Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Surplacend de dieperik in
Een eindeloos abonnement op de hitlijsten, uitverkochte zalen en volle festivalweiden: sinds Goud, hun doorbraakhit einde 2015, staat er geen maat op het succes van Bazart. Dat meer dan de helft van het debuutalbum Echo tot singles werd herverpakt, hield ze al die tijd onafgebroken op de radio. Dat u dit niet al lang beu bent, is ons een blijvende bron van verbazing. Want zo dicht liggen deze songs vaak bij mekaar, dat de monotonie al snel afstompend werkt. Aan hun tweede album hebben Matthieu Terryn, Simon Nuytten en Oliver Symons langer kunnen werken, maar dat is er nauwelijks aan te horen. Er zit wat meer zwoele soul en r&b in het elektropop-geluid, er zijn een paar gasten die het bereik nog groter kunnen maken. Maar ook Eefje De Visser (in Onder Ons) en Baloji (in Niet te Dichtbij/Côte à côte) moeten zich gewillig inschakelen in een geluid dat zijn doeltreffendheid bewezen heeft. Producer Luke Smith werkte eerder met Depeche Mode en Foals en weet hoe een eigentijds popalbum moet klinken, maar de songs zijn wat ze zijn, de teksten vinden nog altijd geen richting. En de sound van mixer Jasper Maekelberg is vandaag zo dominant aanwezig in de Belgische popmuziek, dat ook daarmee Bazart de oren niet doet spitsen. Zoals het bevriende Oscar & The Wolf voor hen, speelt ook Bazart zo opzichtig op veilig, dat we bij single Grip (Omarm me) al bij de eerste beluistering het gevoel hadden dat we dit nummer al jaren kenden. “Goed zo”, horen we een muziekmarketeer al uitroepen. Terwijl Bazart met 2 vooral bewijst dat je ook surplacend naar de dieperik kunt fietsen.