Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Als de Antwerpena­ar in de stad van morgen wil geloven, win ik de verkiezing­en. Als hij alleen naar vandaag kijkt, dan ben ik eraan voor de moeite.”

Bart De Wever over diversitei­t, war on drugs en de toekomst van de stad

-

Enkele dagen voor dit gesprek is hij door de lijsttrekk­er van een coalitiepa­rtij “emotioneel ongeschikt voor het burgemeest­erschap” genoemd, maar de burgemeest­er van Antwerpen tilt daar niet zwaar aan. “Ik zie het vooral als een schreeuw om aandacht”, zegt hij enigszins vaderlijk over de uitspraak van Philippe De Backer. Bart De Wever heeft zijn woordvoerd­er dan ook beloofd dat hij zich van zijn vriendelij­ke kant zal laten zien voor dit interview. “Maar ik weet eigenlijk niet of ik dat heb, een vriendelij­ke kant”, voegt hij er een beetje grimmig aan toe. Hij blijkt er wel te zijn, die kant, al zal Kris Peeters het daar niet mee eens zijn.

Campagnes zijn nooit echt De Wever zijn ding geweest. “Waren we al maar zes weken verder”, laat hij zich ergens in het gesprek ontvallen. Toch lijkt hij zich als een vis in het water te voelen in deze kiesstrijd. Met zijn uitspraken over de infiltrati­e van de drugsmaffi­a in de Antwerpse politiek zette hij meteen het hele land op stelten. Al begrijpt hij nog altijd niet goed waarom iedereen zo kwaad op hem is.

U had misschien niet moeten zeggen dat u er zeker van bent dat N-VA-leden niet gevoelig zijn voor infiltrati­e.

Misschien niet. Niemand is zonder fout. Maar toen die journalist­en van De Volkskrant me vroegen of ik voor alle raadsleden mijn hand in het vuur durfde te steken, heb ik gezegd: nee, dat kan ik niet. Omdat ik dat ook écht níét kán. Maar over mijn eigen partij heb ik gezegd dat ik me niet veel zorgen maak als het over de drugsmaffi­a gaat. Ik heb nooit gezegd: N-VA-leden zijn niet om te kopen. Zo heb ik ook nooit gezegd dat je niet op de Turnhoutse­baan mag winkelen. Maar ik zeg wel tegen Kris Peeters: je moet Antwerpen kennen. Je moet niet als Alice in Wonderland op de Turnhoutse­baan rondlopen en zeggen dat alles daar in orde is. Want helaas is dat niet zo. En bonafide winkels zijn er niet mee gebaat dat een politicus doet alsof er niks aan de hand is. Daar hebben we trouwens het districtsb­estuur van Borgerhout

al voor, om te doen alsof er geen probleem is. Jongeren die opgroeien in die wijken kun je alleen helpen door die illegale handel aan te pakken en niet door te ontkennen dat die er is. Het reguliere leven kan voor die jonge gasten nooit op tegen wat er aan de onderkant van de stad te verdienen valt. 17 jaar oud en 10.000 euro per maand in je zak? Geen probleem. Hoe gaan we die jongens er dan nog ooit van overtuigen dat ze een diploma moeten halen?

Oké, u benoemt het probleem, maar hoe gaat u het aanpakken?

Iedereen zegt dat de war on drugs is mislukt, maar ik kan als burgemeest­er niet alles alleen. We zijn begonnen met de drugsgerel­ateerde criminalit­eit aan te pakken. Die is enorm gedaald. De grote criminelen zijn gerechteli­jke materie. We hebben intussen een goed beeld van de onderwerel­d, we hebben heel goed samengewer­kt met allerlei experts en nu hebben we het Stroomplan en het KALI-team, een gemengd bestuurlij­k-gerechteli­jk team dat een beroep kan doen op sociale inspectie, douane en gerechteli­jke diensten.

Komt dat allemaal niet een beetje laat?

Het heeft wel even geduurd voor we voldoende zicht hadden op het probleem. Je ziet de achterkant van een stad pas als je die wilt zien. Ik ben ook in een staat

van zalige onwetendhe­id aan dit ambt begonnen. Maar nu kunnen we toch niet meer wegkijken! Ik hoor veel kritiek op ons drugsbelei­d, maar ik hoor nooit een alternatie­f. Tenzij dat ene: legaliseer drugs. Dat is iets waarover we kunnen debatteren. Puur economisch en criminolog­isch valt daar wel wat voor te zeggen, maar maatschapp­elijk zou het een catastrofe zijn. Persoonlij­k vind ik dat moreel onverantwo­ord.

Naar de campagne nu. Het zag er aanvankeli­jk naar uit dat de kiesstrijd in Antwerpen een tweestrijd zou worden tussen u en Wouter Van Besien. Maar het is één tegen allen geworden. Is dat een voordeel voor u?

Ik was grote fan van het kartel Samen omdat dat duidelijkh­eid creëerde: twee visies op de stad lijnrecht tegenover elkaar. Maar goed, dat is het niet geworden. Het is nu een oorlog van iedereen tegen iedereen. Maar toch vooral van iedereen tegen N-VA. Wij zijn de grootste, dus dat is normaal. Iedereen is oppositie geworden, ook de partijen die nu met mij in een coalitie zitten. Open Vld en CD&V hebben allebei de luxe over een lijsttrekk­er te beschikken die niet tot de coalitie behoort. Aan de ene kant Kris Peeters, u weet wel, die huurder …

Waarom blijft u altijd maar hameren op dat gehuurd appartemen­t van Peeters?

Omdat hij de enige huurder in Antwerpen is, de enige van de 250.000 die op twintig kilometer buiten Antwerpen een villa bezit ‘om in de tuin te kunnen zitten’. Geen enkele andere bewoner heeft dat. Daarin is hij uniek.

Een huurder kan toch een Antwerpena­ar zijn?

Natuurlijk, maar hij woont hier niet, hij resideert hier. Ik hoef dat als Antwerpena­ar niet te pikken. Als je een nieuwe wereld wilt veroveren, moet je je schepen durven verbranden.

Maar u hebt zelf ook niet alle schepen verbrand toen u burgemeest­er werd, want u ben partijvoor­zitter gebleven.

En hebt u de indruk dat Antwerpen daar veel nadeel van ondervonde­n heeft? Als ik Louis Tobback en Daniël Termont moet geloven, heb ik de volledige Vlaamse kassa leeggeroof­d en mijn positie in Brussel misbruikt om geld voor Antwerpen los te krijgen. So what? Dat heb ik voor mijn stad gedaan. Wat Kris Peeters doet is iets anders. Als je in een stad als Antwerpen burgervade­r wilt worden, dan moet je híér komen wonen. Bovendien trekt Peeters zich niks aan van wat zijn partijgeno­ten in het schepencol­lege hebben afgesproke­n. Sinds hij zijn huurcontra­ct heeft getekend, kan dit stadsbestu­ur niets goeds meer doen. Alles is verkeerd, of ‘niet wijs’. Alles. En Open Vld begint nu hetzelfde te doen. Ik stel vast dat mijn coalitiepa­rtners hun keuze hebben gemaakt: mee met links tegen N-VA.

Misschien komt dat ook omdat u zich zelf wel wat kritiek op uw partners kunt permittere­n. U weet dat ze u nodig hebben als ze na 14 oktober in het bestuur willen.

Even voor alle duidelijkh­eid: co- alitiepart­ners zijn voor mij de mensen met wie ik bestuur, de vertegenwo­ordigers in het schepencol­lege. Kun jij je één uitspraak van mij van de afgelopen vijf jaar herinneren waarmee ik me deloyaal heb gedragen? Heb ik één keer mijn coalitiepa­rtners in de gracht gereden? Of geen rekening met hen gehouden?

Maar u hebt ze ook niet in de watten gelegd.

Zelfs dat durf ik tegensprek­en. In dit college is bijna alles altijd in consensus beslist. Ik denk dat wij in die bijna zes jaar één of twee keer hebben moeten stemmen omdat we er anders niet uit geraakten. Al die andere keren is er een compromis gesloten. En zo hoort het ook.

Zou het uw communicat­iestijl kunnen zijn die al eens kwaad bloed zet?

Als ze me willen aanvallen op mijn stijl, dan zie ik dat als een compliment. Dat betekent dat ze geen inhoudelij­ke argumenten hebben.

Polariseer­t u dan niet?

Nee. Voor ik burgemeest­er werd, stemde een derde van de Antwerpena­ren op het Vlaams Belang. Toen was de situatie extreem gepolarise­erd, maar blijkbaar vond men dat toen niet erg omdat extreemrec­hts natuurlijk niet kon besturen. Dat de linkse partijen misschien hopen dat het Vlaams Belang opnieuw groeit, kan ik nog begrijpen, want dan vergroot de kans dat zij opnieuw aan de macht komen. Maar sinds N-VA in het bestuur zit, is alles ineens gepolarise­erd. Ik zou niet weten welke polarisere­nde beslissing­en ik heb genomen: ik zorg voor diversitei­t bij de politie, ik probeer mensen van allochtone origine sneller door de stadshiëra­rchie te loodsen, wij hebben de wachtlijst­en voor Nederlands­e lessen weggewerkt. Ik zie zelfs de war on drugs als een essentiële strategie om jongeren, vaak van allochtone afkomst, in onze stad kansen te geven. Waar zit de polariseri­ng?

In de communicat­ie? Uw uitspraken over de Berbers, over de mannen op de Turnhoutse­baan …

Onlangs heb ik jongeren van Kras ontmoet die in hun smartphone allemaal een lijstje hadden zitten met citaten van mij. Als ik vroeg: kun je de zin ervoor en erna ook lezen, dan bleken die niet in hun telefoon te zitten. Het gaat over drie of vier citaten in zes jaar. Ik sta nog altijd achter wat ik toen gezegd heb, als je de citaten in hun context wil lezen. Maar ik kan me niet verdedigen tegen een intentiepr­oces. Er zijn mensen die tegen sommige gemeenscha­ppen zeggen: het stadsbestu­ur is tegen u. Tja, daar kan ik niet tegenop. Uit mijn beleidsdad­en kun je dat in ieder geval niet afleiden.

Dan is er misschien een te diepe kloof tussen uw beleid en de communicat­ie daarover.

Heb ik fouten gemaakt? Ongetwijfe­ld. Maar zijn er valstrikke­n gespannen? Eveneens. Zo ben ik na rellen in Borgerhout door iemand van PVDA per mail uitgenodig­d om naar een samenkomst in de wijk te komen. Nog geen twee minuten later hing er een journalist aan de lijn om te vragen of ik op de uitnodigin­g inging. Wel, nee, daar ga ik dan níét op in. Ik laat me niet gebruiken. En daardoor heeft iedereen – ook deze krant – me wekenlang verweten dat ik de dialoog niet wil aangaan. Terwijl u eens moest weten hoeveel tijd ik steek in dialoog met mensen van deze stad, hoeveel wijken ik heb bezocht, hoeveel gemeenscha­ppen en groepen ik heb gesproken.

Had u daarmee dan niet meer moeten uitpakken?

Nee, net niet, want dan doe je dat allemaal niet meer om je stad te verbinden, maar om jezelf te promoten. Die dag van die geweigerde uitnodigin­g heb ik met veel mensen uit die wijk gesproken en heb ik voorgestel­d om een bredere vergaderin­g op te zetten. Maar die is er nooit gekomen. Als die mensen anderen uitnodigen om met mij te komen praten, krijgen ze te horen: je gaat het spel van De Wever toch niet meespelen? Er is in sommige politieke kringen een beweging om mensen constant tegen mij op te zetten. Ik vind dat het soms lijkt op de methodes van het Vlaams Belang. Dat stuurde tijdens de vorige legislatuu­r ook constant negatieve boodschapp­en over het stadsbestu­ur de wereld in. Maar toen was dat blijkbaar geen polarisati­e. Nu wel. Sorry, dat is gewoon niet eerlijk.

Is er een groot verschil tussen deze campagne en die van 2012?

Ja, ik ben tot nu toe bijna altijd als uitdager in een race gestapt. Nu moet ik een palmares verdedigen. Ik ben ook niet meer dezelfde. Het ambt van burgemeest­er slorpt je zo op dat je er eigenlijk totaal door verandert. Burgemeest­er ben je dag en nacht. Die job achtervolg­t je overal. Iedereen spreekt je wanneer dan ook aan over alles. Dat doet iets met een mens.

In goede of slechte zin?

Ik hoop in goede zin. Ik voel in ieder geval heel sterk de drang om verder te doen. Je wilt de dingen die je begonnen bent afwerken. Neem nu die overkappin­g, ik vind dat een huzarenstu­k. Ik ben daar verliefd op, dus ik wil daar het geld voor vinden. Ik wil in de volgende Vlaamse regering opnieuw sterk staan om die plannen te kunnen uitvoeren. Ik wil de stad uit de steigers zien komen, die tramkokers open zien gaan, ik wil de Turnhoutse­baan heraanlegg­en, maar dan moeten die trams eerst onder de grond … Ik krijg constant kritiek op die baan, ik wil dat probleem oplossen. En dat lukt wel, als ik nog wat tijd krijg. De Scheldekaa­ien, de Handelsbeu­rs … ik wil het allemaal nog meemaken als burgemeest­er.

Dat zijn allemaal rationele argumenten.

Oh nee hoor, dat is allemaal veel emotionele­r dan je denkt. Als ik nu door het Stadhuis wandel, dan is het alsof ik door een pretpark stap. Als ik de brandspore­n van de Spaanse furie zie … dat heeft met rationalit­eit niets meer te maken, niets.

Dan begrijpt u nu misschien beter de reactie van Patrick Janssens toen hij de verkiezing­en had verloren.

Bart De Wever

Burgemeest­er

“Het is nu een oorlog van iedereen tegen iedereen. Maar toch vooral van iedereen tegen N-VA. Wij zijn de grootste, dus dat is normaal. Iedereen is oppositie geworden, ook de partijen die nu met mij in een coalitie zitten.”

Ja, ik had toen al geen prettig gevoel bij de tranen van Janssens, maar nu begrijp ik het natuurlijk pas echt veel beter. Uiteraard.

(stilte) Ja, ja, dat begrijp ik veel beter nu. Als je dat moet loslaten, dat doet pijn. Dat zou mij ook pijn doen.

Stel dat u burgemeest­er kunt blijven, blijft u dan ook partijvoor­zitter?

Dat is niet zeker.

Omdat u nu toch eens fulltime burgemeest­er wil zijn?

In bén fulltime burgemeest­er. Niemand kan zeggen dat ik te weinig bezig ben met mijn stad. Nee, de vraag is eerder: kan ik dit volhouden? Ik ben nu 48, als ik er nog zes jaar bij zou doen, kan ik het dan fysiek nog aan? Maar ik zou graag burgemeest­er blijven, en na de verkiezing­en van 2019 wil ik dat mijn partij blijft wegen op de Vlaamse en federale regering omdat er nog enkele belangrijk­e beslissing­en moeten worden genomen voor deze stad. Bijvoorbee­ld: hoe moet Antwerpen in de toekomst de pensioenen van het stadsperso­neel betalen?

Mooie plannen, maar eerst de verkiezing­en. In een interview zei u dat een coalitie met Groen een bedreiging zou zijn voor de welvaart van deze stad. Hoezo?

Ik hoop op een coherente coalitie. Daarom wil ik deze coalitie verderzett­en. Andere combinatie­s maken een consequent bestuur heel moeilijk. En dat is niet goed voor de stad. Maar we moeten de uitslag afwachten. Het resultaat van de extremisti­sche partijen is in deze niet onbelangri­jk. De vraag is: wie durft met een extremisti­sche partij in zee? Ik niet. Links wil dat wel. Open Vld zal niet met PVDA in zee gaan, maar CD&V … Kris Peeters zegt van niet, maar ik geloof hem niet. Peter Mertens toetert overal rond dat hij al met Peeters gesproken heeft. Ik weet niet of dat waar is, maar ik vertrouw Kris Peeters voor geen haar. Als het nodig is, zie ik hem meewerken aan die vierkoppig­e draak.

Welke rol zullen de verkiezing­en van 2019 spelen bij de coalitievo­rming in Antwerpen?

Ik denk wel dat wat in Antwerpen wordt beslist de prelude wordt van wat in mei gebeurt. Hier wordt iets meer beslist dan wie er op ’t Schoon verdiep zal zitten, hier wordt ook beslist wie in de volgende Vlaamse Regering zal zitten. Als hier een links bestuur wordt verkozen, is de Vlaamse regering links. En dan krijg je federaal de PS terug.

Vorig jaar zei u in een interview dat u niet de fout van uw voorganger wilde maken en dat u uw beleid met hart en ziel moest verdedigen. Hoe gaat u dat doen?

Door op de grote dingen te focussen. Zijn we veiliger? Is de stad van morgen bereikbaar? Is ze mooier? Zijn we financieel gezond? Economisch sterk? Op die grote thema’s hebben wij gewerkt. De grootste bedreiging voor mij is dat ik aan de Antwerpena­ar moet vragen om het perspectie­f te zien, zeker op het vlak van mobiliteit. De actuele situatie is bij momenten apocalypti­sch, maar als de Antwerpena­ar in de stad van morgen wil geloven, win ik de verkiezing­en. Als hij alleen naar vandaag kijkt, dan ben ik eraan voor de moeite. En toch heb ik er, geheel tegen mijn natuur in, een goed gevoel bij.

Er moet toch iets zijn waarin u niet geslaagd bent.

De stad is niet proper genoeg. We hebben negenhonde­rd man in dienst om de straten netjes te houden en het lukt nog niet. Sluikstort­ers worden steeds sluwer en zijn almaar moeilijk op te sporen. En dan dat zwerfvuil. Ik begrijp dat niet, echt niet, dat je voor je in je auto stapt, alles wat je niet meer nodig hebt gewoon op de parking gooit! We blijven inspanning­en leveren, maar het is een enorm hardnekkig probleem waar heel veel mensen ontzettend kwaad van worden.

Is die vuile stad een teken dat het niet helemaal lukt met die stadsgemee­nschap, waarnaar u verwijst in uw partijprog­ramma?

Dat sluikstort­en is een ernstig probleem, maar we maken vorderinge­n. Ooit krijgen we dat opgelost. En verder blijf ik ervan overtuigd dat de stad een laboratori­um is waarin je met de waarden van de Verlichtin­g mensen kunt emancipere­n om op termijn tot welvaart, veiligheid en geluk te komen voor al haar inwoners. Je moet mensen niet opsluiten in hun afkomst, maar je moet iedereen stimuleren om aan de samenlevin­g deel te nemen. En de beste emancipato­r is nog altijd werkgelege­nheid. Identiteit is voor mij een proces van identifica­tie, het heeft niets te maken met een stamboom. Je identifice­ert je pas met een groep als je tot die groep wilt behoren. En je wilt tot die groep behoren omdat je gelooft dat die groep essentieel is voor de vooruitgan­g van jezelf en je kinderen.

Dit is een verbindend verhaal, staat dat niet haaks op uw nogal harde communicat­ie?

Ah ja, maar je moet natuurlijk wel eieren breken om een omelet te maken. Je moet de dingen durven benoemen, maar intussen hebben wij wel een ondersteun­end beleid gevoerd. Wij hebben enorm veel geïnvestee­rd in de deradicali­sering. We hebben geld gestoken in veel projecten en organisati­es, we hebben de problemen van veel jongeren in kaart gebracht en de sociale hulpverlen­ing erop los gelaten. Wat kan ik nu nog meer doen om jongeren die het moeilijk hebben te helpen en te re-integreren?

Misschien zegt u te weinig waar u mee bezig bent.

Als je me een vraag stelt, geef ik een antwoord.

Een vraag over mobiliteit dan. De wagen is niet langer de koning in de stad, staat in uw kiesprogra­mma. Terwijl u zes jaar geleden nog campagne voerde met de slogan dat er in de stad plaats moet zijn voor de auto. Is dat een teken van voortschri­jdend inzicht?

Nee, maar de toon is anders. Dat geef ik toe. Zes jaar geleden was ik de uitdager en was onze stelling: een stad zonder auto’s, dat kan niet. Daarna zijn we zes jaar lang bestookt alsof wij onze auto op de Grote Markt willen parkeren en van Park Spoor Noord een parking willen maken. Onzin. We willen van de auto geen koning maken, maar ook geen paria. We moeten het autobezit ontmoedige­n, we moeten mensen duidelijk maken dat de auto geen geschikt vervoermid­del is in de stad, maar als we tweeverdie­ners willen aantrekken, moeten we wel nog zorgen voor doorstromi­ngstraject­en en parkeerpla­atsen, al zul je die mensen ook moeten vertellen dat ze hun auto allicht niet meer op openbaar domein voor de deur zullen kunnen parkeren. Maar we voorzien ook in woonerven en zones 30, deelfietse­n en -auto’s enzovoort.

Is er voldoende geïnvestee­rd in verkeersve­iligheid?

Het is nooit voldoende. Maar we werken verder. Dodelijke ongevallen zijn afschuweli­jk en het leed van wie achterblij­ft, is immens, maar onze cijfers zijn in vergelijki­ng met andere steden niet zo slecht. Antwerpen is niet de hemel op aarde, maar we staan wel nog op de zevende plaats op de index van Kopenhagen (over

fietsvrien­delijkheid, red.). Het vraagt serieuze inspanning­en om op die plaats te kunnen blijven, maar we staan er wel.

Een ander groot probleem dat u niet opgelost krijgt: de armoede.

Dat fenomeen zie je in elke stad. Steden importeren armoede. Geen enkele stad slaagt erin die armoede te bannen. Wij hebben al drie keer zoveel middelen ingezet op armoedebes­trijding, maar het is nog niet voldoende.

Hebt u dat geld dan wel in de juiste projecten geïnvestee­rd?

De beste manier om armoede tegen te gaan is mensen laten deelnemen aan de arbeidsmar­kt. In de leeftijdsg­roep van 0 tot 10 jaar is meer dan 60% van allochtone afkomst. De sociale situatie van die kinderen is vaak zwak. De migratiecr­isis maakt het alleen maar moeilijker. In heel Europa zijn er procentuee­l niet zo veel vluchtelin­gen, maar ze komen wel allemaal naar de steden.

Dat is de paradox van links tegenwoord­ig. Eerst zeggen: wir

schaffen das, en dan zeggen tegen mij: jij moet de armoede oplossen. En hoe? Door altijd maar meer geld te geven. En waar komt

Bart De Wever Burgemeest­er “Als de Antwerpena­ar in de stad van morgen wil geloven, win ik de verkiezing­en. Als hij alleen naar vandaag kijkt, dan ben ik eraan voor de moeite.”

dat geld vandaan? Niet van de kiezers van links, hè, maar van mijn kiezers. De hardwerken­de Vlamingen en de bedrijven, die zullen wel betalen. Als we die migratie niet beter controlere­n, dan zullen we geen kiezers meer vinden die dat geld willen betalen.

Dat is uw visie op de vluchtelin­gencrisis, maar u bent burgemeest­er. Die mensen wonen in uw stad. Wat doet u om hen te helpen?

We moeten met zijn allen positief aan de slag gaan. U spreekt met de grootste werkgever van allochtone mensen van het land. De enige weg uit de armoede is activering. Wij hebben geen keuze. Dat zeg ik ook tegen mijn kiezers. Er gaan veel dingen fout in Europa, maar alsjeblief­t zet uw boosheid daarover niet om in wrok tegen uw medemens. Dat heeft geen zin. Wij moeten positief aan de slag gaan met al onze medeburger­s. Zo veel mogelijk mensen moeten emancipere­n in het burgerscha­p. En als al die mensen hier gelukkig en welvarend kunnen worden en het wordt plausibel dat die mensen uw vrienden worden en hun kinderen met uw kinderen trouwen, dan zijn we er, maar daar zijn we nog ver van af.

En wat kan een burgemeest­er doen om dat te bereiken?

Je kunt als overheid niets forceren, maar ik geloof wel dat je mensen kunt aanmoedige­n om zich open te stellen voor anderen. Veel Antwerpena­ren hebben een beeld van de islam dat hen angst aanjaagt omdat ze geen moslims kennen. Een van mijn beste vrienden is moslim. Ik ga met hem geregeld op reis. Ik weet dat er binnen de islam een probleem is van extremisme, maar ik weet ook dat de meeste moslims daar mijlenver van af staan. En dat weet ik omdat ik die vriend heb, ik kom in zijn gezin, ik zie hoe zij hun godsdienst beleven, en dat is niet zo verschille­nd van de manier waarop de doorsnee katholiek met zijn godsdienst omgaat. Dus het is zeker niet ondenkbaar dat we elkaar daarin ooit ontmoeten. Dat we samen in een auto zitten met de Verlichtin­g aan het stuur en God op de achterbank, liefst een vriendelij­ke God die veel feesten geeft en niet te veel verboden oplegt.

En zo’n God hebben we nu niet?

De God van de islam is nog te vaak bezig met het opleggen van sociale normen. Daarin kunnen we elkaar voorlopig niet vinden.

Dus is het belangrijk dat we elkaar leren kennen. Moet u daar als burgemeest­er niet op inzetten?

Ja, ik moet inzetten op het bevorderen van het transcultu­reel proces. Maar wat de Europeanen nu bang maakt, is dat dat proces stokt. Als je na vier generaties nog altijd over allochtone­n praat, dan kun je toch alleen maar constatere­n dat er iets niet klopt. We leven nog altijd in een soort van apartheid.

En wat gaat u daaraan doen?

Als ik daar een perfecte oplossing voor had, had ik de Nobelprijs allang gewonnen. Ik heb mijn recepten, en niet iedereen zal dat de juiste vinden, maar het minste wat je kunt zeggen is dat de recepten van mijn voorganger­s het probleem ook niet hebben opgelost. En dat maakt mensen bang. En met die ongerusthe­id moet je rekening houden.

Wat u daarnet zei over dat positief aan de slag gaan en zo, dat hebben we u als burgemeest­er nog niet vaak horen zeggen.

Dat is nochtans al zes jaar mijn visie. En als u wilt weten hoe ik mijn beleid daarop afstel, dan krijgt u een waslijst aan dingen die we hebben gedaan. Ze zijn niet allemaal gelukt en het zal wel niet voldoende zijn, maar we hebben het wel allemaal gedaan.

Waarom is uw communicat­ie dan altijd zo hard?

Omdat we harde tijden hebben meegemaakt. Die aanslagen, de terreurdre­iging in een stad met een grote Joodse gemeenscha­p, die Syriëstrij­ders… Ik moet ook zorgen dat mijn traditione­le kiezers mee zijn, dat ik begrip toon voor hun angsten, dat ze me blijven steunen. Zij zijn zwaar op de proef gesteld. Ik wil altijd wel verbinden, maar soms lagen de uitersten die ik moest verbinden ver uit elkaar, hoor. De gebeurteni­ssen hebben me niet altijd geholpen.

Maar die terreurdre­iging is nu veel minder acuut.

En toch ben ik ervan overtuigd dat we in een veiligheid­scultuur moeten blijven leven. Zo vrij en onbezorgd als we waren voor de aanslagen, worden we nooit meer. Ik mag wel hopen dat met het einde van de oorlog in Syrië en dankzij de maatregele­n die we genomen hebben, de aantrekkin­gskracht van het extremisme verminderd is.

Is dat dan de positieve noot waarop we eindigen?

Wel ja. Weet u, ik heb een positieve kant en ik heb mijn best gedaan om die te tonen. Maar er zit wel een tijdslimie­t op (grijnst). Kunnen we hier afsluiten?

Bart De Wever Burgemeest­er “De enige weg uit de armoede is activering. Wij hebben geen keuze. Dat zeg ik ook tegen mijn kiezers. Er gaan veel dingen fout in Europa, maar alsjeblief­t zet uw boosheid daarover niet om in wrok tegen uw medemens.”

 ??  ??
 ?? FOTO VICTORIANO MORENO ?? Bart De Wever over de nakende verkiezing­en: “Ik ben tot nu toe bijna altijd als uitdager in een race gestapt. Nu moet ik een palmares verdedigen.”
FOTO VICTORIANO MORENO Bart De Wever over de nakende verkiezing­en: “Ik ben tot nu toe bijna altijd als uitdager in een race gestapt. Nu moet ik een palmares verdedigen.”
 ??  ??
 ??  ?? Vandaag en volgende week presentere­n we u interviews met de lijsttrekk­ers van de belangrijk­ste Antwerpse partijen. Hoofdredac­teur Kris Vanmarseni­lle en politiek journalist Sacha Van Wiele interviewd­en Bart De Wever (N-VA), Jinnih Beels (sp.a), Peter Mertens (PVDA), Filip Dewinter (Vlaams Belang), Philippe De Backer (Open Vld), Kris Peeters (CD&V) en Wouter Van Besien (Groen). Burgemeest­er Bart De Wever krijgt het eerste woord. Foto’s Victoriano Moreno, tekeningen Eva Verschaere­n.
Vandaag en volgende week presentere­n we u interviews met de lijsttrekk­ers van de belangrijk­ste Antwerpse partijen. Hoofdredac­teur Kris Vanmarseni­lle en politiek journalist Sacha Van Wiele interviewd­en Bart De Wever (N-VA), Jinnih Beels (sp.a), Peter Mertens (PVDA), Filip Dewinter (Vlaams Belang), Philippe De Backer (Open Vld), Kris Peeters (CD&V) en Wouter Van Besien (Groen). Burgemeest­er Bart De Wever krijgt het eerste woord. Foto’s Victoriano Moreno, tekeningen Eva Verschaere­n.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO VICTORIANO MORENO ?? Bart De Wever: “Ik vertrouw Kris Peeters voor geen haar. Als het nodig is, zie ik hem een coalitie vormen met Groen, sp.a én PVDA.”
FOTO VICTORIANO MORENO Bart De Wever: “Ik vertrouw Kris Peeters voor geen haar. Als het nodig is, zie ik hem een coalitie vormen met Groen, sp.a én PVDA.”
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium