Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“De natuur haar gang laten gaan houdt risico’s in”
Ondanks protest: experts vinden dat grootbrengen met de hand niet gunstig is voor ‘wilde’ dieren
De vier jachtluipaardenwelpjes die gestorven zijn in de Olmense Zoo beroeren de gemoederen. Is het de schuld van de zoo? Hadden ze toch niet beter ingegrepen? En wat met de overheid, met haar nieuwe beleid om de natuur haar gang te laten gaan? Is dat niet nutteloos voor dieren die toch al in gevangenschap leven? Experts pleiten er alleszins niet voor om in te grijpen. “Bij het grootbrengen met de hand verliezen dieren instincten. En een eerste worp loopt sowieso vaak fout af.”
Bij de Olmense Zoo hadden ze er lang op gewacht, het was dertien jaar geleden dat er nog eens jachtluipaardjes geboren waren. Maar omdat de moeder te weinig pap had, gingen de vier jongen te snel op pad, op zoek naar voedsel, en raakten ze ondervoed en onderkoeld. Ingrijpen mocht niet. Sinds kort volgt de Olmense Zoo – op vraag van de overheid - een nieuw beleid waarbij de natuur zoveel mogelijk haar gang mag gaan. Dat wilde zeggen dat de dierenarts en de verzorgers zo min mogelijk mochten tussenkomen na de bevalling.
Correct gehandeld
“Volgens mij is hier correct gereageerd”, zegt Tim Bouts, dierenarts bij Pairi Daiza. “Handopfok is allesbehalve ideaal. Dieren verliezen daardoor instincten. Als we ooit als het nodig is - jachtluipaarden willen uitzetten, kan dat niet met dieren die met de hand zijn grootgebracht. Dat willen we er dus uitkrijgen.”
Maar het was Lisa’s eerste worp…
Peter Bols Prof Diergeneeskundige Wetenschap UA
‘‘Het gebeurt geregeld dat mama’s hun eerste jongen doodbijten of opeten. En niet enkel bij wilde dieren.’’
“En dat loopt jammer genoeg af en toe fout”, weet bioloog Robby Van Der Velden.
“Klopt”, beaamt Tim Bouts. “Een eerste nest is vaak niet succesvol. Dat is trouwens niet alleen bij katachtigen zo. In dierentuinen, maar ook in het wild. De beestjes weten dikwijls niet wat hen overkomt en ze hebben soms nooit eerder een jong gezien. Dat is beangstigend en zorgt voor veel stress.”
Ook Peter Bols, professor doctor van het departement Diergeneeskundige Wetenschap aan de Universiteit Antwerpen, weet dat moederdieren vaak niet van de eerste keer een vlekkeloos parcours lopen. “Het gebeurt zelfs geregeld dat mama’s hun eerste jongen doodbijten of opeten. Een eerste bevalling is iets heel speciaal, maar evengoed iets heel moeilijk en stressvol. Niet alleen bij wilde dieren trouwens. Ik heb ooit geweten dat een koe bij haar eerste jong een keizersnede moest ondergaan en daarna probeerde om het te doden. Zij wist niet wat er gebeurde en was bang.”
De Olmense Zoo zegt dat ze han- delde volgens een nieuw beleid op vraag van de overheid. Maar die raden tussenkomen enkel af, verbieden het niet. Of er wel of niet wordt ingegrepen, ligt nogal eens aan de waarde van het dier. Is een dier sterk bedreigd? Belangrijk voor een kweekprogramma? “Of heeft het individueel veel waarde? Dat zien we bijvoorbeeld bij veulens. Daar wordt geregeld ingegrepen omdat een veulen op zich veel waard is”, weet Peter Bols. “Als je ervoor kiest om dieren in een zoo een zo natuurlijk mogelijke manier van leven te geven, houdt dat risico’s in. Als je ingrijpt, worden de jongen hoe dan ook tegennatuurlijk grootgebracht.”
Tweede nest
Had het überhaupt zin om de jongen nog proberen te redden? “Eens hun thermoregulatie verstoord geraakt, is het vaak verloren”, weet Bols. “Deze jongen worden geboren met veel honger en ontzettend weinig reserve. Als zij niet meteen energie kunnen bijtanken, wordt het moeilijk.”
Toch is er ook goed nieuws. “De meeste mama’s slagen er wel in om hun tweede nest zelf groot te brengen. Het lijkt raar, maar ze nemen die ervaring blijkbaar toch mee”, weet dierenarts Tim Bouts.