Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Een stad in de overgang
Rapport van zes jaar stadsbestuur onder burgemeester De Wever
Deze week publiceerde uw krant een rapport over elke schepen en de burgemeester van Antwerpen. In welke mate heeft hij of zij het bestuursakkoord uitgevoerd, was de vraag. We hebben vrijwel uitsluitend goede cijfers uitgedeeld. Het akkoord dat N-VA, Open Vld en CD&V in 2012 hebben afgesloten, werd voor het grootste deel waargemaakt. Maar heeft dit stadsbestuur Antwerpen nu ook echt mooier en beter gemaakt? Een evaluatie van zes jaar Antwerps bestuur onder leiding van burgemeester Bart De Wever.
Enkele pluimen mag dit bestuur alvast op zijn hoed steken. De ploeg heeft een aantal grote dossiers die compleet vastgelopen waren, weer vlot getrokken. Het belangrijkste is natuurlijk Oosterweel. Intendant Alexander D’hooghe heeft daarin de hoofdrol gespeeld, maar het stadsbestuur is een actieve partner gebleken. Daarnaast is de heraanleg van de Gedempte Zuiderdokken van start gegaan, ook al ligt de werf nu weer stil wegens een juridisch dispuut. De Handelsbeurs wordt verbouwd en de Sinksenfoor heeft een nieuwe plek. Andere projecten van het vorige bestuur werden uitgevoerd: de Koningin Elisabethzaal, het Red Star Line Museum, de Noorderlijn en de Scheldekaaien.
Mobiliteit
Vooral die laatste twee maken van de stad één grote werf. Veel terechte kritiek was er op de coördinatie van de werkzaamheden en de communicatie erover. Vooral middenstanders zijn daar de dupe van geworden. En met hen vele Antwerpenaren. De werken waren voor het bestuur de perfecte aanleiding om de modal shift te versnellen. Antwerpenaren én bezoekers aan de stad moesten verleid worden om de auto te laten staan en voor een alternatief te kiezen. Alleen is er op die alternatieven wel wat aan te merken. Alle lof voor de Waterbus, de Velo-stadsfietsen, die nu ook in de districten te gebruiken zijn, en voor de Poppy’s, Scooty’s en andere deelvoertuigen, maar het openbaar vervoer hinkt hopeloos achterop, en ook de fietsinfrastructuur voldoet niet. Het stadsbestuur durft niet de drastische keuzes maken die nodig zijn: bredere fietspaden, conflictvrije kruispunten, fietsstallingen in plaats van parkeerplaatsen… Ook de verkeersveiligheid is een moeilijk punt. De drie dodelijke ongevallen kort na elkaar en de toename van het aantal gewonden onder de zwakke weggebruikers vragen om een meer doorgedreven verkeersveiligheidsbeleid.
Intussen staan alle invalswegen naar de stad vol files. Er zijn grote park-and-rides gepland aan de stadsranden, maar die hadden er eigenlijk al lang moeten zijn. Er wordt gewerkt aan het openbaar vervoer – zopas werd tramlijn 70 van het Eilandje naar de Luchtbal nog in gebruik genomen – maar de Antwerpenaar heeft zich dood geergerd aan de vuile en ongezellige premetrostations en vooral aan de kapotte aankondigingsborden aan de haltes. De Lijn valt natuurlijk niet onder de bevoegdheid van de stad, maar N-VA heeft wel de minister van Mobiliteit én de voorzitter van de raad van bestuur in zijn rangen. Het is onbegrijpelijk dat de grootste stad van Vlaanderen zijn bewoners dan niets beters kan bieden dan dit. Kortom, de modal shift moet veel sneller tot stand komen. Het bestuur heeft te lang vastgehouden aan de plaats van de auto in de stad. Het is tijd voor drastischere maatregelen.
Luchtkwaliteit
In de strijd tegen de luchtvervuiling heeft dit bestuur de lage-emissiezone (LEZ) ingevoerd. Een gedurfde en waardevolle maatregel, die hopelijk wordt uitgebreid naar de districten, maar die uiteraard moet ondersteund worden met meer maatregelen tegen de files op de Ring. De luchtkwaliteit blijft in en rond de stad een groot probleem.
Sociaal beleid
De Wever en zijn team hebben veel kritiek gekregen op hun sociaal beleid. Het stadsbestuur wil het aandeel sociale woningen in Antwerpen absoluut op 10% houden, met lange wachtlijsten tot gevolg. De vraag is of dat vol te houden is. Bovendien kunnen sociale woningen ook een wapen zijn in de strijd tegen de kinderarmoede. Die was onder het vorige bestuur al groot en is onder het huidige nog toegenomen. 30% van de Antwerpse kinderen groeit op in armoede. Links verwijt het stadsbestuur zwaar geschrapt te hebben in het sociaal beleid. Volgens N-VA is er juist méér geïnvesteerd. Het OCMW kan inderdaad beschikken over een ruimer budget, maar de sociale projecten daarnaast krijgen minder geld en zijn afhankelijk van jaarlijkse subsidies, waardoor het moeilijk is om een behoorlijk beleid uit te stippelen. Er zijn ook een paar sterke punten. Antwerpen beantwoordt aan de Barcelona-norm wat kinderopvang betreft, er is een zorghostel voor daklozen met een zware problematische verslaving en de nachtopvang voor daklozen werd uitgebreid. Heel goede cijfers ook voor het onderwijsbeleid. Er is veel infrastructuur bijgekomen en met het op de wijken gerichte project Area 2020 zijn bakens verzet. Een probleem dat De Wever en zijn team niet hebben opgelost is het zwerfvuil en het sluikstorten. Antwerpen blijft een (te) vuile stad, ondanks de dagelijkse inzet van negenhonderd mensen voor huisvuilophaling.
Haven en werk
Intussen groeit en bloeit de Antwerpse haven naar ongekende hoogten. Het nieuwe Havenhuis en de Kieldrechtsluis op de linkeroever zijn de grote nieuwe verwezenlijkingen. Het aantal vacatures stijgt navenant. Jammer genoeg raken die zeer moeilijk ingevuld. De vele (vooral jonge) werklozen vinden hun weg naar de vacatures niet. Al begint zich op dat vlak eindelijk een kentering af te tekenen. De jeugdwerkloosheid is in ieder geval licht gedaald.
Veiligheid
Er is zwaar geïnvesteerd in het veiligheidsbeleid. De Antwerpse politie beschikt over de modernste systemen denkbaar. Het bij aanvang (politiek) omstreden Snelle Respons Team (SRT) is ondertussen een vaste waarde binnen het korps. Ook op het vlak van integriteit en diversiteit hebben De Wever en Muyters extra inspanningen geleverd. Na het pijnlijke rapport van het Comité P over racisme en discriminatie bij de politie, heeft het korps werk gemaakt van een integraal diversiteitsbeleid. Via de eigen rekrutering hoopt de Antwerpse politie meer politiemensen met een migratieachtergrond aan te trekken. De eerste resultaten zijn bemoedigend. Het aantal rekruten met vreemde roots stijgt eindelijk. Over de criminaliteitscijfers kunnen we kort zijn: die zijn spectaculair gedaald, met bijna 30% tijdens deze bestuursperiode. De criminaliteitscijfers dalen bijna overal in het land, maar in Antwerpen is de daling net iets opmerkelijker.
War on drugs
Ondanks alle inspanningen kan die niet echt als geslaagd beschouwd worden. De jacht op de straatdealers heeft de kleinere criminaliteit en de overlast die ermee samenhangt sterk teruggedrongen. Maar het stadsbestuur kondigde in het bestuursakkoord ook aan dat de criminele families ontmanteld zouden worden en dat de geldstromen zouden worden blootgelegd. De internationale drugssmokkel via de haven van Antwerpen is ook problematischer geworden. De Wever is er (pas) na vijf jaar in geslaagd om zijn federale collega’s ervan te overtuigen dat een geïntegreerde aanpak van de drugsmaffia nodig is. Eigenlijk had die aanpak jaren geleden al geïmplementeerd moeten worden.
Stadsgemeenschap
Dat wilde de huidige coalitie in Antwerpen vormen: een gemeenschap op basis van respect. Maar dat gevoel is door het stadsbestuur niet altijd uitgedragen. Uitspraken van de burgemeester en zijn schepenen hebben vaak voor verdeeldheid gezorgd, tussen fietsers en automobilisten en tussen de verschillende gemeenschappen. Hoewel de wachtlijsten voor de lessen Nederlands zijn weggewerkt, de stad almaar meer mensen van allochtone afkomst tewerkstelt, en nieuwe inwoners voorbeeldig worden opgevangen via het Atlasgebouw, hebben veel mensen van buitenlandse origine niet het gevoel erbij te horen. Ook het feit dat het sluikstorten maar niet onder controle geraakt, wijst erop dat er nog werk aan de winkel is op het vlak van gemeenschapsvorming.
“We moeten allemaal samen positief aan de slag”, zei De Wever in het interview met uw krant vorige zaterdag. Jammer genoeg hebben de meeste Antwerpenaren hem dat in de voorbije zes jaren zelden of nooit horen zeggen. Een volgend bestuur kan van die uitspraak maar beter zijn motto maken.