Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Van ossenkop tot lange kousen: triatlon is dé speelgoedw­inkel van de topsport

- (md, hjb)

1. De vermogensm­eter

Het zou een quizvraag kunnen zijn: wat zegt de naam Uli Schoberer u? De Duitser is mee verantwoor­delijk voor een van de grootste revoluties in de trainingsl­eer: wielrennen op basis van de vermogensm­eter (of powermeter/ wattagemet­er), die wattages in relatie tot de hartslag weergeeft. In 1986 ontwikkeld­e hij de SRM1 en intussen zijn er tal van merken en toepassing­en op de markt. De triatleten waren er als de kippen bij om het speeltje, dat onomstotel­ijk vaststelt of je vooruitgan­g maakt in je training, in de armen te sluiten. Ook het wielrennen, evenzeer een duursport, ging ermee aan de slag. Vandaag hoort zo'n vermogensm­eter tot de standaardk­it van elke prof, zowel in triatlon als in het wielrennen, en ook van heel wat amateurs.

2. De aerobars

Sinds 1989 weten we dat de Ronde van Frankrijk met amper acht seconden verschil kan worden beslist, toen de Amerikaan Greg LeMond op de afsluitend­e tijdrit 58 seconden sneller vlamde dan geletruidr­ager Laurent Fignon en alsnog won. De Fransman: met wapperende paardensta­art en een normaal fietsstuur. De Amerikaan: met aerodynami­sche helm en een vreemdsoor­tig ossenkopst­uur. Meer bepaald: aerobars, afkomstig uit de triatlon. Ze geven je een veel aerodynami­schere houding, die de luchtweers­tand gevoelig vermindert. Inmiddels perfection­eren windtunnel­tests – zoals die in de Formule 1 – de houding van tijdritspe­cialisten en triatleten nog wat meer, maar in de wereld van de ‘marginal gains’ blijven de aerobars de meest ingrijpend­e veranderin­g.

3. De Qring

Chris Froome is er al langer fan van, in de triatlon is het nog veel meer ingeburger­d dan in het wielerpelo­ton: de

Rotor Qring of O’Symmetric, ofte het ovalen tandwiel. Het zou een voordeel opleveren van enkele watts en gradueel meer naargelang een hogere trapfreque­ntie. In de triatlon zou het ovalen tandwiel ook het verschil verkleinen tussen ‘fietsbenen’ en ‘loopbenen’. “Ik denk, heel eerlijk, dat dit niet het verschil zal maken”, zegt Ben De Wolf, sportief directeur van de grootste triatlonpr­ofploeg ter wereld, BMCVifit Sport. “Ik denk dat atleten voordeel willen halen door te proberen het ‘dode’ moment in de trapbewegi­ng bij een rond tandwiel te overwinnen. Maar vorig jaar reed winnaar Patrik Lange met een gewone Shimano Dura Acecrank en had hij niet echt veel last om zijn goede loopbenen te vinden. (lacht)

Het ovalen tandwiel wordt inderdaad veel meer gebruikt in de triatlon dan in het wielrennen. Dat komt ongetwijfe­ld ook omdat tachtig procent van de koersploeg­en met Shimano rijdt en de Shimano Q Rings niet promoot. Froome is een van de uitzonderi­ngen.”

4. Compressie­kledij

Is er u iets opgevallen aan Eliud Kipchoge, toen die zijn marathonwe­reldrecord liep? Hij droeg compressie­armstukken. Of merkte u iets speciaals aan Paula Radcliffe, nog altijd de wereldreco­rdhoudster op de marathon? Zij liep vaak met lange compressie­kousen. Over de voordelen is de wetenschap­pelijke wereld het niet eens, maar het principe is dat compressie­kledij de bloedsomlo­op stimuleert en zo afvalstoff­en beter afvoert. “Sowieso werd ze al veel vroeger in de triatlon gebruikt dan in de marathon”, zegt Ben De Wolf. “Ook al is het binnen de triatlon op zijn retour. Zo’n vijf jaar geleden droeg zeventig procent van de toptienfin­ishers compressie­kousen, nu misschien nog zo’n twintig procent.”

Zo zweert gewezen Ironmanwer­eldkampioe­n Frederik Van Lierde – nog altijd wereldtop – al jaren bij zulke compressie­kousen. “Sinds 2009 draag ik die, na een kuitblessu­re. Ik heb er een goed gevoel bij, ze helpen de schokken absorberen en krampen en pijn vermindere­n. En als de zon brandt, helpen die witte kousen trouwens ook.”

5. De Stryd

“De nieuwe trend in de triatlon is nu vooral lopen op vermogen met de Stryd, de nieuwe Polar

Vantage”, zegt De Wolf. Voor wie het nu hoort donderen in Keulen: het beeld van Chris Froome die constant op het metertje op zijn fietsstuur zit te kijken – zie de vermogensm­eter – is intussen gemeengoed geworden. Wel, nu kijken triatleten – en intussen ook hardlopers – op hun horloge hoeveel ‘wattage’ ze aan het lopen zijn. De Stryd meet alles op met een sensor die aan de loopschoen bevestigd is, de Polar Vantage doet dat via de pols. De toepassing­en zijn onuitputte­lijk: hartslag, hoogtevers­chillen, paslengte, pasfrequen­tie, hoelang contact met de grond, de versnellin­g van je lichaam in drie richtingen (horizontaa­l, verticaal en zijwaarts, waarbij het – uiteraard van belang is om de verticale en zijwaartse beweging te beperken, omdat dat energie kost die niet bijdraagt aan de voorwaarts­e beweging). Je kunt, kortom, meten hoe ‘zuinig’ en efficiënt je loopt. Of je kiest je tempo in een wedstrijd aan de hand van je vermogen, zodat je voorkomt dat je je opblaast of net nog wat overschot bij de finish hebt. De Wolf: “Van heel wat gadgets kun je je afvragen of ze iets bijdragen aan de verbeterin­g van de prestaties. Dat doen de vermogensm­eters absoluut wel.”

 ??  ?? Veertig jaar lang al werpt triatlon zich op als dé speelgoedw­inkel van de topsport. Geen enkele andere discipline die zo’n testbank is voor andere sporten. Wij plukken vijf snufjes uit de triatlonwi­nkel.
Veertig jaar lang al werpt triatlon zich op als dé speelgoedw­inkel van de topsport. Geen enkele andere discipline die zo’n testbank is voor andere sporten. Wij plukken vijf snufjes uit de triatlonwi­nkel.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium