Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik denk dat ik klaar ben voor een tof praatprogramma”
‘‘De laatste tijd zie ik veel complexloze humor en amusement bij VTM. Daar is niks mis mee. Maar je daar tussen murwen met een atypisch programma is niet evident.’’
Afgelopen dinsdag ook gezien hoe zes BV-kinderen onder leiding van Evi Hanssen een zware tocht maakten met jongeren met een fysieke beperking? Voor de presentatrice betekent het VTM-programma Jong Geweld een kleine comeback na een rustig tv-jaar. “Op termijn wil ik een praatprogramma maken. Het wordt hoog tijd dat een iets oudere vrouw nog eens zoiets mag doen op het scherm.” Chinouk, Hebe, Obi, Len, Tita en Fiel: dat zijn de zes BV-kinderen die in Jong Geweld leeftijdgenoten ontmoeten die met minder goede kaarten aan het pokerspel des levens moesten beginnen. Volgende dinsdag maken ze kennis met jonge mensen in een psychiatrische kliniek. “Misschien waren ze voor die aflevering wel het meest terughoudend”, zegt Evi Hanssen (39). “Begrijpelijk, ze wisten niet goed wat ze moesten verwachten.”
“Door te praten met de jongeren in die kliniek beseften de BV-kinderen dat je soms echt niet te kiezen hebt hoe je leven loopt. Soms groei je op in een moeilijke gezinssituatie, en heeft dat verregaande gevolgen op psychisch vlak. Ik denk dat onze jongeren vooral geleerd hebben dankbaar te zijn voor hoe zij in het leven kunnen staan.”
Je hebt zelf een broer die met psychische problemen kampt. Was de situatie voor jou herkenbaar?
Het is gek om tegen een buitenstaander te zeggen, maar ik voelde me enorm op mijn gemak in die instelling, tussen de patiënten en de hulpverleners. Ik ken die omgeving via mijn broer, maar ik denk dat ik er ook een verwantschap mee voel omdat er geen taboes zijn. De mensen die je er ontmoet, tonen zich van hun meest kwetsbare kant. Het is een miniwereldje met de zwakkeren uit onze maatschappij. Sommige mensen verblijven er lang. Het is de bedoeling dat ze zich na een tijdje toch proberen naar buiten te begeven, maar dat is niet evident. Hoe langer in de
psychiatrie, hoe moeilijker de terugkeer. Het is voor velen een verhaal van vallen en opstaan. Ik denk dat onze maatschappij minder competitief moet worden en mensen meer moet aanvaarden zoals ze zijn. Al zie ik dat niet meteen gebeuren. Anderzijds moet de psychiatrie op een andere manier werken. Ik vind dat patiënten meer voorbereid moeten worden op hun terugkeer in de maatschappij. Momenteel is men zo overbeschermend dat de aansluiting met het normale leven steeds meer wegvalt.
Je bent ook dit jaar ambassadrice van de Rode Neuzen Dag.
Ja, want die actie blijft nodig. Ook tijdens
Jong Geweld merkte ik het weer: als jongeren problemen hebben, gaan ze vaak niet te rade bij hun ouders of vrienden; ze proberen ze zelf op te lossen. Terwijl ik er zeker van ben dat je het probleem deels kunt verhelpen door te babbelen. Daarom ben ik zo blij met de Overkophuizen die zijn opgericht na de vorige Rode Neuzen Dag. Je kan daar altijd binnenlopen, zonder afspraak, zoals in een gewoon jeugdhuis. Er zou zo’n plek in elk dorp moeten komen. Dit jaar willen we ons richten op scholen. Omdat leerlingen en leerkrachten aangeven ondersteuning nodig te hebben.
De BV’s over hun kroost
Had jij als tiener zelf ook behoefte aan een luisterend oor?
Ja, toen ik vijftien was. Misschien had het met mijn broer te maken. Dat weet ik niet meer. Maar ik weet nog dat ik toen het gevoel had alsof mijn ziel opgesloten zat onder een dikke pel. Ik had het geluk op een goede school te zitten, waar sommige leerkrachten je apart namen zodat je je verhaal kon doen. Zo heb ik twee uur mijn hart uitgestort bij een leerkracht. Dat deed zo’n deugd!
Het afgelopen jaar was kalm voor je op tv-vlak. Mijn Pop-Uprestaurant liep in mei 2017 af. Kwamen er geen voorstellen meer?
Toch wel, maar de gesprekken
met de zender draaiden aanvankelijk op niks uit. VTM is natuurlijk een commerciële zender, eentje voor een breed familiepubliek. Ze hebben me vaak genoeg gezegd dat wat ik doe, heel goed is. Ze weten dat ik talent heb. Maar VTM is niet de zender die inhoudelijk plots een heel andere koers gaat varen.
Vorig jaar vertelde je dat je programma’s met meer diepgang wou maken.
Dat klopt. De laatste tijd zie ik veel complexloze humor en amusement bij VTM. Daar is niks mis mee. Maar je daar tussen murwen met een atypisch programma is niet evident. Ik heb de directie laten weten dat ik mijn tijd liever niet wil besteden aan dingen die me niet meer liggen, of waar ik geen voldoening meer uithaal. Dat snapten ze ook.
Mijn rol in Jong Geweld vond ik wél kloppen. Ik was zelf lang een ‘kampmeisje’, in
Expeditie Robinson, 71° Noord en nu voor het reisprogramma 3 op Reis in Nederland. Ik vond het stiekem best grappig om akela
(leider bij de scoutswelpen, red.) te zijn. Tenslotte ben ik ongeveer twintig jaar ouder dan die jongeren. Mocht ik vroeg aan gezinsuitbreiding zijn begonnen, hadden ze mijn kinderen kunnen zijn.
Voelde je je oud in hun gezelschap?
Dat niet. Hebe is achttien, Fiel negentien. Dat zijn al jongvolwassenen. Maar aan kleine dingen merk je toch dat je van een andere generatie bent. Het belang van sociale media bijvoorbeeld (lacht). Het zijn ook mensen die nog geen grote tegenslagen in het leven hebben meegemaakt. Gelukkig maar.
Heeft die drang naar meer inhoud ook te maken met je leeftijd?
Natuurlijk. Maar het is ook logisch als je ziet welk parcours ik heb afgelegd. Mijn eerste echte job bij muziekzender TMF was in 2001. Wie toen geboren werd, is nu bijna meerderjarig. Om maar te zeggen… Eigenlijk kwam die kalmere periode bij VTM goed uit. Ik heb de afgelopen tien jaar keihard gewerkt. Sinds drie, vier jaar reis ik ook op en af naar Nederland voor tv-opdrachten. Ik had er behoefte aan om alles even op een afstand te bekijken. Door selectief te zijn, creëer ik automatisch meer tijd voor mezelf, en kan ik ook mooie avonturen in Nederland aangaan.
Maar met Jong Geweld sprong jij dus een gat in de lucht?
Nou, ik heb niet meteen ja gezegd. Dat doe ik nooit. Zo vroeg ik me af waarom we het programma per se met BV-kinderen moesten maken. We hadden ook met onbekende tieners op kamp kunnen gaan. Maar ik snap dat er iets extra moet zijn, iets dat de kijker triggert. En dat is sneller het geval als er een link is met BV’s. Al is het niet de bedoeling om te laten uitschijnen dat die BV-kinderen het per definitie goed hebben in het leven.
We zijn met gezonde zenuwen aan de opnames begonnen. Je kan wel naar het zeepreventorium of een holebikamp trekken, maar er moet ter plaatse wel iets gebeuren dat interessant genoeg is voor televisie. Er was ook geen bestaand format in het buitenland waarop we ons konden baseren.
Merkte je snel wie de leiding nam en wie zich wat afwachtender opstelde?
Fiel was de actieondernemer van de bende. Hij zette echt z’n schouders onder de opdrachten. Bij Tita was het schoon om zien hoe ze met een open blik naar de wereld kijkt. Obi is beschermend grootgebracht, maar raakte erg geïnteresseerd in de jongeren en hun verhaal. Bij hem kwam die evolutie mooi tot uiting. En Chinouk is een goed voorbeeld van het lieve meisje. In tegenstelling tot haar moeder Dana Winner, die in haar tienerjaren een echte kwajongen was.
Ik vroeg onze jongeren geregeld of ze vrienden zouden kunnen worden met de mensen die ze hadden bezocht. Dan riepen ze meteen ja, maar kwam ook snel de opmerking dat het voor vrienden toch wel zwaar is om elke keer iemand met een handicap mee te nemen op café. Terwijl dat nu net vriendschap is...
Vind jij dat onze jeugd sociaal betrokken is?
Ja, ik denk dat de jeugd op dat vlak goed bezig is. Vooral omdat hun wereld veel groter is geworden via de sociale media en de constante input van nieuws. Je leest en ziet om de haverklap over depressies, mensen met een beperking of holebi’s en transgenders. De jeugd van nu is van veel zaken goed op de hoogte. In mijn tijd moest je de gazet lezen voor nieuws, maar dat deed je niet als je een tiener was. Al kende ik via mijn broer wel de wereld van de psychiatrie. Daarmee ben ik opgegroeid.
Ook een verschil met vroeger: ik zat op een vrij linkse school, en wij waren politiek nogal geëngageerd. Wij demonstreerden zelfs tegen het Vlaams Blok. Ik heb het gevoel dat dat wel flink afgenomen is.
Volgend jaar maak je voor radiozender Joe een nieuw seizoen van Het Heilig Huis van Hanssen, waarin je lange gesprekken voert met BV’s aan je keukentafel. Welke droomgast staat er op je lijstje?
De koning! Maar dat gaat nooit lukken... Voor Rode Neuzen Dag opende ik dit jaar een Overkophuis in Oostende, en koning Albert was daar. Ik stelde me voor als meter van het Overkophuis, waarop Albert prompt zei dat ik een mooie meter was. Johan Vande Lanotte, die als burgemeester naast ons stond, antwoordde daarop dat hij zoiets in het #metoo-tijdperk niet zou durven zeggen. Waarop we alle drie moesten lachen.
Zou je geen tv-versie van Het Heilig Huis van Hanssen willen maken?
Dat format kan zo op het scherm. Ik wil trouwens niet dat het bij dromen blijft. Ik wil op termijn dat soort dingen plannen en uitproberen. Ik denk dat ik klaar ben voor zoiets. En het is hoog tijd dat een niet zo jong iemand, en zeker ook eens een vrouw, weer eens een tof praatprogramma mag maken.
In Nederland denkt men helemaal anders over dat soort zaken. Daar zie je oudere mensen ook nog gewoon showprogramma’s maken. Bij ons heb je Cath Luyten, en dan ben je al bijna rond. Maar kijk eens naar onze noorderburen? Wendy van Dijk, Linda de Mol, Anita Witzier…
Erger je je daaraan?
Ik erger me aan niks. Maar het is spijtig dat men in televisieland nog steeds redeneert dat vrouwen boven de veertig stilaan richting uitgang moeten geloodst worden. Ik wil die horde nemen en het taboe doorbreken.
Over een dikke maand ben je zelf veertig. Ben je er klaar voor?
Het zou raar zijn om plots schrik te hebben. Ik wil graag heel oud en gezond worden. Laat maar komen! Elk jaar dat er bij komt, denk ik: yes, we zijn aan het winnen (lacht).