Gazet van Antwerpen Stad en Rand
35 ton, maar niets waard
Aangespoelde vinvis in De Haan alleen nog goed om biodiesel van te maken
Een 18 meter lange vinvis op een Belgisch strand, dat is een zeldzaamheid. En dus stroomden onderzoekers en kijklustigen massaal toe in De Haan. Toch zal Antonius – genoemd naar de naamheilige van 24 oktober, de dag van zijn vondst – als skelet niet in volle glorie te bezichtigen zijn. Op enkele stalen en botten na gaat de versneden walvis naar een verwerkingsbedrijf. Eindresultaat? Biodiesel.
Geen tanden
Vinvissen behoren tot de familie van de baleinwalvissen, wat betekent dat ze geen tanden hebben, maar baleinen gebruiken om voedsel uit het water te filteren.
Op een na grootste walvis
Met zijn 18 meter en 35 ton lijkt Antonius een mastodont, maar binnen zijn soort is hij een heel doorsnee mannetje. De blauwe vinvis, de grootste diersoort ter wereld, wordt 29 meter.
Bedreigde diersoort Wereldwijd zijn er nog maar 100.000 exemplaren. De snelste ‘sushi’
Tegen vanochtend ligt het strand van De Haan er opnieuw onberispelijk bij. De vinvis werd in sneltempo versneden en afgevoerd naar verwerkingsbedrijf Rendac in Denderleeuw.
Overal, behalve in de Noordzee
Gewone vinvissen komen in alle wereldzeeën voor, maar mijden de ondiepe zuidelijke Noordzee. Als een exemplaar toch ons land aandoet, dan gebeurt dat vaak na een aanvaring, wat hier het geval kan zijn geweest. Al kan de lege maag van het dier er ook op wijzen dat hij door ziekte is omgekomen.
Ontploffingsgevaar
Uit een opengesneden vinvis komt blubber en stank. Om te voorkomen dat het dier ontploft door een opeenstapeling van inwendige gassen, moet het snel opengesneden worden.
20 jaar geleden
In 1997 spoelde Lucy aan op het strand van Raversijde bij Oostende. Tot vandaag is ze de laatste ‘gewone vinvis’ die op onze kustlijn strandde.
Goed voor biodiesel
Straks zal het dier energie opwekken. Rendac zal het versneden kadaver pasteuriseren, steriliseren en indampen. Dat levert dierlijk vet en dierlijk meel op. Het vet komt in biodiesel terecht, het meel gaat naar biomassacentrales of cementovens.
Speeltuin voor biologen
Marinebiologen van de universiteiten van Gent en Luik trokken als de bliksem naar het strand van De Haan. “Wij proberen van alles te verzamelen”, vertelt Marjan Doom van het Gentse universiteitsmuseum. Enkele parasieten eindigen wellicht in een bokaal met formaldehyde om tentoon te stellen. “Virologische en bacteriologische stalen nemen we mee voor onderzoek.”
Flipper wordt bewaard
Het kost te veel geld en moeite om een volledig skelet samen te stellen. Toch houdt Marjan Doom van de Gentse universiteit enkele botten bij. “Een flipper of arm, de bekkenbeenderen en de onderkaak nemen we mee. We kunnen ze gebruiken om de evolutieleer te demonstreren. De bekkenbeenderen zijn restanten van achterpoten. Die achterpoten zijn weg geëvolueerd, maar de bekkenbeenderen tonen dat ze er ooit geweest zijn.”
Wat is er geworden van Theofiel? Begin 2012 spoelde in KnokkeHeist een 13 meter lange potvis aan. Wetenschappers ontdekten dat Theofiel een bloedvergiftiging
had. Het dier werd verwerkt door Rendac. Slechts enkele onderdelen werden bijgehouden door de Universiteit van Gent.