Miljoenen euro voor medicatie blijft liggen

Farmasector toont geen interesse in vergoedingen

Farmabedrijven die een medicijn ontwikkelen waar grote nood aan is, kunnen een vergoeding krijgen van de overheid, nog vóór het middel helemaal is goedgekeurd. In ruil krijgen patiënten er sneller toegang toe. Maar daarvoor komen amper aanvragen binnen. Een budget van 10 miljoen euro blijft zo onaangeroerd. Volgens experts duldt de farmasector geen pottenkijkers.

Er zijn veel ziekten waarvoor dringend nieuwe behandelingen nodig zijn. Patiënten moeten zich vaak tevredenstellen met medicatie die de aftakeling vertraagt of de pijn stilt. Tot er ooit een beter medicijn komt.

Elk jaar maakt de Belgische overheid een ranglijst van die ziekten waarvoor de nood het hoogst is. Sinds 2014 kunnen farmaceutische bedrijven versneld een vergoeding krijgen als ze een medicijn ontwikkelen tegen een aandoening op die lijst. Ze hoeven dan niet langer te wachten op een terugbetaling tot alle proeven en procedures zijn doorlopen. “Zo helpen we patiënten tot zelfs jaren vroeger”, zegt professor René Westhovens (UZ Leuven, foto), voorzitter van de bevoegde adviescommissie.

Voor 2015 was 7 miljoen euro voorzien. Dat budget is intussen opgetrokken tot 10 miljoen euro per jaar. Ook voor 2019 ligt het geld klaar. Maar in vier jaar tijd kwamen nog maar drie aanvragen binnen. Westhovens vermoedt dat de farmasector het systeem bewust links laat liggen. Doorgaans kiezen bedrijven immers zelf op welke ziektes ze inzetten.

Project gaat voort

Farmaceutische firma’s vragen vaak wel een tijdelijke vergunning bij het federaal agentschap FAGG. Ook zo krijgen patiënten sneller nieuwe medicatie. “Maar dan zonder dat de producent daarvoor vergoed wordt. Blijkbaar is dat beter dan samenwerken met de overheid.”

Federatie pharma.be kon gisteren nog niet reageren. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) benadrukt dat het project wordt voortgezet. Er zou nu te veel administratie bijhoren, daarom wordt de procedure hervormd.

FOTO RR