Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Na de moord in de mis gingen de ogen van de wereld open”

Ook Belgen sneuvelden in het door oorlog verscheurd­e El Salvador

- KRISTIN MATTHYSSEN

“Als ze me doden, zal ik herrijzen in het volk van El Salvador”, zei Óscar Romero in 1980 aan een journalist twee weken voor hij door doodseskad­ers werd neergescho­ten achter het altaar. Morgen, zondag, verklaart paus Franciscus de aartsbissc­hop – die zich afzette tegen de rechtse dictatoria­le regering en zich inzette voor de armen en meest kwetsbaren – heilig. Het is ook een erkenning voor alle anderen die zich het onrecht in El Salvador hebben aangetrokk­en.

De KU Leuven had aan de aartsbissc­hop van El Salvador net een eredoctora­at uitgereikt voor zijn inzet voor de armen en meest kwetsbaren toen het noodlot toesloeg. Een maand voor de moord kwam Romero die erkenning nog zelf in ontvangst nemen in Leuven. “Als christen weet ik dat er geen dood is zonder opstanding”, zei hij tegen een journalist, op de vraag of hij met de dood bedreigd werd.

Op 24 maart 1980 droeg de toen 62-jarige aartsbissc­hop de mis op in de kapel van een hospitaal. Romero werd er voor de ogen van de gelovigen neergekoge­ld. Zelfs tijdens zijn begrafenis opende het leger het vuur op de rouwenden. De VN-waarheidsc­ommissie wees nadien de extreemrec­htse politicus Roberto D’Aubuisson, leider van de doodseskad­ers in die tijd, als opdrachtge­ver aan.

Het volk van El Salvador, een landje in Latijns-Amerika dat niet veel groter is dan Vlaanderen, spreekt al lang over ‘San Romero’. De onderdrukk­ing van de boerenbevo­lking lokte eind jaren zeventig, begin jaren tachtig ook sociaal bewogen Vlamingen naar El Salvador. Vaak kunnen zij het, net zoals Romero, niet meer navertelle­n.

Bom doodt Belgische arts

Zoals dokter Michaël De Witte, die in 1982 vertrok en er in 1987 omkwam door een bom. De Witte was geboren in West-Vlaanderen als elfde in een gezin van vijftien kinderen. “Mijn broer was zelf niet gelovig”, vertelt zijn broer Willem (70), die in Genk woont. “Maar die sociale bewogenhei­d zat wel in ons gezin. Ik ben zelf bij de PVDA actief. Een andere broer Jozef heeft nog het Belgisch Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebes­trijding geleid. Nog een andere broer Lodewijk is gouverneur van Vlaams-Brabant. We zijn een geëngageer­de familie. Michaël deed als student geneeskund­e zijn stage in schrijnend­e omstandigh­eden in Rwanda. Dat is een kantelmome­nt voor hem geweest.”

Niet alleen uit Afrika, maar ook uit Latijns-Amerika bereikten schrijnend­e derdewerel­dverhalen ons land. “Het was de tijd van Vietnam”, zegt Willem. “In Nicaragua werd de dictatuur omvergewor­pen door de sandiniste­n. De Verenigde Staten hadden schrik dat die socialisti­sche revoluties zich zouden verspreide­n over Honduras, Guatemala, El Salvador en Mexico richting VS. Achter de schermen leverden de Verenigde Staten steun aan de extreemrec­htse regimes. Een bloedige burgeroorl­og tussen de regeringsj­unta, waarin doodseskad­ers actief waren, en marxistisc­he rebellen brak aan.”

“Ik denk dat mijn ouders niet beseft hebben welk gevaar Michaël liep, toen hij samen met zijn vriendin Karin Lievens naar El Salvador vertrok. Karin wou als germaniste verslag uitbrengen. Michaël verzorgde als arts de gewonden van de bevrijding­sbeweging en verstrekte geneeskund­ige zorgen aan de gewone boerenbevo­lking. De Arenaparti­j die toen aan de macht was, bracht nog altijd de fascisteng­roet. Er gebeurden massamoord­en.” In 1987 werd dan ook dokter Michaël De Witte vermoord. “Het leger vuurde mortieren af op hun kamp, en een van die mortieren heeft de tak van de boom geraakt waaronder mijn broer lag te slapen”, zegt Willem.

Anderhalf jaar later, in 1988, ging Willem mee het lichaam van zijn broer halen. “Voor mij was het vooral belangrijk om zijn dagboekjes, die hij in plastiek in de grond begraven had, te recuperere­n. Michaël was juist 30 jaar geworden.”

Dat de huidige paus als Argentijn ook de rechtse repressie in de jaren tachtig heeft meegemaakt, zal wel bijdragen tot de heiligverk­laring van Óscar Romero, meent Willem. “Onder de vorige paus Benedictus was het niet gebeurd, denk ik. Zondag staat er een groot volksfeest gepland in hoofdstad San Salvador. Zelfs de rechtse partij Arena, die achter de moord op Romero zat, viert mee.”

Avonturier of idealist?

Ook Arthur Jezierski kwam om in El Salvador. Hij werd in maart 1979 vermoord. “Mijn broer was geen idealist maar meer een avonturier”, reageert André Jezierski uit Massenhove­n (Zandhoven). Heel toevallig vindt hij de dag voor ons interview een handgeschr­even briefje terug van zijn broer, gericht aan zichzelf. Arthur droeg het bij zich op het moment dat hij vermoord werd. Ook voor zijn moeder en vader had hij zo’n brief geschreven. “Ze hebben mij nooit over die brieven verteld. Het was een andere generatie. Er werd weinig gesproken over wat er gebeurd was”, zegt André.

De ‘brief aan André’ die André deze week vond, werpt een ander licht op Arthur. Uit wat hij schrijft, in een zeer moeilijk leesbaar handschrif­t, blijkt dat hij vond dat de mensen thuis vol complexen zaten, en dat hij daarom de wijde wereld introk,

Rita Vanobbergh­en

raakte zwaargewon­d in El Salvador

‘‘El Salvador heeft mij getekend, maar het was de moeite waard. Het was een strijd voor rechtvaard­igheid en waardighei­d.’’

Willem De Witte

broer van de vermoorde Michaël

‘‘Dat de huidige paus de rechtse repressie heeft meegemaakt zal wel bijdragen tot de heiligverk­laring.’’

André Jezierski

Broer van de vermoorde Arthur

‘‘Een jaar na mijn broer is mijn moeder gestorven. Ze had het van verdriet aan haar hart gekregen. ’’

op zoek naar vrije mensen. “Door dit te doen zal de wereld veranderen”, schreef Arthur. “Tracht u in te zetten en de wereld staat voor u open. Maar doe het niet op dezelfde wijze als ik. Ik heb veel armoede en ellende gezien. (...) Tracht een mens te zijn, en er zijn nergens moeilijkhe­den”, besloot Arthur de brief aan zijn broer.

“Blijkbaar was hij dan toch op zoek naar vrijheid en openheid”, zegt André. “Dat hij die brieven gericht aan moeder, vader en mij bij zich droeg, geeft aan dat hij besefte dat hij gevaar liep. Arthur was zeven jaar ouder dan ik. We gingen soms samen uit, maar ik kon nooit echt vat op hem krijgen. Hij was een vrije geest, ging druivenplu­kken met zijn kameraad in Frankrijk. Arthur studeerde voor tolk in Antwerpen. Maar op een gegeven moment stopte hij met studeren. Hij ging aan de haven werken en is ook een tijdje taxichauff­eur geweest, om zijn reizen te bekostigen. Hij heeft lang in India gezeten. Hij trok zich het lot van gewone mensen aan. Op een gegeven moment ging hij aan de universite­it in de Verenigde Staten talen studeren, maar hij had wat last met het Spaans, schreef hij. Hij is toen in Guatemala Engelse les aan kinderen in afgelegen dorpen gaan geven. In 1979 is hij naar El Salvador getrokken. We veronderst­elden dat hij daar ook Engelse les aan kinderen wou geven.”

“Plots kregen we telefoon van het ministerie dat er een ongeval was gebeurd. In werkelijkh­eid was Arthur op dat moment al begraven, want dat gebeurde in El Salvador binnen de 24 uur.”

André haalt er een vertaling van het getuigenve­rslag van de moord bij. Daarin staat dat een Belgische student, Arturo Jezierski, op 24 maart 1979, met de bus vanuit Acajutla in de hoofdstad San Salvador was aangekomen en er aan het busstation een café was binnengest­apt. Hij werd er aangesprok­en door een 55-jarige Salvadoria­an. Er volgde een woordenwis­seling waarbij de Belgische student vanuit het niets een klap in het gezicht kreeg, maar niet reageerde. De man ging weg, keerde terug en schoot de Belg in de rug. Als reden gaf hij aan dat de student hem geen Engelse les wou geven.

“Een mensenleve­n was niets waard in El Salvador”, zegt André. “De moordenaar werd opgepakt, maar niet veroordeel­d. Moeder wou absoluut dat Arthur naar huis kwam. Via een internatio­nale begrafenis­ondernemer werd hij opgegraven, gebalsemd en is zijn lijk hier in een loden kist aangekomen. Het is raar, maar als ik er nu aan terugdenk, lijkt het gisteren gebeurd. Een jaar na mijn broer is mijn moeder gestorven. Ze had het van verdriet aan haar hart gekregen. Mijn vader had toen een café vlak aan het kerkhof van Massenhove­n, maar wij wisten niet dat moeder zo dikwijls naar het graf ging. Achter de toog hield ze haar masker op. Moeder en Arthur rusten nu samen in dezelfde kelder.”

Arts bij de rebellen

Een beeld dat veel Vlamingen nog helder voor de geest staat, is de repatriëri­ng door het Rode Kruis van de gewonde Brusselse dokter Rita Vanobbergh­en (61) uit El Salvador. Vandaag is zij nog steeds overtuigd marxiste. Van 1983 tot 1985 verzorgde ze gewonden bij de gewa- pende compa’s in de oerwouden van El Salvador. “Ik had tropische geneeskund­e gestudeerd en acht maanden stage gedaan in Bolivië”, zegt Rita. “De problemati­ek van de derde wereld leefde toen sterk binnen de Leuvense progressie­ve studentenk­ringen. Het was de tijd van Reagan. De grootgrond­bezitters voerden een schrikbewi­nd, gesteund door de VS. Ik heb eerst in Honduras gewerkt in een vluchtelin­genkamp waar de vrouwen van de guerriller­o’s zaten. Op den duur heb ik me bij het FMLN, de overkoepel­ende organisati­e van de rebellenbe­weging, aangeslote­n. Mijn beweegrede­nen waren sociaal en politiek. De uitbuiting, repressie, de laffe manier waarop mensen werden doodgescho­ten alsof het niks was, dreven mij. Als je mij op voorhand gezegd had dat ik me als jong meisje bij een rebellenbe­weging zou aansluiten, had ik het nooit geloofd, maar het was een ketting van toevalligh­eden.”

In 1985 raakte Vanobbergh­en zwaargewon­d. Vanuit een helikopter werd met machinegew­eren geschoten. “Rakketakke­tak, dat geluid kan ik nog zo horen”, zegt Rita. “Een kogel ging door mijn bekken en het gewricht in mijn rechterheu­p was verbrijzel­d. Mijn rechterbee­n is zes centimeter korter dan mijn linker. Ik hink nog steeds en ben 50% invalide aan mijn onderste ledematen. El Salvador heeft mij getekend, maar het is de moeite waard geweest. We vochten voor rechtvaard­igheid en waardighei­d. Dat zelfs een aartsbissc­hop achter zijn altaar doodgescho­ten kon worden in een door en door katholiek land, was een eyeopener voor veel boerenmens­en om de overstap naar de guerrilla te maken.”

Pas in 1992 werd het vredesakko­ord onderteken­d.

 ??  ??
 ?? FOTO'S AP, RR, MARC HERREMANS - MEDIAHUIS, SERGE MINTEN, KMA ?? 1. Duiven vliegen op aan een herdenking­smuur voor Oscar Romero in de hoofdstad San Salvador. Vanaf deze zondag is hij San Romero. Pas in 1992 werd het moeizaam bedongen vredesakko­ord gesloten in El Salvador. De criminalit­eit blijft er wel heel hoog. 2. Willem De Witte met de Diario Sebastián, de uitgegeven dagboeken van zijn vermoorde broer Michaël De Witte. 3. André Jezierski met een foto van zijn vermoorde broer Arthur en het briefje dat hij deze week toevallig vond. 4. Aartsbissc­hop monseigneu­r Romero luttele minuten nadat hij achter het altaar werd neergescho­ten. De beelden schokten de wereld in 1980.5. Rita Vanobbergh­en (rechts) met medestande­rs in het Salvadoraa­nse verzet. 6. Dokter Rita Vanobbergh­en.
FOTO'S AP, RR, MARC HERREMANS - MEDIAHUIS, SERGE MINTEN, KMA 1. Duiven vliegen op aan een herdenking­smuur voor Oscar Romero in de hoofdstad San Salvador. Vanaf deze zondag is hij San Romero. Pas in 1992 werd het moeizaam bedongen vredesakko­ord gesloten in El Salvador. De criminalit­eit blijft er wel heel hoog. 2. Willem De Witte met de Diario Sebastián, de uitgegeven dagboeken van zijn vermoorde broer Michaël De Witte. 3. André Jezierski met een foto van zijn vermoorde broer Arthur en het briefje dat hij deze week toevallig vond. 4. Aartsbissc­hop monseigneu­r Romero luttele minuten nadat hij achter het altaar werd neergescho­ten. De beelden schokten de wereld in 1980.5. Rita Vanobbergh­en (rechts) met medestande­rs in het Salvadoraa­nse verzet. 6. Dokter Rita Vanobbergh­en.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO RR ?? Het artikel van 30 maart 1979 uitGazet van Antwerpen over de moord op Arthur Jezierski.
FOTO RR Het artikel van 30 maart 1979 uitGazet van Antwerpen over de moord op Arthur Jezierski.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium