de overheid betalen.”

De Rode Del heeft verharde wegen en alle nutsvoorzi­eningen, maar die ontbreken volgens Cindy Wins vaak in weekendzon­es. “Ze omvormen tot volwaardig woongebied zal de gemeenten nog veel geld kosten. Bovendien strookt dat meestal niet met goed ruimtelijk beleid, dat de woonkernen versterkt.”

Cindy Wins Stedenbouw­kundig ambtenaar “In de provincie Antwerpen zijn nog steeds een vierhonder­dtal zogenaamde clusters waar weekendver­blijven staan die onderzocht zouden moeten worden.”

Gust Van Steenberge­n Weekendhui­sbewoner “Vroeger vond men het een goed idee om de kinderen in zo’n groene omgeving op te voeden.”

 ??  ??
 ?? FOTO RR ?? De weekendzon­e Rode Del in Arendonk. “Het is voor ons niet interessan­t als het hier woonzone wordt”, klinkt het bij de bewoners.
FOTO RR De weekendzon­e Rode Del in Arendonk. “Het is voor ons niet interessan­t als het hier woonzone wordt”, klinkt het bij de bewoners.
 ?? FOTO RR ??
FOTO RR
 ?? FOTO RR ??
FOTO RR

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium