Gazet van Antwerpen Stad en Rand
In 2030 nemen we meer de tram, bus, trein of fiets
Met het Routeplan 2030 is de afgelopen maanden de blauwdruk voor de toekomst van de Vervoerregio Antwerpen geschreven. Op basis van dit document, dat in april van volgend jaar in een definitieve versie wordt gepresenteerd, staat te lezen hoe mensen in de brede Antwerpse regio zich zullen verplaatsen. En dat zal, als alles volgens plan verloopt, minder met de auto en des te meer met het openbaar vervoer of de fiets zijn. Het Routeplan 2030 wordt volgende week gepresenteerd aan de gemeenteraadsleden in onder meer Antwerpen. En wees maar zeker dat dit document ook op tafel zal liggen tijdens de onderhandelingen. Daarbij is het feit dat ook actiegroepen en belangenorganisaties mee aan het document geschreven hebben ongetwijfeld een troef.
In de stad Antwerpen zullen het openbaar vervoer en de fiets steeds meer de rol van de auto overnemen. In de bredere regio moeten de trein en efficiëntere verbindingen tussen gemeenten en snelwegen voor een vlotte doorstroming zorgen. Dat is de essentie van het Routeplan 2030.
De Vervoerregio Antwerpen bestaat uit 33 gemeenten, beslaat een oppervlakte van drieduizend vierkante kilometer en telt één miljoen inwoners. Terwijl de behoefte aan mobiliteit nog steeds groeit, is het voor iedereen ondertussen duidelijk dat het huidige systeem aan zijn limiet zit. “Het Routeplan 2030 is hierop een antwoord. Noem het een blauwdruk van hoe we ons in de toekomst zullen verplaatsen”, zegt de Antwerpse uittredende schepen van Mobiliteit Koen Kennis (N-VA). Hij is slechts een van de vele politici die het Routeplan in de toekomst mee moet gaan uitvoeren.
Van deur tot deur
“We zullen steeds meer evolueren naar een mobiliteit van deur tot deur. En daarbij geniet de auto voorlopig in veel gevallen nog altijd de voorkeur van mensen. Om dat te veranderen, moeten we naar een fijnmazig netwerk gaan, waarbij mensen vlot kunnen overstappen van het ene netwerk op het andere. En daar zit, behalve de auto en het openbaar vervoer, ook de fiets in.”
Ook de auto blijft in het Routeplan 2030 een belangrijke rol spelen. Vooral dan in de bredere regio. “We moeten de toegankelijkheid van het hoofdwegennet verbeteren. Er zijn voorbeelden genoeg van plekken in onze regio waarbij de toegang naar een hoofdweg op dit moment onvoldoende is”, zegt Koen Kennis. Een voorbeeld daarvan is Wuustwezel. Veel mensen die naar Antwerpen moeten, kiezen voor de route via de Bredabaan. Onder meer om de files op de autosnelweg te vermijden en omdat het vanuit Wuustwezel te lang duurt voor de snelweg is bereikt.
“In Lier doet zich een soortgelijke situatie voor. Dat kan alleen opgelost worden door efficiëntere verbindingen te maken tussen deze plaatsen en de snelweg. Als dat niet gebeurt, blijven we met sluipverkeer op onze binnenwegen zitten”, aldus de schepen.
Op maat van elke regio
De ambitie van het Routeplan 2030 is om in elk deel van de Vervoerregio Antwerpen de juiste keuzes te maken. “Dat de auto binnen de Ring in de toekomst minder dominant aanwezig zal zijn dan in het noorden of zuiden van de provincie ligt voor de hand. Daarom moeten er op de juiste plekken de goede keuzes gemaakt worden.”
Hoe dichter bij de stad Antwerpen, hoe meer wordt ingezet op openbaar vervoer en fiets. Dat vertaalt zich in meer trams en in een aantal gevallen nieuwe tramverlengingen. Maar ook het aantal fietsostrades en fietspaden moet flink omhoog.
“Wat dat betreft kunnen we naar Nederland kijken, waar langs iedere drukke weg een afgescheiden en breed fietspad is aangelegd. Dat zorgt ervoor dat mensen sneller geneigd zijn om de fiets te nemen als ze korte en middellange afstanden moeten afleggen”, zegt Koen Kennis.
Leidraad
Het Routeplan 2030 is nog voorlopig nog een ‘work in progress’. In april van volgend jaar moet er wel een definitieve versie zijn. “Uiteraard zal en kan niet alles in één keer uitgevoerd worden. De nota is de leidraad voor de mobiliteit in de volgende tien jaar en eigenlijk ook daarna”, legt de schepen uit.
Toch is het de bedoeling dat een aantal elementen uit het plan vrij snel worden uitgevoerd. Onder meer het verder vernieuwen en aanleggen van fietspaden en de uitbreiding van sommige onderdelen van het openbaar vervoer kan sneller gaan.
Het voordeel is, zo zeggen veel betrokkenen, dat het Routeplan 2030 op een breed draagvlak kan rekenen. Het is opgesteld door mensen van actiegroepen tot VOKA en alles wat daartussen zit.