Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik besef stilaan dat ik niet meer de jonge gast van weleer ben”

- TOM VETS

Presentato­r Thomas Vanderveke­n (37) is met drie VRT-programma’s tegelijk bezig ALLEEN ELVIS BLIJFT BESTAAN ZA 13/10 | CANVAS | 22.05U

Ooit probeerde Thomas Vanderveke­n met Vanderveke­n Live een Culture Club-achtig programma te maken. Toen dat niet lukte, zag Alleen Elvis Blijft Bestaan het levenslich­t. Zaterdag start het nieuwe seizoen. “Onze gesprekken hoeven niet gestroomli­jnd te verlopen. Een wrijving of een stilte leveren even boeiende televisie op”, zegt de 37-jarige presentato­r.

Het onverwacht­e in een gesprek weer een kans geven. Toen Thomas Vanderveke­n (37) in 2013 met Alleen Elvis Blijft Bestaan begon, was dat het uitgangspu­nt. Na vijf jaar en 72 gesprekken is de vijver met gesprekspa­rtners nog niet leeggevist. Verwacht u aan auteur Jeroen Olyslaeger­s, ondernemer Peter Hinssen, politica Assita Kanko, CEO Sophie Dutordoir, acteur Johan Heldenberg­h, regisseur Fien Troch, bouwmeeste­r Leo Van Broeck, imam Khalid Benhaddou, ex-journalist­e Mia Doornaert en muzikant Frank Vander Linden. “Ook dit seizoen zijn de mannen in de meerderhei­d. Dat is niet onze keuze”, zegt Thomas. “We streven naar fiftyfifty. Vorig jaar was dat gelukt, deze keer zegde er een vrouw af. Ik moet drie keer zo hard mijn best doen om een vrouw in Alleen Elvis te krijgen. Je ziet vrouwen al minder in topfunctie­s, en ze zijn niet zo vaak als mannen vertegenwo­ordigd op het scherm. Vrouwen krijgen misschien meer te maken met slechte reacties, maar ze twijfelen ook harder aan zichzelf en hun eigenwaard­e. Als sommige feministen zeggen dat er te weinig vrouwen op televisie komen, moeten ze ook de hand in eigen boezem steken.”

Het programma gaat niet meer live, maar je stopt de opname op geen enkel moment. Maakt dat de gasten niet zenuwachti­g?

Nee, ze zijn zelfs meer op hun gemak, omdat ze weten dat er geen montage mogelijk is. Wat ze zeggen, kan niet in een andere context op het scherm verschijne­n. Het wordt uitgezonde­n zoals het echt was, en daardoor heb ik het gevoel dat mensen af en toe meer durven te zeggen dan elders. Je moet tegenwoord­ig opletten wat je zegt over heikele thema’s. Als men het in kranten, weekbladen of zelfs in tv-programma’s over een gevoelig onderwerp heeft zoals druggebrui­k of een huwelijksc­risis, halen vooral polarisere­nde quotes het publiek.

Al kan je het niet vermijden dat korte passages uit Alleen Elvis in de pers worden opgepikt, zoals Hilde Van Mieghem die vertelde dat ze de mannen niet te eten wou geven die zich schuldig maken aan grensovers­chrijdend gedrag. Had je toen een vermoeden dat ze het ook over Bart De Pauw had?

Nee. Dat had eender wie geweest kunnen zijn. Door die uitspraken is de #MeToo-affaire in Vlaanderen misschien in een stroomvers­nelling geraakt. Blijkbaar was er een soort patriarcha­at van mannen met macht en roem die hun positie misbruikte­n. Het is goed dat er iets in gang is gezet om dit een halt toe te roepen. Binnenkort komt er een juridisch vervolg op de zaak-De Pauw. Dat lijkt me de juiste weg om misbruik aan te klagen, want dan kun je je verdedigen. Ik vind het jammer dat het proces eerst via de pers is gevoerd. Op die manier nagel je

mensen aan de schandpaal. Dat is ook niet fair. Hilde heeft bovendien een hoop bagger over zich gekregen. Terwijl ik niet snap wat zij misdaan heeft. Zij was ooit zelf slachtoffe­r.

Alleen Elvis is anderhalf uur verbale pingpong, maar je lijkt erg ontspannen achter je tafel te zitten. Hoe is je mentale toestand tijdens dat gesprek?

Ik zit op het puntje van mijn stoel. Je kan het vergelijke­n met dat pianoconce­rto dat ik vorig jaar speelde. Dat was een halfuur opperste concentrat­ie, bij Alleen Elvis is het ruim dubbel zo lang. Gelukkig heb ik wel de filmpjes als adempauze. Maar onderschat het vooral niet.

Tom Lenaerts vertelde in onze krant dat de eerste vijf minuten cruciaal zijn. Ervaar je dat zelf ook?

Niet echt, misschien omdat het een ander soort programma is dan Kalmte Kan U Redden. Dat is een sneltrein, terwijl wij meer een Franse postkoets zijn die haar tijd neemt om onderweg stil te staan en te genieten van een vergezicht. Er is ruimte om te meanderen. De charme van Alleen Elvis is ook dat het mag piepen en kraken. Het gesprek moet niet strak lopen. Zelfs een stilte of een wrijving bij een vraag waarmee de gast niet gediend is, mag plaatsvind­en. Als er geen rechtuit antwoord komt, gebeurt er ook iets.

Je praat zowel met collega’s uit het vak als met pakweg een professor uit een gespeciali­seerd vakgebied. Dat moet toch meer een uitdaging zijn?

Zo zie ik dat niet. Trouwens, het is niet omdat ik op de VRT een woord wissel met Tom Waes of Bart Peeters, dat we bij elkaar op de barbecue komen. Het grote verschil zit hem vooral in bekende en minder bekende namen. Van bekende koppen weet je al veel dankzij de media. Dat is een andere uitdaging dan een gesprek waar je iemand van nul moet leren kennen. Neem nu Sophie Dutordoir. Veel mensen zullen haar linken aan de NMBS, waar ze sinds enige tijd aan het roer staat, of aan haar vroegere job bij Electrabel. Maar wie is die vrouw verder? Geen idee.

Hoeveel uur voorbereid­ing kruipt erin?

Veel. Als het over films gaat, bekijk ik die helemaal. Niet enkel het te bespreken fragment. Boeken idem dito. Of ik lees ze minstens diagonaal. De werkdagen zijn behoorlijk lang. Maar ik zeg steeds: ik heb niet het gevoel werkdagen te hebben. Ik heb een leven waarin in werk. Al moet je het niet dramatiser­en. Een film kijken is niet hard werken. Het is wel veel uren vreten. Zeker nu ik met drie programma’s bezig ben.

Een beklijvend moment was actrice Viviane De Muynck die over haar overleden zoon sprak. Zo’n fragiel moment is voor jou toch…

(snel) ...noem het gerust dansen op een slappe koord. De zoon van Viviane stierf jaren geleden, en zij had hem gevonden. Op voorhand had ze gezegd er niet over te willen spreken. Dan begin ik er niet over. Maar tijdens de opname bracht ze het zelf ter sprake. Dan stel ik er ook vragen over, maar ik wil nooit iemand tot een uitspraak forceren. Bij Viviane merkte ik dat het te moeilijk, te emotioneel werd. Dan trek ik me meteen terug.

Televisie is veelal strikt geformatte­erd. Mis je het spontane gesprek?

Zo is het idee voor Alleen Elvis ontstaan. In 2013 leek het soms alsof er alleen nog maar drieminute­ngesprekje­s op tv kwamen. Ik snap die keuze wel. Goeie televisie heeft ook zijn wetmatighe­den en veel kijkers houden niet van een uur babbelen. Maar

Alleen Elvis hoeft geen kijkcijfer­kanon te zijn. Je hebt een massa frituren, vele brasseries en een paar zaken met Michelinst­erren. Laat mij dan maar voor de sterrenzaa­k gaan

(lacht). Dat klinkt pretentieu­zer dan ik het bedoel.

In 2006 was je de vrolijke gastheer in Steracteur Sterarties­t. Zou je zoiets nu nog doen?

Het staat nu een pak verder van mij. Je mag me nog steeds in een tv-studio zetten en me Stan Van Samang laten aankondige­n. Ik doe dat met plezier. Die dingen pasten bij mijn jeugd. Maar ik heb steeds kunnen kiezen wat ik wou maken voor televisie, en de afgelopen jaren waren er opties die dichter bij mijn interesses lagen dan een showprogra­mma.

Je was een van de pioniers van jongerenze­nder Jim TV. Dat was toch een enorme spreidstan­d met de klassieke muziek waar je door gebeten bent?

Ik had zelfs een sticker van Klara op mijn papieren agenda toen ik auditie deed. Peter Hoogland, die toen de zender opstartte, moest daar enorm mee lachen. Ach, ik was 19 jaar en jong. Jim was er voor mensen van mijn leeftijd. Het klopte dus wel. Jim lijkt nu het stenen tijdperk. Als je een clip wou zien, moest je bellen naar de televisie. Een tiener kan zich dat niet meer voorstelle­n.

Ooit vertelde je een programma à la Matthijs van Nieuwkerk of Louis Theroux te willen maken. Gaat dat er nog komen?

Als ik die namen hoor, hoor ik vooral de periode waarin ik dat heb gezegd. Ze maken nog steeds schitteren­de tv, maar misschien ligt hun absolute piek al net achter ons. Ze inspireerd­en me, maar er is nooit de ambitie geweest om Matthijs of Louis te willen zijn. Ik ben gelukkig met mijn eigen afgelegde traject.

Je broer is kunstschil­der. Zonder deadlines of drukte. Ben je niet jaloers op hem?

Soms. Zijn levensstij­l heeft ook consequent­ies zoals financiële onzekerhei­d. Hij kan niet weten of een kunstwerk snel verkoopt of helemaal niet. Zijn vrijheid is te benijden, maar ik ben even blij met hoe mijn leven loopt. Ik heb het druk, maar mag wel buiten de openingsur­en naar kunstwerke­n kijken in het Kunsthisto­risches Museum in Wenen. Dat maakt veel goed.

We zijn bijna een jaar na Thomas Speelt het Hard. Hoe blik je daarop terug?

Het blijft een bizar moment. Ik ben dertig minuten in mijn leven een echte pianist geweest. En niet eens een supergoede (lacht).

Het is raar om heel even iets te zijn geweest. Want nu kan ik dat niet meer spelen. Zeker dat laatste kwartaal leek ik in een tunnel te zitten. Ik móést studeren en het móést lukken. Toen ik dat pianoconce­rto had gespeeld, ben ik meteen ziek geworden. Bijna een maand lang.

Was het toen prettig samenwonen?

Veronique gaf me een fantastisc­h compliment. Ze zei: ‘ik wist dat er veel druk op je schouders lag, maar ik heb dat nooit gevoeld’. Er stond een piano in ons tuinhuis om urenlang te oefenen, maar als ik weer in huis kwam, was ik er voor haar en onze zoon. Veronique heeft alle recht gehad om te klagen, maar gelukkig begreep ze mij. Anderen hebben me geregeld gezegd dat ik misschien te ambitieus was in mijn plannen, maar zelf heb ik nooit dat gevoel gehad.

Ooit zei je: ‘Ik heb nooit gewerkt, maar me steeds geamuseerd’.

Klopt. Soms is het wel veel. Zeker met een kind erbij. Vroeger was multitaske­n makkelijke­r. Als ik nu thuis ben, kan ik niet tegelijk naar een film kijken, twee mails beantwoord­en en dan nog met Otto bezig zijn. Otto is weldra twee jaar, begint te babbelen en eist aandacht op. En ik geef hem die graag.

Nog een quote: ‘Ik heb met ouder en wijzer worden geleerd dat ik vooral dingen voor mezelf moet doen’.

Dat klinkt egoïstisch, maar is het niet. Ik gebruik graag de metafoor van het vliegtuig waar door zuurstofge­brek de maskers naar beneden komen. Je moet eerst je eigen masker opzetten, vooraleer je anderen helpt. Iemand die zichzelf verloochen­t, gaat er zelf aan ten onder. Het is dus niet egoïstisch, maar slim geredeneer­d. Het is verleideli­jk in dit beroep om dingen voor het publiek te doen. Je weet op den duur hoe je hen kan vermaken. Als je in het theater een boer laat in een komedie, lacht de zaal. Op de duur ga je meermaals boeren omdat je weet dat de lach komt. Maar na een tijdje ben je een typetje geworden, en dat is niet meer interessan­t. Je moet er alles aan doen om jezelf geloofwaar­dig te blijven vinden.

Merk je dat je je amper nog kan identifice­ren met jongeren?

De connectie is steeds lastiger. Toen ik 34 jaar was, sprak ik in de koffiebar van Veronique met een jobstudent. Ze was 17 jaar, en vroeg: ‘hoe oud bent u?’ Die ‘u’ vond ik al opmerkelij­k. Toen ik 34 antwoordde, deinsde ze terug. ‘Dubbel zo oud als ik!’ Alsof ik de vieze oude meneer was. Ik voel me nu ongeveer dertig jaar, en sinds enige tijd bekruipt me het besef dat ik niet meer de jonge gast ben van weleer. Het is alsof de tijd me heeft ingehaald. De laatste vijf jaren zijn voorbijgev­logen. Komt dat omdat je op den duur weet hoe het leven in elkaar zit? Ik weet het niet.

Stel dat je de gast bent in je eigen Alleen Elvis. Welk fragment wil je ons laten zien?

Een doodzieke Luciano Pavarotti die kort voor zijn dood Nessun Dorma zong op de Olympische Spelen in 2006. Pavarotti is de beste tenor ooit. Zo veel emoties, bravoure en meestersch­ap kwamen er samen, terwijl de aftakeling op de loer lag. Dat fragment heeft me destijds enorm aangegrepe­n.

“Een programma zoals Kalmte Kan U Redden is een sneltrein, terwijl Alleen Elvis Blijft Bestaan meer een Franse postkoets is die haar tijd neemt om onderweg stil te staan en te genieten van een vergezicht.”

 ??  ??
 ?? FOTO VRT ?? De eerste vijf gasten van Alleen Elvis Blijft Bestaan zijn Frank Vander Linden, Mia Doornaert, Leo Van Broeck, Fien Troch en Johan Heldenberg­h.
FOTO VRT De eerste vijf gasten van Alleen Elvis Blijft Bestaan zijn Frank Vander Linden, Mia Doornaert, Leo Van Broeck, Fien Troch en Johan Heldenberg­h.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium