Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zesde massa-extinctie, met de groeten van de mens
Evolutie kan huidige uitstervingsgolf niet bijbenen
Door toedoen van de mens sterven dier- en plantensoorten op zo’n grote schaal uit dat wetenschappers van een nieuwe massaextinctie spreken. Die gaat zo snel dat de evolutie niet kan bijbenen met natuurlijk herstel.
Gerenommeerde Deense wetenschappers hebben berekend dat de volgende vijftig jaar zoveel belangrijke diersoorten uitsterven dat de evolutie drie tot vijf miljoen jaar nodig heeft om de biodiversiteit te herstellen. En dan wordt er nog uitgegaan van het ideal(istisch)e scenario dat de mens nu stopt met het vernietigen van leefgebieden. De manier waarop de zesde massa-extinctie sinds de komst van de mens leven doet verdwijnen, stemt ook evolutiebioloog Raoul Van Damme van de Universiteit Antwerpen somber.
We zouden nu in de zesde massale uitstervingsgolf zitten. Er zijn er dus al vijf geweest?
Op z’n Amerikaans spreken we van ‘the big five’: zware catastrofes die miljoenen jaren geleden plaatsvonden. De beroemdste is de jongste, tussen het Krijt en het Tertiair, 65 miljoen jaar geleden, toen de dinosaurussen zijn uitgestorven. Toen zouden 76% van alle soorten op relatief korte termijn verdwenen zijn. Dat is niet van vandaag op morgen gebeurd, maar geologisch gezien is er een duidelijke scheidingslijn.
De moeder van alle extinctiegolven deed zich voor op het einde van het Perm, 251 miljoen jaar geleden, toen zelfs 96% van alle levensvormen zijn uitgestorven. Het ging toen vooral om leven in de oceanen. Dat massale uitsterven was meestal een gevolg van zuurstoftekort en klimaatveranderingen, door verhoogde CO²-uitstoot, sterke vulkanische activiteit of de beroemde asteroïde bij de dinosaurussen.
De huidige zesde massa-extinctie zou een beetje sneller gaan dan de vorige vijf.
Een béétje? (lacht) Een beetje veel... Wetenschappers vrezen dat het scenario zich momenteel herhaalt, maar dan door menselijk toedoen. Als we aan dit tempo CO² in de atmosfeer blijven pompen zou de klimaatverandering even desastreuze gevolgen kunnen hebben als de vorige vijf massa-extincties. Volgens de berekeningen van de Deense onderzoekers verdwijnen de volgende vijftig jaar nog heel wat diersoorten. Door de mens is de biodiversiteit voor lange tijd zware klappen toegediend.
En dan hebben ze het nog alleen over zoogdieren. Die zijn niet onte
Raoul Van Damme
belangrijk, want wij mensen zijn zelf ook een soort, maar de klimaatopwarming gaat door de verzuring vooral voelbaar zijn in de oceanen. Denk maar aan de koraalriffen die aan het uitsterven zijn.
De evolutie is in het verleden het redmiddel geweest.
Als je de hele periode sinds het ontstaan van het leven bekijkt, zie je de twee eerder genoemde massa-extincties als een serieuze knik in de geologische grafiek. Maar nadien heeft de natuur zich dankzij de evolutie altijd hersteld. Dat wil zeggen dat de diversiteit weer is opgebouwd, al zijn de uitgestorven diersoorten natuurlijk wel onherroepelijk verloren. Bovendien nam dat herstel miljoenen jaren in beslag. Je mag er niet op rekenen dat wanneer de huidige biodiversiteit in elkaar stuikt je die binnen honderd jaar weer hersteld ziet. Het huidige verdwijnen van diversiteit, dat kan de evolutie niet bijbenen.
Hoe komt het dat vooral grote zoogdieren eerst uitsterven?
De eerste reden is de jacht geweest.
In de prehistorie zijn hele groepen grote hoefdieren en dergelijke afgeslacht om op eten. De tweede historische reden is habitatverlies. De soorten die daar het eerst last van ondervinden, zijn de grote. Die hebben per individu een groter leefgebied nodig, wat maakt dat zelfs in onze grootste bossen maar een beperkt aantal tijgers kan overleven. De onderzoekers wijzen er terecht op dat het uitsterven van de ene zoogdiersoort minder erg is dan het verdwijnen van de andere. Als er ergens een spitsmuis verdwijnt, is dat minder erg dan een olifant die uitsterft. Er zijn spitsmuissoorten genoeg, terwijl er maar een paar olifantensoorten zijn. Het herstel daarvan is veel moeilijker. Bovendien hebben grote dieren een grotere impact op een ecosysteem dan kleine.
Is deze trein dan niet meer te stoppen?
Als we deze studie mogen geloven – en het zijn niet de minste auteurs – ziet het er echt niet goed uit. Zelfs in het meest optimistische scenario, wanneer we iedereen kunnen overtuigen om vanaf nu alles te beschermen, gaat de natuur nog miljoenen jaren nodig hebben om de zaak te herstellen. Het is misschien niet iets dat je graag op een zaterdagochtend bij je kop koffie of thee leest, maar het is wel een realiteit.
Evolutiebioloog ‘‘Als er ergens een spitsmuis verdwijnt, is dat minder erg dan een olifant die uitsterft.’’