Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik dacht dat ik met de skilift thuis was gekomen van cafébezoek”
Patiënten met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) van het Revalidatiecentrum voor Kinderen en Jongeren in Pulderbos en het revalidatiecentrum NAH in Turnhout werden ter gelegenheid van de Week van NAH samengebracht op een creatieve workshop in Pulderbos. “Uiterlijk zie je soms niets aan hen, maar de impact op hun leven blijft vaak groot”, zegt psycholoog Nathalie Ansoms.
Roel Hoppenbrouwers (37) uit Westmalle liep begin april een hersenletsel op. Sinds drie weken gaat hij opnieuw twee halve dagen per week werken. Maar hij blijft intussen aan zijn herstel werken in Turnhout. “De confrontatie is soms groot.”
“Iedereen kent wel iemand die een hersenbloeding heeft gehad”, zegt Nathalie Ansoms, psycholoog in Reva Pulderbos en directeur van NAH Turnhout.
“Maar er is ook een grote groep van personen waar je uiterlijk weinig tot niets aan ziet, maar die wel blijvende gevolgen ondervinden van een niet-aangeboren hersenletsel. Mensen die sneller vermoeid zijn of extra structuur nodig hebben. Om meer begrip te krijgen voor hen, is het belangrijk dat deze mensen een grotere zichtbaarheid krijgen.”
De deelnemers aan de workshop kregen de opdracht een collage te maken van hoe ze zichzelf zien.
Roel Hoppenbrouwers liep begin april op straat een hersenletsel op, vermoedelijk toen hij in Westmalle van het café naar huis stapte. “Ik herinner me er zelf niets meer van, maar volgens de arts kunnen mijn kwetsuren niet het gevolg zijn geweest van een gewone val. Hij denkt veeleer dat ik met een baksteen ben neergeslagen. Kort voor mijn ongeval is er iets gelijkaardigs gebeurd in Oostmalle. Een andere mogelijkheid is dat ik door een bestelwagen werd aangereden. De hoogte van de spiegel van zo’n bestelwagen komt ongeveer overeen met de locatie waar ik de impact kreeg. De politie voerde onderzoek uit, maar kon geen uitsluitsel geven.”
Vermoeidheid
Voor Roel waren de gevolgen wel groot. “Ik ben die maandag na het ongeval nog gaan werken, maar een collega heeft mij naar de spoeddienst van AZ Sint-Jozef in Malle gebracht. Omdat de druk op mijn hersenen zo groot was, werd ik naar het UZA gebracht. Vier weken heb ik in dat ziekenhuis gelegen. Van die eerste weken herinner ik mij niets meer. Ik sloeg er helemaal naast. Als de politie me vroeg hoe ik thuis was geraakt, antwoordde ik ‘met de skilift’. Vermoedelijk omdat ik kort tevoren op shortski was geweest. Ik wist zelfs niet meer dat mijn moeder was overleden.”
Ook thuis had Roel het lastig. “Ik mocht zes maanden geen auto rijden. Gelukkig heb ik nu een attest van de neuroloog dat ik opnieuw rijbekwaam ben. Ik was voor het incident al iemand die alles op Post-it’jes noteerde om niets te vergeten. Die Post-it’jes heb ik nu meer dan ooit nodig, want mijn kortetermijngeheugen is nog niet helemaal in orde. Ik neem ook nog altijd medicatie tegen epilepsieaanvallen. Vooral de vermoeidheid is confronterend. Vroeger was ik heel sportief. Ik heb tien jaar in het motorencircuit rondgereden. Nu heb ik overdag powernapjes nodig.”
Via de neuroloog werd Roel doorverwezen naar NAH Turnhout, waar hij verder aan zijn herstel werkt, onder meer in een vermoeidheidsgroep. “De motivatie vasthouden is soms moeilijk voor mij.” Zijn humor is Roel gelukkig niet kwijt. Op zijn collage kleefde hij onder meer een afbeelding van een pot mayonaise. “Soms als het wat te snel gaat zeg ik ‘Ow, niet te rap, mijne mayonaise kan niet volgen.’ Mayonaise is Kempens voor hersenen.”
Roel
lijdt aan NAH
‘‘Het politieonderzoek kon geen uitsluitsel brengen over wat er is gebeurd.”