Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Van der Poel kloppen is nog wat anders”
Ook al won Wout van Aert al voor de derde keer in Ardooie, de vreugde was immens. Het zegde meteen alles over hoe hard de drievoudige wereldkampioen naar zijn eerste seizoenszege hunkerde. “Mathieu Van der Poel kloppen is nog wat anders, maar toch ben ik héél blij”, aldus de drievoudige wereldkampioen.
“Ik wist bijna niet meer hoe het voelde om de handen in de lucht te steken”, deed Van Aert er nog een schepje bovenop. Het was een opgeluchte en duidelijk nagenietende wereldkampioen die achter het podium minzaam lachte naar zijn Sarah. Zij op een stoeltje, al even breeduit lachend, met in de handen de trofee en de bloemen. Het stilleven sprak boekdelen.
Stak het zo stilaan dat je al zes keer tweede en één keer zesde werd?
“Je mist de zege natuurlijk wel. Ik kon ermee leven dat ik geklopt werd, behalve in Geraardsbergen en Lokeren, waar ik heel gefrustreerd was. Daar verloor ik door overmacht (telkens mechanisch
defect, red.). Het is ook anders als bij Mathieu van der Poel, die in de jeugdcategorieën bij manier van spreken geen vijf koersen verloor. Hij weet niet wat het is om tweede te worden. Hij haat dat. Tot de beloften heb ik altijd moeten knokken voor mijn plaatsje.”
Je moest even wachten op die allereerste, maar je geeft wel een betere indruk.
“Ik heb ook een héél ander gevoel. Puur fysiek is mijn start veel beter dan vorige winter. Alleen was het de jongste weken heel moeilijk om goed te recupereren. Dat merk ik zowel in als buiten de cross. Soms is één versnelling al te veel om in dezelfde cross nog het goede gevoel terug te vinden. Twee veldritten op een rij goed rijden? Ook moeilijk.”
Heb je daar een verklaring voor? Heeft dat met de jetlag na de Wereldbekers in de Verenigde Staten te maken?
“Mwah, de vorige jaren heb ik daar niet echt last van ondervonden. Ik ben natuurlijk met een heel andere instelling naar de Verenigde Staten geweest (doelt op breuk met Nuyens en zoektocht naar
materiaal, red.). Met veel meer stress. Je lichaam reageert ook niet telkens op dezelfde manier. Aan wat ligt dat? Ik weet het niet. Ik denk dat je wel wat dingen kan opsommen. Ik voel me op zich wel goed, maar ik moet veel meer mijn inspanningen doseren.”
Is dat niet tegenstrijdig: een beter gevoel en minder recuperatie?
“Als ik naar mijn trainingsschema van vorig jaar kijk, dan zie ik dat ik toen minder was: vier uur trainen, en daarna stuurde ik naar mijn trainer: Het ging van geen kanten.
De dag erna deed ik vijf trainingsblokjes: Het ging niet. En de dag erna ging ik losrijden en stuurde ik naar Lamberts: Stikkapot van
gisteren. Zo ging dat de hele week door. Nu is dat zeker niet het geval. Ik ben beter, maar er zit nog wat vermoeidheid in mijn lijf.”
Heeft het met de roetsjbaan aan emoties te maken – het overlijden van Goolaerts, je huwelijk, de contractverbreking – waarop je dit jaar terechtkwam?
“Ik weet het niet. Ik ga volgende week naar Mallorca om helemaal tot rust te komen en te trainen.”
Sommigen zullen zeggen: ja Van Aert won wel, maar Van der Poel was er niet bij…
“Winnen is winnen. Denk maar niet dat dit op zo’n snelle omloop zo gemakkelijk is. Om Mathieu te kloppen, moet ik nog beter worden. Dat zag je goed genoeg in Gieten. Ik werd eraf gereden en slikte elke ronde drie, vier, vijf seconden achterstand meer. Mathieu is heel goed, hij is frisser en sterker geworden. Mathieu rijdt ook niet meer met een piemelversnellinkje rond. Vroeger kon ik hem nog pijn doen op de rechte stukken, maar dat is nu ook voorbij. Hij ziet er heel krachtig uit.”