Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Schilderijen en foto’s om van te smullen
Kunstschilder en fotograaf clashen in Snijders & Rockoxhuis
De eerste expositie in het vernieuwde Snijders & Rockoxhuis vertelt over de culinaire beleving in de zeventiende eeuw en nu. De curatoren van de expo: een hedendaags fotograaf en een zeventiende-eeuwse barokschilder.
ene curator, Frans Snijders, schilderde stillevens in de jaren 1600. De andere, Tony Le Duc, is een culinair fotograaf. Beide hebben gelijkenissen, hoewel er tussen hen een kloof gaapt van vier eeuwen. Ze geven stillevens een eigenzinnige toets.
Wat Snijders betreft: het was ongezien te portretteren wat er op tafel kwam. Hij keerde zich af van de heiligenlevens en zocht inspiratie in de wijntaverne en feestzaal van zijn vader, waar het rijkelijke leven van de tafels droop.
Tony Le Duc was de eerste foodfotograaf die het eten niet braafjes op een bord schikte. Hij interpreteert gerechten, toont ze anders dan anderen en dat doet toch watertanden.
Voor de expositie Cokeryen liet To- ny Le Duc zich natuurlijk inspireren door het werk van Frans Snijders in diens atelier in de Keizerstraat. “En om het onderwerp terug te brengen naar de jaren 1600 heb ik er het
Koocboec van Antonius Magirus uit 1612 bijgenomen. Het is geen receptenboek zoals we dat nu kennen, eerder een opsomming van ingredienten en kooktechnieken. Het schetst de gegoede burgerkeuken van toen.”
Niets tekort
“Het viel me op dat mensen niets tekort kwamen, er was zelfs al steranijs uit China. Voor de tentoonstelling heb ik die ingrediënten niet gewoon gefotografeerd en naast de schilderijen gehangen. Ik liet vijftien Antwerpse chefs een recept van Magirus interpreteren. Met hun ingrediënten heb ik dan een foto gemaakt. Zo gebruikte Jöran De Backer van Sir Anthony Van Dijck kwartel, pistachenoten, gelei van dadels en steranijs om een paté te maken. Die ingrediënten legde ik op verschillende niveaus in een zogenaamde zweeftechniek en fotografeerde ze van bovenuit met een vasDe te lens. Zo ontstaat een heel apart stilleven.”
Johan Segers bereidde Les Trois Volailles du Paradis, een kwartel in een duif in een piepkuiken. Die worden in mekaar gegaard en nog eens bijgevuld met marsepein, zoals vroeger. In het Fornuis van Johan Segers is dit een klassieker. “Het kan gekker: vorige eeuw gaarden ze zelfs een varken in een koe en ze gebruikten rijkelijk vulsels”, vertelt de chef. “Het is goed dat Snijders dat in beeld bracht. Zo hebben we de keuken van toen leren kennen.”
De expositie sluit af met een apart werk in de binnentuin, waar Tony Le Duc de Spaanse hutsepot van Magirus met 35 bestanddelen in beeld brengt. De fotograaf werkte acht uur aan zijn compositie in de frigo van een groothandel. Het resultaat is zo groot als een gevel. Groenten om de hutsepot te bereiden, bloeien onder de foto: kolen, snijbiet, kardoen, appelwortel en artisjok. Smakelijk. JOHAN VAN BAELEN