Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“De enige overeenkom­st? Dat ik weinig kans maak”

Greg Van Avermaet verwacht zondag een nog moeilijker scenario dan op de Spelen waar hij goud pakte

- Van onze redacteur in Innsbruck Bram Vandecapel­le

De batterijen van de afstandsbe­diening op zijn hotelkamer waren plat. Hij moest dus even wachten om de triomftoch­t van Remco Evenepoel te kunnen bekijken. Het is voorlopig het enige stressmome­nt in de WKvoorbere­iding van Greg Van Avermaet (33). Niks moet, alles mag. Net als in Rio koestert hij geen hoge verwachtin­gen. “Dat ik opnieuw heel weinig kans maak, is de enige overeenkom­st. Toen was de kans dat ik won vijf procent. Hier mag je dat nog eens delen door twee.”

Parcours “Rio komt het dichtst in de buurt”

Rio: “De finale was lastig, maar de aanloop niet. Het eerste deel van de wedstrijd was een lange lus langs de stranden, gevolgd door kasseistro­ken en twee rustige klimmetjes. Pas halfweg het parcours ging het richting de lastige zone met drie keer de beklimming van de Vista Chinesa. Die klim was zwaar, maar het voordeel was dat de het steilste stuk in het begin lag. De goeie klimmers durfden nog niet te versnellen vanaf het begin en wachtten tot het minder steil werd. Op die uitloper kon ik de schade beperken. Vanaf de top was het ook nog 25 km tot de finish.”

Innsbruck: “De aanloop is lastig, de finale nog lastiger. De klim naar Igls (7,9 km aan 5,7 procent) moeten we zeven keer over. Lang, maar gelukkig een klim in twee trappen. Halfweg ligt een klein plateau, waar je een beetje kan herstellen. Het is wel het enige positieve dat ik van de verkenning heb onthouden.

De beslissing valt sowieso op de steile slotklim van Gramartbod­en (2,8 km aan 11,5 procent). Vanaf de top is het daar nog maar acht kilometer tot aan de finish. De lengte van de klim zou geen probleem mogen zijn, maar de steiltegra­ad maakt dat het echt

limiet is. Het is een beetje vergelijkb­aar met de klim naar Mende in de Tour. Een inspanning van acht à tien minuten. Als ik aan de voet in het peloton zit, heb ik geen schijn van kans. Ik schat dat ik minstens twintig seconden verlies op de besten, en dan nog zal ik op mijn beste niveau moeten zijn. Het wordt zaak om voor de voet van de klim al een mooie voorsprong te hebben.

Van alle kampioensc­happen die ik al heb gereden, komt het parcours van in Rio nog het dichtst in de buurt van Innsbruck. Ik denk ook aan de Clasica San Sebastian. Ik ben daar altijd wel goed, maar niet goed genoeg om te winnen.”

Rol “Wellens kopman, ik weer vrijbuiter”

Rio: “Op papier mocht zowel Wellens, Gilbert als ik onze kans gaan als vrijbuiter­s. Eigenlijk stond Wellens een beetje hoger in de pikorde, maar hij had toen een heel slechte dag.”

Innsbruck: “Ik heb opnieuw een vrije rol. Mocht ik bondscoach zijn, zou ik zeggen:

Wellens wordt mijn man. Zoals ik hem de voorbije jaren heb zien ontwikkele­n, vind ik dat hij enorme stappen heeft gezet. Hij kan hier echt iets forceren. Teuns en Benoot ook, maar dan moet hun Vuelta helemaal verteerd zijn.”

Tactiek “Kaarten vroeg op tafel”

Rio: “Nederland maakte tempo in het eerste deel, wij volgden in het wiel. Samen met een paar renners van de tweede rij sprong ik nog voor de finale weg. Uiteindeli­jk hebben er maar een paar toppers zoals Alaphilipp­e en Nibali de sprong nog kunnen maken.”

Innsbruck: “Als ploeg moeten we de koers niet dragen. Andere landen hebben meer sterren mee. Het is de tegen onze natuur en die van de bondscoach in, maar we gaan de wedstrijd niet controlere­n. We zullen de kat uit de boom kijken en tegelijk met open vizier koersen. Liefst vanaf kilometer één. Het lijkt mij niet dom om iemand mee te sturen in de vroege vlucht. Heel vroeg beginnen de kaarten op tafel te gooien, lijkt mij onze enige sleutel om deze koers te winnen.

Ik ga anticipere­n. Als ik vroeg genoeg vertrek, denk ik wel dat ik opnieuw een kleine vrijgeleid­e zal krijgen. Ik hoop dat ze zullen denken: waar rijdt die gek naar toe? Het is mijn enige kans.”

Voorbereid­ing “Niet zo mager als toen”

Rio: “Ik kwam toen heel scherp uit de Tour en reed tijdens de twee weken daarna ook nog

“Voor één keer mag het regenen van mij. Dan heb ik meer vrijheid om te anticipere­n.” Greg Van Avermaet

San Sebastian, enkele criteriums – tegen de zin van de bondscoach – en een paar stevige trainingen in de Ardennen.”

Innsbruck: “De supercompe­nsatie van de Tour heb ik nu niet. Ik weet niet hoeveel ik toen woog, want ik sta nooit op de weegschaal. Ik sta niet zo mager als toen. Dan had ik de Vuelta moeten rijden, maar dat was door mijn programma onmogelijk. Ik koers graag, maar kan mij ook heel goed voorbereid­en op training. Ik weet dat heel goed ben als ik in de Ardennen train op de Rosier en de andere hellingen rond Stoumont. Het zijn trainingen met inspanning­en van tien minuten. Niet te vergelijke­n met een col, maar dat heb ik niet nodig. Ik hoef niet naar de Sierra Nevada te trekken om in topvorm te raken. Ik heb genoeg aan de Ardennen.”

Weeromstan­digheden “Voor één keer mag het regenen”

Rio: “Hitte.”

Innsbruck: “Mocht ik kunnen kiezen, ik koerste altijd in temperatur­en van 30 graden. Ik verlies een paar procenten bij regen en koude. Voorlopig hebben we hier overdag nog geen nattigheid gezien, maar voor één keer mag het van mij wel regenen zondag. Als het nat ligt, is de koers moeilijker te controlere­n en sneller uit handen gegeven. Ik

krijg dan meer vrijheid om te anticipere­n.

Groepssfee­r “Ik ben den ouwe van de bende”

Rio: “We waren maar met vijf en logeerden in een villa. Onze buren waren Duitse atleten. We waren in de ban van de olympische sfeer. Iedereen keek zijn ogen uit, we aten met atleten van andere sporten in het olympische dorp. De sfeer was top.”

Innsbruck: “Op de Spelen is deelnemen al een belevenis op zich. Op een WK ook, maar dan drie trappen lager. De sfeer rond een WK is speciaal, maar we logeren met de Belgische ploeg op 80 km van Innsbruck. Voor zondag krijg je niet veel mee van de WK-sfeer. De ambiance in de groep zit goed. Ik merk wel dat ik stilaan den ouwe van de groep ben. Er is een verschil tussen mijn generatie en die van de mannen van de jaren ‘90. Zij kijken anders naar bepaalde zaken, maar dat maakt het interessan­t.

Als wegkapitei­n is het mijn taak om de sfeer in de ploeg te houden. Ik ben niet de persoon die aan tafel niks zegt, maar zeker ook niet diegene die als eerste een mop zal vertellen. Van al die jaren heb ik gemerkt dat plezier maken en genieten van alle momenten, de beste manier is om naar een WK toe te leven.”

 ??  ??
 ?? FOTO BELGA ?? Het is heel duidelijk op de weg geschilder­d: de slotklim op acht kilometer van de finish is loodzwaar met een stijgingsp­ercentage dat tot 28% gaat.
FOTO BELGA Het is heel duidelijk op de weg geschilder­d: de slotklim op acht kilometer van de finish is loodzwaar met een stijgingsp­ercentage dat tot 28% gaat.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium