Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“De vorm is nog veel beter dan andere jaren”
Jeroen Vercammen (26) hoopt zich dit seizoen nog één keer te tonen
Jeroen Vercammen beleeft zijn beste seizoen in jaren. De 26-jarige renner van Steeds Vooraan Kontich wist voor het eerst in zijn carrière een overwinning te pakken. Het was trouwens meteen dubbel raak met zeges in Sinaai en Érezée. In Boom hoopt hij zondag zijn hattrick te kunnen voltooien.
“De vorm zit in elk geval nog goed”, zegt Vercammen. “De voorbije jaren was het beste er op dit moment van het seizoen altijd al af. Maar om mijn supporters te plezieren, startte ik meestal wel in Boom. Al werd dat meestal niet meteen een succesverhaal.” Beter dan een achttiende plaats deed Vercammen het dan ook niet in Boom. “Al had dat zeker niet alleen te maken met een gebrek aan vorm. Maar terwijl er bij mij het beste meestal al af was, stonden er vaak nog heel wat gemotiveerde renners aan de start. Dan wordt het sowieso moeilijk. Komt daarbij dat mijn doelen de voorbije jaren eerder eind augustus, begin september lagen. Eens die periode voorbij was, modderde ik wat aan. Ik kon niet meer de moed op brengen om er nog voluit voor te gaan. En dat bekoop je dan natuurlijk cash in koers.”
Toch heeft de 26-jarige Vercammen er goede hoop in dat het zondag in Boom anders wordt.
“Dit jaar heb ik het allemaal toch iets anders aangepakt. Begin september had ik nog de motivatie om extra trainingsarbeid te verrichten. Het maakt dat ik toch nog over een degelijke vorm beschik. Dat gevoel werd vorige zondag bevestigd in Porcheresse, waar ik uiteindelijk tweede werd en alleen voor nationaal kampioen Rutger Wouters het hoofd moest buigen.”
Twintig keer over de Bosstraat
En dus komt Vercammen voor het eerst in jaren ook met serieuze ambitieus aan de start in Boom. “Het parcours zou licht gewijzigd zijn. We moeten nu twintig keer over de Bosstraat, een helling die op zich niet al te zwaar is, maar na twintig beklimmingen zal die toch wel in de kleren kruipen. En de top van dat klimmetje ligt nu ook dichter bij de finish. Dat opent perspectieven. Als ik met de goede vlucht kan meeglippen, moet een topvijfplaats zeker mogelijk zijn. En wie wat er met een beetje geluk nog allemaal bij kan komen. Al zal dan echt wel alles moeten meevallen.”