Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Slachtoffer van eigen succes
De Kringwinkel heeft 1.500 extra werkkrachten nodig
De wachttijden voor ophalingen van goederen door de medewerkers van De Kringwinkel lopen op, alle Antwerpse winkels zijn gestopt met thuisleveringen en eentje in Oost-Vlaanderen moest zijn openingstijden zelfs terugschroeven. De oorzaak? Een problematisch personeelstekort. “Ondertussen blijft het aantal ingezamelde goederen jaarlijks stijgen”, klinkt het bij De Kringwinkel.
Steeds meer klanten vinden de weg naar een van de 147 Kringwinkels in Vlaanderen om er tweedehands goederen te kopen of verkopen. In de provincie Antwerpen alleen kregen de 43 winkels vorig jaar 1,9 miljoen klanten over de vloer. De Antwerpenaar kocht er gemiddeld 6,2 kilo aan spullen, het meeste van alle Vlaamse provincies want het gemiddelde ligt op 5,3 kilo. De klanten van De Kringwinkel kunnen ook elk jaar kiezen uit een groter aanbod, want we brengen ook meer en meer spullen naar daar. Die spullen worden allemaal handmatig geselecteerd en verdeeld. Daarvoor is personeel no- dig. En dat is er niet. “De Kringwinkel heeft ook enorm veel mogelijkheden en ideeën voor nieuwe innovatieve projecten, maar daar hebben we veel meer mensen voor nodig”, zegt Liesbeth De Schamphelaere, woordvoerder van De Kringwinkel. “Op het Nieuw Zuid opende onlangs Circuit, een initiatief van De Kringwinkel Antwerpen, met onder meer een materialenbib en plaats voor workshops. Zo’n initiatief zou op veel meer plaatsen werken, maar we hebben geen volk. We krijgen nu onze basiswerking al niet helemaal rond.”
De Kringwinkel heeft een milieudoelstelling om elke Vlaming minstens zeven kilo tweedehandsgoederen per jaar te laten kopen. “Om dat te halen, hebben we tegen dan 1500 extra werkkrachten nodig. In 2017 kwamen er al 126 voltijdse medewerkers bij”, aldus De Schamphelaere.
Overheid
Om meer personeel te kunnen aanwerven, kijkt De Kringwinkel nu naar de overheid. “50% van onze personeelskosten vangen we zelf op en 50% komt van overheidssubsidies”, zegt Liesbeth De Schamphelaere. “Meer dan 80% van de Kringmedewerkers zijn mensen die op de gewone arbeidsmarkt moeilijk aan de bak komen. Heel wat mensen worden bij ons via het OCMW tewerkgesteld. Vroeger konden zij volgens het zogenaamde artikel 60statuut anderhalf jaar bij ons komen werken, nu is die termijn teruggeschroefd tot zes maanden. Dat maakt het voor ons moeilijker om ze in te werken.”
Tom Wouters van KOMOSIE, de koepel van Kringwinkels zegt dat de maatschappij er baat bij heeft als meer mensen bij hen aan de slag gaan. “Er zitten zo veel mensen thuis die zinvol werk kunnen verrichten. De overheid heeft er alleen maar bij te winnen. Los van de milieuwinst door meer hergebruik, betekenen extra arbeidsplaatsen in de sociale sector minder werkloosheidsuitkeringen, meer mensen aan het werk en vooral veel talenten die ten volle benut worden.”
“Heel wat Kringwinkels worden vandaag creatiever met hun personeelsbeleid. Zo zetten ze stagiaires in, zoeken ze vrijwilligers of werken ze met jobstudenten”, vult Kringwinkel-woordvoerder De Schamphelaere aan.
Elektrische bakfiets
Creatief zijn ze bijvoorbeeld in De Kringwinkel in Brasschaat. “Wij hadden de vestiging in Brasschaat nooit kunnen openen zonder de samenwerking met Aralea vzw, een maatwerkbedrijf dat onder meer met mensen met autisme werkt. Wij zorgden voor de winkel, zij voor het grootste deel voor het personeel”, zegt Louise Vrints van De Kringwinkel Antwerpen waaronder acht vestigingen zitten. “Zo’n twee jaar geleden al moesten we onze leveringsdienst in alle acht winkels afschaffen. Goederen ophalen voor verkoop doen we nog wel, maar aangekochte goederen thuis leveren, lukt niet meer. Intussen denken we na over ecologische alternatieven. Zo zouden we bijvoorbeeld een elektrische bakfiets of aanhangwagen kunnen verhuren zodat onze klanten hun gekochte spullen zo mee naar huis kunnen nemen. Daar is geen extra personeel nodig.” Met meer personeel zouden ook meer Kringwinkels openen in het Antwerpse. “Ons ophaalgebied reikt tot Wommelgem en Wijnegem, daar hebben we bijvoorbeeld nog geen winkel”, besluit Vrints.