Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We moeten ons ernstig afvragen: hoe intensief kunnen we jonge renners laten koersen?”
Jimmy Duquennoy is de zoveelste in het rijtje van plotse hartdoden in het peloton: vaak talentvolle wielrenners, vaak twintigers. “Er begint zich een patroon te vormen”, zegt dokter Tom Teulingkx. “We moeten ons ernstig afvragen hoe intensief we jonge renners laten trainen.”
Teulingkx is hoofd van de vereniging voor Sport- en Keuringsartsen,
spreekbuis van Vlaamse erkende keuringsartsen voor sporters en lid van de medische commissie van de Belgische wielerbond. Met de huidige screening, verplicht voor alle wielrenners met een licentie, kan bij ongeveer 80 tot 85 procent hartproblemen worden opgespoord, zegt hij.
“Maar nog altijd glipt een klein percentage door de mazen van het net. We gaan ervan uit dat er in België jaarlijks zo’n dertig, veertig min-35jarigen overlijden na een sportgerelateerde hartstilstand. Onder hen vaak sporters uit start-stopsporten, waar de hartslag vaak varieert, zoals bijvoorbeeld basketbal. Maar bij wielrenners gaan we er steeds meer van uit dat er mogelijk door te zware belasting op het hart van jonge leeftijd een omvorming gebeurt van het hartspierweefsel, met een elektrische kortsluiting tot gevolg.”
Om dat wetenschappelijk hard te maken, zegt hij, is meer onderzoek nodig. Zo loopt het internationaal onderzoek Pro@heart bij verschillende universiteiten, naar de invloed van intensieve sport op het hart. Aan die studie bij talentvolle duursporters deed ook de betreurde Michael Goolaerts mee, die dit jaar het leven liet in Parijs-Roubaix.
“Ook die slachtoffers moeten verder onderzocht kunnen worden om het mechanisme beter te begrijpen. Om dat proces te vergemakkelijken, is een wetsvoorstel in de maak, als onderdeel van het SportCardiaal Actieplan (SCA)”, zegt Teulingkx. “En we moeten ons sowieso ernstig afvragen: hoe intensief kunnen we jonge renners laten koersen? We merken dat de tendens bestaat om het volume, de frequentie en de intensiteit voor jongeren niet alleen in wedstrijden, maar ook in trainingen enorm op te voeren. Wat is de invloed daarvan op de hartspier? We moeten gigantisch voorzichtig zijn met de belasting bij jongeren.”
Vaak subtoppers
Vaak gaat het niet om absolute topwielrenners, maar het niveau er net onder.
Teulingkx: “Misschien omdat zij net minder sterk zijn, misschien omdat zij minder trainingsbelasting aankunnen. Moet die subtop zich meer forceren, moeten ze in de wedstrijd meer werk opknappen, wordt hun hart daardoor meer belast en wat is de invloed van inspanning tijdens ziekte? Ook die vragen moeten we proberen te beantwoorden. Laten we geen paniek zaaien. Er is eerst en vooral meer onderzoek nodig, en het gaat over enkelingen. Maar het zijn stuk voor stuk jonge mensen die plots instorten, dood in de zetel zitten of in hun bed overlijden.”
Frederik Broché, technisch directeur van Belgian Cycling, zit binnenkort samen met dokters en experts.
“Dat debat was al gepland los van het jammerlijke overlijden van Jimmy Duquennoy. Misschien moeten we nog verder gaan in het beschermen van jonge renners, als blijkt dat er bewijs voor is en we dus nog meer preventieve maatregelen kunnen nemen.”
Teulingkx: “Er bestaan meerdaagse rittenwedstrijden waar aspirantjes bijvoorbeeld drie dagen op rij koersen. Bij veel jongerenwedstrijden worden de afstanden langer. We moeten daar met gezond verstand naar kijken: doen we daar niet meer mee kapot dan goed? Indien nodig moeten we terugschroeven. Maar dan nog zoeken veel kinderen en ouders hun toevlucht tot buitenlandse wedstrijden die te intensief zijn.”