Dít is onze competitie

Een puntje hier, een onverhoopte zege daar. Om uiteindelijk te strijden voor de derde plaats die recht geeft op de… Europa League. Dat is doorgaans het doel van een Belgische club in de Champions League. Sinds het ontstaan van de belangrijkste clubcompetitie ter wereld, 26 jaar geleden, is het voor een Belgische club nog maar twee keer gelukt de groepsfase te overleven: Anderlecht in 2000-2001 en AA Gent in 2015-2016. Laten we in onze honger naar succes vooral focussen op de Europa League. Hier moeten we punten halen voor de Belgische coëfficiënt. Hier kunnen we hopen op groepswinst en een lange(re) rit na Nieuwjaar. Hier treffen we tegenstanders wier budgetten en marktwaarden niet vijf tot tien keer groter zijn dan die van onze clubs. Hier treffen we geen tegenstanders uit landen die stuk voor stuk in de top vijf van de Europese clubranking staan.

Want zeg nu zelf: Genk - Malmö en Spartak Trnava - Anderlecht, daar kan je rekenen op winst. Ondanks de 1 op 9 in de competitie mag paars-wit niet onderuitgaan tegen de landskampioen uit Slovakije. Voor Standard bestaat er vanavond nog wat clementie. De Rouches moeten op bezoek bij het Spaanse Sevilla, van alle Belgische tegenstanders wel de sterkste in deze Europa League.

Waarom is dit allemaal zo belangrijk? Omdat er op het hoogste Europees niveau wordt gewerkt aan een nog groter onderscheid tussen de niveaus op Europees vlak. De Champions League voor de allerbesten, de Europa League voor de middenmoot en een derde internationale competitie voor de kleintjes. Met onze negende plaats op de UEFA-clubranking zijn we nu met recht en reden een Europa League-land. Anderlecht, Genk en Standard worden geacht de punten te verzamelen. Doe het ons niet aan in die derde categorie terecht te komen. Dat verdient de Belgische voetballiefhebber niet.