Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Nooit gedacht dat ik ooit een dood dier in mijn armen zou houden”
Inneke behoort tot de 3% vrouwelijke jagers in Vlaanderen
“Op mijn werk schrokken ze dat ik jager wou worden. Jij? Zo’n dierenvriend?” Maar Inneke Kesteloot (34) uit Herselt zette door en haalde haar jachtverlof. Vorig jaar schoot ze haar eerste reekalf. Ze hoort bij de 3% van de vrouwelijke Vlaamse jagers voor wie vandaag het jachtseizoen begint.
15 oktober wordt gemakkelijkheidshalve de opening van het jachtseizoen genoemd, omdat vanaf vandaag de fazant, eend, vos en haas mag worden bejaagd. Het jachtseizoen op de patrijs opende vorige maand al. Voor elk soort wild is er zo een vastgelegde periode.
De gewone Vlaming merkt het jachtseizoen vooral aan de aangepaste wildmenu’s in restaurants. Voor Inneke Kesteloot (34) en haar man Koen Mertens (35) breekt nu een drukkere periode aan. Ze jagen in Herselt maar ook in Zoutleeuw. “Het strekken van het wild - ik vind doodschieten oneerbiedig klinken - is slechts één aspect van de jacht”, zegt Inneke. “Het gaat om zo veel meer. Van de nachtelijke tellingen met de lamp om het aantal hazen te kunnen inschatten en zo een correct afschotplan te kunnen opstellen voor je jachtrevier (het jargon voor jachtveld, red.), tot het aanleggen van wildakkers zodat de dieren ’s winters voldoende voedsel hebben en het bestrijden van de natuurlijke vijanden.”
Geen jagersfamilie
Inneke, ergotherapeute in een woonzorgcentrum, legde in 2013 haar theoretisch jachtexamen af. “Omdat ik hoogzwanger was, heb ik mijn praktisch examen pas later afgelegd. Nooit had ik gedacht dat ik de jacht zo’n fascinerend, sociaal en generatieoverschrijdend gebeuren zou vinden. Of dat ik ooit een dood dier in mijn armen zou houden. Ik kom helemaal niet uit een jagersfamilie. Mijn moeder vist.”
Haar man Koen Mertens - afkomstig uit Sint-Job-in-’t-Goor - kreeg de smaak te pakken toen hij samen met zijn jeugdvriend en diens opa mee mocht gaan als tracker op de Brechtse Heide. “Als tracker jaag je het wild op”, zegt Inneke. “Voor veerwild zoals fazanten, moet je lawaai maken, bij hazen moet je wat stiller zijn. In het begin ging ik gewoon mee met een stok, daarna kwam er een jachthond bij.”
Inneke verwijst naar de huidige populariteit van het bushcraften, waarbij survivaltechnieken worden aangeleerd om in de wildernis te overleven. “De beste manier om een burn-out te vermijden is dichtbij de natuur zijn, las ik. Voor mij is jagen dat ook. Je leert veel over wetgeving, dieren en wapenkennis. Veiligheid en jagen met respect voor de natuur primeren. Ontelbare uren heb ik in Zoutleeuw op de hoogzit gesleten, wachtend op reewild, maar net zo goed genietend van de vogels, die zo mooi fluiten op valavond. Hoewel er reeën liepen die ik kon raken, heb ik ze nooit gestrekt, omdat ik ze niet weidelijk kon raken. Met weidelijk bedoelen we een bladschot, recht op het hart. Vorig jaar heb ik dan voor het eerst een reekalf weidelijk gestrekt. Reegeiten hebben meestal twee kitsen - zoals wij de kalfjes noemen - waarbij er altijd eentje zwakker is. Als jager haal je het zwakste weg. Het is een weloverwogen beslissing. Ik heb het dier zelf ontweid. Dat betekent opensnijden en de ingewanden eruit halen. Dat doe je als teken van respect. Uiteindelijk hielden we er maar een klein pakketje botten van over. Al de rest werd gebruikt. Het vel ging naar een vriendin om te looien, het vlees heb ik zelf bereid en samen met mijn gezin opgegeten. Als teken van eerbied naar het dier toe, legde ik een eikenblad op de mond, symbolisch als laatste voedsel. Van het pootje liet ik een sleutelhanger maken, met de kogel in.”
‘Bambi-reflex’
Waarom ze niet gewoon bij Natuurpunt kan gaan, als het strekken van het wild bijzaak is en de natuurbeleving en -bescherming primeren? “Natuurbeschermers en jagers zouden inderdaad beter kunnen samenwerken, want we streven hetzelfde doel na. Maar bij natuurbeschermers mag er niet ingegrepen worden, ook bijvoorbeeld niet als rechtbekken zoals kraaien kleinere vogels roven, vossen grondbroeders opeten of bosduiven landbouwschade veroorzaken. Als jagers vinden wij wildbeheer belangrijk om de natuur in balans te houden.”
Of ze niet éven een ‘Bambi-reflex’ voelde, toen ze de jonge ree strekte? “Nee, daarvoor was de adrenaline te groot. Ik heb twee vriendinnen die vegetariër zijn, en zij begrijpen dat ik jaag, omdat het dier in het wild een veel beter leven heeft geleid dan de meeste consumptiedieren uit de intensieve landbouw. De publieke opinie beseft dat te weinig. Onlangs werd op een facebookpagina van Herselt een foto gepost van een groot zonnebloemenveld. Dat kreeg veel likes. Ik was blij dat iemand erbij zette dat die wildakker het werkvan de jagers was.”
Inneke Kesteloot
heeft al drie jaar een jachtbrevet
‘‘Ik spreek liever over ‘strekken’ dan over doodschieten.’’