Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“In Antwerpen voel je je als fietser een avonturier in het verkeer”
Deense expert in het fietsvriendelijk maken van steden ziet wel veel potentieel in Scheldestad
Hoe doet Antwerpen het tegenover andere steden in Europa op het vlak van fietsvriendelijkheid? Wat kan er beter, hoe kan het beter, en in hoeveel tijd? Mikael Colville-Andersen, die wereldwijd de infrastructuur van steden fietsvriendelijker maakt, kan het weten. Tijdens een lezing die zaterdag werd georganiseerd, liet hij zijn licht schijnen over de Scheldestad.
“Ik voel me niet per se onveilig als ik in Antwerpen fiets. Maar als ik er met mijn kinderen zou fietsen, zou dat een ander verhaal zijn.” Klare taal van Mikael Colville-Andersen. En hij kent iets van fietsvriendelijkheid. Hij is de bedenker van de Copenhagen Index, dé maatstaf voor de fietsvriendelijkheid van een stad.
De Deen, die in hartje van het erg fietsvriendelijke Kopenhagen woont, is gespecialiseerd in stedelijke mobiliteit en planning. In 2009 richtte hij de Copenhagenize Design Company op, een bedrijf dat ondertussen wereldwijd naam en faam kent. Colville-Andersen schuimt alle grote steden af, waar hij stadsbesturen en politici adviseert bij het fietsvriendelijk maken van hun stad.
Zijn Copenhagen Index, die de twintig meest fietsvriendelijke steden ter wereld rangschikt, is een gegeven waar politici maar al te graag naar teruggrijpen. In die index staat Antwerpen momenteel op nummer zeven, net na de Franse stad Bordeaux, en net voor Ljubljana, de Sloveense hoofdstad. 30% van de Antwerpenaren gebruikt de fiets om van punt A naar punt B te geraken.
Honderden mensen konden afgelopen zaterdag in De Studio luisteren naar Colville-Andersens lezing over stedelijke fietsvriendelijkheid. Hij werd er uitgenodigd door de Antwerpse sp.a, in het teken van hun jaarlijkse zomeruniversiteit.
Geen patronen, geen plan
Mikael Colville-Andersen komt geregeld naar de Scheldestad. “Met de fiets voel ik mij hier vaak een avonturier”, zegt hij. “Dat is het grote probleem met Antwerpen, en meteen het grootste verschil met Kopenhagen. Er is geen duidelijke structuur. De fietser wordt tussen de auto’s en het openbaar vervoer gedropt, en moet zijn weg maar proberen te vinden. Er zijn geen patronen, er
Mikael Colville-Andersen
Fietsexpert
is geen plan.
“Kortom: het is niet samenhangend”, vat hij samen. “Het verkeer moet voor iedereen intuïtief zijn. Als je voor het eerst in Kopenhagen fietst, vind je meteen je weg. Maar in Antwerpen moet je gissen.”
Nochtans zou de stad snel en efficiënt een stuk fietsvriendelijker kunnen zijn, als het afhangt van de Deense fietsgoeroe.
“Het probleem zijn die auto’s die hier overal en constant te zien zijn. Auto’s staan 95% van hun leven geparkeerd. Ze dragen in een stad vrijwel niets bij. De Antwerpse fietser wordt tussen de auto’s en haar parkeerplaatsen gewurmd. Maar hoe meer fietsers, hoe moeilijker het is om met de auto’s – én het openbaar vervoer – te kunnen samenleven.
“Dus wat doe je? Je draait het paradigma om en vermindert of verplaatst een van de vervoermiddelen. Dat moet de auto zijn, dat is een no-brainer. Dan heb je plots ruimte.”
Businessmodel
En zo kan Antwerpen stijgen in de Copenhagen Index. “Piece of
cake”, klinkt het. “Want jullie zitten al op 30% fietsers in het verkeer. Het moeilijkste is van 0% naar 5% gaan. Maar van 30% naar 50%, dat is een eitje. Maar dan moeten er wel radicale veranderingen komen. Daar zijn sterke politici voor nodig.”
“De burgemeester van de drukste wijk in Noord-Amerika, in de Canadese stad Montreal, besloot kort en bondig om een nieuwe fietsvriendelijke infrastructuur te bouwen. En het werkte perfect. Zo hoort het. Je moet het gewoon dóén. In het begin zullen mensen altijd klagen. Maar vanaf dat de infrastructuur aangepast is, toon je de bevolking hoe zij zich moeten aanpassen. En dan doen ze dat ook”, zegt ColvilleAndersen.
“Zo werkt het: je verplicht mensen hoe ze zich moeten gedragen. Je vraagt niet of ze het willen doen. Maar je moet eerst een juiste structuur uitbouwen. Daar moet je in investeren. Het is gewoon een businessmodel.”
Speed pedelecs niet op fietspad
Eén ding dat volgens de urban
designer niet op het fietspad thuishoort, zijn de populaire speed pedelecs, snelle e-bikes die tot veertig kilometer per uur kunnen gaan. “De gemiddelde fietssnelheid in een stad is zestien per uur. Als je er een voertuig tussen zit dat zo snel kan gaan als een auto, is dat gewoon dom. Speed pedelecs horen niet op het fietspad. Zij mogen rijden op dat kleine stukje dat overblijft voor auto’s, ergens ver weg.”
“Het aantal auto’s moet verminderen en je moet fietsvriendelijke infrastructuur bouwen. In het begin zullen mensen altijd klagen, maar dan moet je tonen hoe ze zich moeten aanpassen.”