Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Gezin voor het eerst samen na veertig jaar in de gevangenis
Eerste vrijlating van radicale zwarte activisten die in de jaren zeventig veroordeeld werden tot honderd jaar cel
Bijna 40 is Mike Africa Jr. Woensdag beleefde hij een dubbele primeur. Hij zag zijn ouders voor het eerst samen. En hij zag hen voor het eerst op vrije voeten. Zijn vader Mike Sr. werd in Philadelphia op borg vrijgelaten na veertig jaar cel, zijn moeder Debbie is sinds afgelopen zomer vrij. Beiden waren lid van MOVE, de meest bizarre groepering die in de jaren zeventig opkwam voor zwarte burgerrechten in de VS. Beiden kregen tot honderd jaar cel voor de dood van een politieagent bij een belegering van hun kraakpand.
Klachten van buren, daar was het in 1977 allemaal mee begonnen in Philadelphia. Ze klaagden over overlast, lawaai, stank, sluikstorten en wezen naar de commune van MOVE. Dat was een beweging van Afro-Amerikanen die terug naar de natuur wilde. MOVE verwees naar het leven: alles wat leeft beweegt, wat dood is niet meer. De groepering heeft een wat warrige filosofie. Dierenrechten zijn absoluut, het doel is om opnieuw te leven van de jacht en de visvangst. Het zijn ook activisten die alles wat de heilige natuur bedreigt, van zoos tot kerncentrales, bevechten. Hun belangrijkste wapen daarbij: de megafoon. Ze dragen dreadlocks zoals de Rastafari, waarmee ze verwijzen naar hun afkomst. Afrika, het continent waarvan ze de naam als een grote familie hebben geadopteerd. Het zijn niet alleen rechtstreekse afstammelingen van de hippies, een van oorsprong christelijke sekte, ecowarriors avant la lettre maar ook zwarte activisten. Vandaar dat MOVE snel in een adem wordt genoemd met de militante Black Panthers. Nu en dan komen de leden ook in aanraking met de wet. In de gevangenis in de stad zitten eind jaren zeventig enkele leden voor kleinere misdrijven,
vooral het verstoren van de openbare orde, opgesloten. Semiautomatische wapens
De commune houdt er een afwijkende samenlevingsvorm op na in hun kraakpand. Die voor overlast zorgt in de buurt, Powelton Village in West-Philadelphia. De buren willen hen weg. De communeleden sluiten in 1977 een akkoord met de politie. Ze zullen het pand verlaten en de paar semiautomatische wapens die ze hebben inleveren. Op voorwaarde dat hun leden de cel uit mogen. De politie stemt in en houdt zich aan de afspraak.
Een jaar later blijkt dat van het beloofde vertrek niet veel in huis is gekomen. Er blijven twaalf volwassen en elf kinderen in het huis wonen. Samen met hun 48 honden. Midden augustus 1978 wordt het pand belegerd. Als het geduld van de politie op is, wordt een inval ingezet. Er wordt geschoten. Agent James J. Ramp wordt doodgeschoten. Een kogel in de nek kost hem het leven.
Maximaal 100 jaar cel
Negen leden - onder wie Mike Sr. en zijn vrouw Debbie - van de beweging worden vervolgd voor moord. De bewijsvoering tijdens het proces is niet helemaal waterdicht. Zo stellen getuigen dat de agent met zijn gezicht naar het huis keek toen hij in de nek werd geraakt. Zij gaan ervan uit dat mogelijk een verdwaalde politiekogel hem dodelijk trof. De beklaagden ontkennen dat in het kraakpand nog functionerende wapens waren. In mei van dat jaar hadden ze er al enkele overgemaakt aan de politie,
ook die ble- ken allemaal stuk. In de chaos van de belegering was het moeilijk de waarheid te achterhalen. Ondanks de twijfels kregen ze allemaal een straf van dertig jaar tot levenslang, met een maximum van honderd jaar cel. Debbie is op dat moment 22 en acht maanden zwanger. Ze bevalt in de cel en kan haar baby drie dagen lang verborgen houden. Na een week wordt het kind van haar afgenomen. Hij wordt opgevoed door familieleden binnen de commune. De volgende veertig jaar zullen de vijf mannen en vier vrouwen allemaal hun onschuld staande houden. Het verdict is ook zwaar. Negen maximumstraffen voor een
moord met één kogel, die maar een van hen kan afgevuurd hebben. Terroristische dreiging
Volgens de communeleden worden ze gezocht door de politie wegens hun activisme. En gebruikt de stad alle middelen om hen uit te schakelen. Dat er een grond van waarheid in schuilt, wordt in 1985 duidelijk. De beweging is verhuisd in 1981 naar een andere wijk en krijgt het vier jaar later weer aan de stok met de buren. Er worden arrestatiebevelen uitgeschreven tegen de bewoners voor allerlei inbreuken, gaande van schending van de borgtocht tot terroristische bedreiging. Volgens de stedelijke autoriteiten is MOVE een terreurgroep geworden. Vijfhonderd politieagenten omsingelen half mei het gebouw. Er wordt over en weer geschoten tot de politiecommissaris met de goedkeuring van de burgemeester beslist een brandbom te gooien op het dak, officieel “om een ingang te forceren”. Die treft een gasleiding waardoor brand ontstaat die 65 huizen in de as legt. Er komen elf MOVE-leden om, onder wie zeven kinderen. Philadelphia houdt er de bijnaam “de stad die zichzelf bombardeerde” aan over.
Maar MOVE bleef bestaan. Slechts twee leden, een vrouw en een kind, kunnen ontsnappen. De vrouw krijgt een celstraf van zeven jaar voor geweldpleging en samenzwering. Ze zal in 1996 samen met de nabestaanden van twee slachtoffers, 1,3 miljoen dollar krijgen als schadevergoeding, wegens het gebruik van excessief geweld door de stad en de schending van hun burgerrechten.
Al sinds 2008 proberen de MOVE-leden vrij te komen. Twee van hen zijn ondertussen in de cel gestorven. Vijf blijven voorlopig in de cel. Debbie kwam in juni als eerste vrij wegens voorbeeldig gedrag, haar man Michael volgde deze week, Het was zijn zoon die hem kwam afhalen om hem te herenigen met zijn vrouw. “Ik heb haar gemist. Maar ik heb altijd van haar gehouden. Ze was mijn meisje sinds ik een kind was. En dat gevoel is op geen enkel moment verminderd.”