Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Racing heeft veel te lang boven zijn stand geleefd”
Al 100 aandelen van 1.000 euro verkocht aan supporters, die mee beslissen over toekomst stamnummer 24
Na jaren van financieel wanbeleid, drie opeenvolgende degradaties en een seizoen in de krochten van het provinciale voetbal speelt Racing Mechelen weer in de nationale reeksen, in derde amateurs om precies te zijn. Groen-wit staat er voorlaatste en kon pas vorig weekend voor het eerst winnen dit seizoen, maar dat lijkt even bijzaak. Stamnummer 24 werd vier seizoenen geleden bijna ten grave gedragen en zag haast geen weg meer uit de immense schuldenput. Voorzitter Koen Van Exem, zelf hevig supporter, probeert de club sindsdien opnieuw gezond te maken. Samen met de supporters, die al honderd aandelen kochten, hoopt hij dat volksclub Racing dan toch uit de dood kan herrijzen.
18 januari 2015, de 22ste speeldag in de Proximus League. Een aardig volgelopen Oscar Vankesbeeckstadion in het ietwat druilerige Mechelen-Noord heeft Antwerp net op een diefje de drie punten zien kapen. Buiten troepen enkele honderden Racingsupporters samen. Snel wordt de sfeer, die bij de heenwedstrijd op de Bosuil nog uiterst gemoedelijk was, grimmig. Zoals zo vaak heeft de massaal opgetrommelde politie het moeilijk de harde kern in bedwang te houden.
Racing Mechelen is dan ook al 114 jaar verwikkeld in een strijd op leven en dood, zowel op de heilige mat als daarnaast. Een strijd die de club ook nu weer verwoed voert. Racingvoorzitter Koen Van Exem noemt zich daarom eerder een crisismanager dan volbloed preses. De traditieclub, die na een mislukt avontuur in tweede klasse in vrije val was en vorig seizoen op het nippertje de eindronde in eerste provinciale won, krabbelt stilletjes recht en hoopt op een wedergeboorte. Een Racing 2.0, als u wil.
“Op Racing Mechelen kan het nooit eens rustig zijn”, trapt Koen Van Exem, die in 2016 aan het roer van stamnummer 24 kwam, een open deur in. “De club heeft altijd boven zijn stand geleefd en daar betalen we nu nog altijd de prijs voor. Toen we met de nieuwe bestuursploeg aan de slag gingen, hebben we haast niets anders gedaan dan gesaneerd. Dat men mij daarom de ‘Verhofstadt van Mechelen’ noemt, neem ik er wel bij. Hadden we toen niet ingegrepen, dan was Racing gestorven.”
“Elk contract hebben we uitgeplozen en we zijn op de gekste zaken gestoten. Zo kwam er iedere maand een bedrijf de deurmat van onze kantine ophalen om ze te wassen en daarna weer netjes voor de inkom te leggen. Het klinkt ridicuul, maar het was typerend voor hoe er met de schatkist werd omgesprongen. Tekorten werden opgelost met het verkopen van een stukje grond. Maar ooit raken die gronden op.”
Stap voor stap werd Racing intern opgekuist. Met resultaat. Van Exem: “In enkele seizoenen tijd hebben we het werkingsbudget van 400.000 naar 200.000 euro gebracht en werken we nog uitsluitend met vrijwilligers. De put is nu bijna gedicht, vorig jaar hebben we nog 20.000 euro verlies gedraaid. Dat we daarom hebben ingeboet op sportieve kwaliteit, moeten we erbij nemen. Er was en er is maar één hoofddoel: ons voortbestaan.”
SUPPORTER BESLIST
Om die continuïteit mee te garanderen, heeft de club een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba) opgericht. Wie wil, kan voor 1.000 euro een aandeel kopen en zo mee beslissen over de toekomst van zijn of haar geliefde Racing. Iedere supporter kan tien aandelen kopen, met een limiet van vijf stemmen tijdens de algemene vergadering. Het honderdste aandeel werd zopas aan de man gebracht. De supporters kopen en krijgen dus hun stem. “Hoe de club er vanaf volgend seizoen zal uitzien, wordt beslist door die aandeelhouders, ook supporters dus”, zegt Van Exem. “Zo counteren we meteen ook elke tegenspraak achteraf, want iedere supporter die aandeelhouder is geworden, zal zijn zegje mogen doen. De beslissing zal ingrijpend zijn, dus moet ze door de aanhang gedragen worden.”
De voorzitter wil in april een stemming over die toekomst en hoopt tegen dan de kaap van tweehonderd aandeelhouders te halen. Op dat moment zullen er op de algemene vergadering twee opties op tafel komen.
“De eerste mogelijkheid is dat we gewoon op eigen kracht verdergaan. Maar dan moeten de supporters begrijpen dat eerste amateurklasse het hoogst haalbare is.”
“Dan gaan we verder met eigen jeugd en eigen centen, en moeten we durven toegeven dat die glorietijd definitief achter ons ligt, iets wat bij sommige supporters heel moeilijk ligt. Nostalgie kan gevaarlijk zijn, omdat het een onrealistische verwachting creëert. We willen op termijn natuurlijk opnieuw hogerop, maar dan wel op een financieel gezonde manier en zonder bokkensprongen.”
“Mijn droom is dat Racing ooit terugkeert naar eerste amateur. Zet ons daar in een reeks met Eendracht Aalst, Club Luik, Berchem Sport, RWDM en Rupel Boom, en je hebt een competitie met supporters en passie, waar de mensen graag naar zullen komen kijken. Wil de aanhang nog hoger, dan zal dat onmogelijk gaan zonder extra kapitaal.”
RACING 2.0
En dan komt optie twee op de proppen: het grote geld. Zoals zoveel clubs bekijkt groen-wit de omschakeling naar een nv en het aantrekken van een investeerder die de club koopt. Er zijn al gesprekken geweest, bevestigt Van Exem.
“Het voordeel van deze piste is puur financieel: de club krijgt een stevige kapitaalsinjectie. Het nadeel is dat Racing afhankelijk wordt van een
‘‘Toen we met de nieuwe bestuursploeg aan de slag gingen, hebben we haast niets anders gedaan dan gesaneerd. Hadden we toen niet ingegrepen, dan was Racing gestorven.’’ ‘‘Een mogelijkheid is dat we gewoon op eigen kracht verdergaan. Maar dan moeten de supporters begrijpen dat eerste amateurklasse het hoogst haalbare is.’’ ‘‘De kosten van ons mooie maar oude stadion zijn haast niet meer te dragen. De douches, de beglazing, de verlichting… Alles is verouderd. Het is misschien zelfs de nagel aan onze doodskist.’’ Koen Van Exem Voorzitter Racing Mechelen
geldschieter die onze club misschien als een speeltje beschouwt.”
“Het trieste verhaal van Lierse is een schoolvoorbeeld van hoe het fout kan lopen. Maar dat is een risico dat je moet durven nemen, wil je snel weer naar de top van de amateurreeksen, en wie weet nog verder. Maar, wat de nieuwe weg ook mag zijn, het verhaal zal gekozen en gedragen zijn door onze supporters. En daarna is het tijd voor een jong en dynamisch bestuur om Racing 2.0 verder uit te werken, met onze aandeelhouders als waakhond.”
Maar naast die twee concrete pistes circuleert er officieus nog een derde ‘plan’, meteen ook het meest drastische: een fusie met andere clubs uit de omgeving. Al lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat de club ook deze piste volgend jaar zal voorleggen aan de aandeelhouders. En meteen ook een zekerheid: een eventuele fusie zal níet met ‘dat andere’ Mechelen, KV, een ‘stamnummertje lager’, zijn. Aan de strijdkreet ‘nooit met de Kakkers’ wordt dus niet geraakt.
Wel zou gekeken worden naar kleinere clubs als Sporting Mechelen, een vierdeprovincialer uit de buurt met een jeugdwerking van zo’n vijfhonderd voetballertjes. Van Exem wil niets bevestigen.
“Er zijn in het verleden al verkennende gesprekken geweest met enkele kleinere clubs uit de regio”, zegt hij. “Clubs die, net als wij, allemaal hun zware vaste kosten hebben en op quasi kruipafstand van elkaar spelen. Het is misschien geen slecht idee om in de toekomst na te denken over een samenwerking, bijvoorbeeld op niveau van de jeugdwerking.”
Maar het blijft volgens Van Exem enkel een denkpiste, niet meer. “Zeer duidelijk: er ligt momenteel geen enkel concreet plan op tafel én er zijn ook geen onderhandelingen met welke club dan ook bezig. We moeten gewoon als club alle opties durven onderzoeken.”
HEILIG MECHELEN-NOORD
Het waren niet enkel barre tijden op sportief en financieel vlak. Toen de club uit noodzaak de gronden van het stadion in 2015 aan bouwbedrijf IBO verkocht, leek het verhaal op de vertrouwde stek uitgespeeld. Tijdens hevig supportersprotest las een spandoek ‘Wij begaan een moord voor Mechelen-Noord’, een niet mis te verstane boodschap van een ontheemde aanhang.
De club kon de verhuis al enkele keren uitstellen en nu ook het stadsbestuur ijvert voor het behouden van de thuisbasis, lijkt die passiemoord niet langer nodig. “Ook daar zijn er weer enkele pistes mogelijk”, verduidelijkt Van Exem. “Ofwel koopt de stad de gronden terug van IBO, ofwel worden er gronden gewisseld. De kans bestaat ook dat IBO gewoon mee in een nieuw stadionproject stapt, als eigenaar van de gronden.”
Een verhuis naar bijvoorbeeld De Nekker lijkt zo afgewend. Al predikt de Racingvoorzitter realisme.
“We willen geen speelbal worden. Trouwens, Racing heeft in de loop van de jaren nog op andere plekken gespeeld – ooit zelfs enkele wedstrijden op KV, omdat onze tribune was afgebrand. Mechelen-Noord is heilig, maar de locatie is niet de enige steunpilaar van onze ziel. Als de kaarten zo geschud worden dat het voor ons beter is te verhuizen, dan moeten we dat durven.”
En als Racing toch op de vertrouwde grond blijft, dan zal dat hoogstwaarschijnlijk niet in het al sinds 1923 vertrouwde stadion zijn. Nu de tribunes van Berchem Sport door de bulldozer verteerd zijn, het oude Lyrastadion in 2014 de onherroepelijke sloopkogel heeft gekregen en zelfs de legendarische Tribune 2 van de Bosuil tegen de vlakte gaat, kan het Oscar Vankesbeeckstadion een zeldzaam overlevend unicum worden in het Antwerpse – en bij uitbreiding Belgische - voetballandschap.
Maar die kans is klein, benadrukt Van Exem. “De kosten van ons mooie maar oude stadion zijn haast niet meer te dragen. De douches, de beglazing, de verlichting… Alles is verouderd. De operationele kost is waanzinnig en we verliezen er inkomsten door. Het is misschien zelfs de nagel aan onze doodskist.”
“Onze bejaarde fans kunnen tijdens de wintermaanden niet meer komen kijken, want de wind snijdt door de open constructie. Als we voor een thuiswedstrijd gasten ontvangen die komen eten, kunnen we hen geen zicht op het veld bieden. Ik droom van een compact stadion, voor zo’n 3.500 toeschouwers. Zo lijkt het altijd voller en zal het vaker kolken. Nu komen er gemiddeld tussen de zevenhonderd en de duizend toeschouwers - op verplaatsing een tweehonderdtal - en dan lijkt het snel leeg in een stadion met bijna 13.000 plaatsen.”
De plannen voor een nieuw stadion zijn pril, maar Van Exem hoopt dat het, als het er ooit komt, weer het middelpunt van de wijk kan worden.
“Vroeger had je niet enkel Racing als voetbalclub. Ook basket, tennis, atletiek… Ik hoop dat die verschillende takken ooit weer thuis zullen komen in een nieuw sportcentrum en dat we opnieuw aan een ‘Grote Racing Gedachte’ kunnen werken. Om het stadion opnieuw leefbaar te maken, willen we ook andere faciliteiten aanbieden. Denk aan een grote zaal waar onze eters voor de wedstrijd terechtkunnen, maar die tijdens de week ook verhuurd kan worden.”
ZWARE JONGENS
Of de harde kern zo’n modern stadion zal smaken, blijft zeer de vraag. Zij zijn verknocht aan de traditie en nostalgie die Racing omhult. De zware jongens zijn ondertussen zelf ook al iets ‘typisch’ Racing Mechelen, want de club krijgt ondanks verwoede pogingen het hooliganprobleem moeilijk onder controle. Vorig seizoen braken tijdens de uitwedstrijd op Lyra en de thuiswedstrijd tegen Vorselaar halve veldslagen uit.
Het is een oud zeer in MechelenNoord. “Vorig seizoen, toen Racing in eerste provinciale speelde, gold de voetbalwet niet en konden supporters met een stadionverbod opnieuw binnen”, zegt Van Exem. “Er heerste plots een gevoel van straffeloosheid, wat ook hooligans van andere ploegen aantrok. Op Racing kon je blijkbaar komen knokken. We hadden de situatie niet meer onder controle.”
“Daarom is er samen met de stad een perimeter ingesteld voor supporters met een stadionverbod. Zij mogen tijdens de wedstrijd niet binnen een straal van 500 meter rond het stadion komen. Op het einde van dit jaar wordt die maatregel weer opgeheven en hopen we dat we met de nieuw opgelegde regels het probleem kunnen indijken of zelfs uitroeien. Zo hebben we sinds dit seizoen altijd gescheiden vakken en de ingang voor de bezoekers is verplaatst, zodat het contact met andere supporters quasi onmogelijk is.”
Maar het voetbalgeweld rond Racing helemaal uitroeien, belooft een zware taak te worden. “Een cultuurwijziging duurt soms generaties”, weet ook Van Exem. En vooral: hij wil die minderheid ook niet zomaar opgeven. Samen met de Racing Casual Crew, de oudere garde, treedt hij in dialoog met de nieuwe lichting, de Racing Youth Firm.
“We laten die jongens niet stikken”, klinkt het bij Van Exem. “Ik vertrouw erop dat deze aanpak loont. Sommigen zijn nu zelfs actief als vrijwilliger en organiseren een feestje om met de opbrengst een aandeel te kopen. Racing kan enkel groeien als iedereen meewerkt. De put was diep, maar er is weer licht aan het einde van de tunnel. Als iedereen zijn gezond verstand gebruikt, kan Racing eindelijk weer groeien.”