Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik wil me alleen nog met comedy en wetenschap bezighouden”
Lieven Scheire, blij met zijn keuze voor het freelancebestaan
Lieven Scheire (37) is multi-inzetbaar: zijn laatste vier tv-programma’s waren telkens op een andere zender te zien. Na Eén, Ketnet en VTM vindt hij nu onderdak bij Canvas met Team Scheire. “Zenders willen vaak een populair sausje over wetenschap gieten, maar ik denk dat men de interesse in exacte wetenschap schromelijk onderschat.”
Een hersenverlamming hebben en toch een potje kunnen gamen. Zelfstandig blijven terwijl je aan jongdementie lijdt. Of in een rolstoel zitten en toch een ecologische moestuin kunnen onderhouden. Team Scheire brengt acht experten en uitvinders samen om creatieve oplossingen aan te reiken voor mensen die daar het meest behoefte aan hebben. Daarvoor maken ze gebruik van doodnormale doehet-zelfmaterialen, maar ook van hoogstaande technologie.
“Soms zijn er halve mirakels gebeurd”, zegt Lieven Scheire. “Ik stond meermaals paf van het resultaat. Neem nu Monique, een van de zestien mensen die we helpen. Zij is blind, maar net als iedereen zit ze op sociale media. Ze moet steeds aan anderen vragen om foto’s te nemen en die online te zetten. Ze wil zélf foto’s kunnen nemen. Lijkt onmogelijk, maar een softwarespecialiste van Microsoft nam de uitdaging aan.”
Mogen we Team Scheire een technologische, wetenschappelijke versie van De Droomfabriek noemen?
Dat is een toffe omschrijving. Bij De Droomfabriek ging het echter om mensen met een normaal leven die droomden van iets bijzonder, in ons programma gaat het net over dingen die voor de meesten onder ons alledaags zijn. Door een handicap of een ander probleem ontbreken ze in het leven van deze mensen, en dat gaat ten koste van hun levenskwaliteit. Ook een goed voorbeeld is Cato, die een slaapstoornis heeft. Als niemand haar wakker maakt, slaapt ze vijftien tot twintig uur per dag. Als je haar even wekt, valt ze direct terug in slaap en herinnert ze zich niks van die paar seconden. Haar écht wakker maken duurt een kwartier. Daarom zijn haar lief, broer of moeder altijd in de buurt. Met dat probleem gingen wij aan de slag.
Als jullie deze mensen een oplossing kunnen aanreiken, waarom werden ze dan niet eerder door grote bedrijven geholpen?
Als een grote groep mensen met hetzelfde probleem kampt, gaan bedrijven of zorginstellingen daar mee aan de slag, maar onze cases zijn te individueel. Het gaat om mensen met een specifieke beperking en een specifieke wens. Onze uitvinders komen dan ook op de proppen met oplossingen die nog niet bestaan. Ze reiken prototypes aan, die soms nog voor verbetering vatbaar zijn. Een van onze makers ging na de opnames verder aan de slag om zijn realisatie nog meer op punt te stellen. Een groot deel van de plannen van de realisaties komt trouwens online, zodat mensen met hetzelfde probleem kunnen
geholpen worden.
Je experten hebben ‘makerspaces’ waar ze aan de slag gaan. Heb jij als notoire nerd thuis ook een ‘man cave’ waar je je helemaal kan laten gaan?
Ik ben een beginneling op dat vlak. Ik heb een 3D-printer en een paar kleine microcomputers om motoren en sensoren aan te sturen. En ik heb een deur gemaakt aan het kippenhok die automatisch dichtgaat als de avond valt. Maar als je het vergelijkt met mijn collega’s uit Team Scheire, ben ik een groentje.
De Schuur Van Scheire, in 2015 te zien op Eén, leek ideaal om wetenschap voor een breed publiek te brengen, maar het programma werd snel stopgezet. Wat ging er fout?
Ik denk dat ik toen in het snel veranderende medialandschap met mijn hoofd nog in de oude situatie zat. Bij Woestijnvis kregen we jaren geleden belachelijk veel tijd om een idee te ontwikkelen. Al wat we deden werd extreem tegen het licht gehouden door onszelf en het bedrijf. Achteraf bekeken was De Schuur best een goed programma, maar ik vond het op dat moment – misschien ten onrechte – niet goed genoeg. Ik werkte zelfs geruime tijd aan een verbeterde versie. Om tijd te kopen, deed ik ondertussen De Allesweter. Dat was een toffe quiz, maar het was geen format dat bij mij paste.
Was dat de reden dat je bij de VRT vertrok en freelancer werd?
Ik heb er toen inderdaad voor gekozen om geen langlopende deals meer te sluiten, die het risico verhogen dat ik bij het verkeerde programma beland. Ik wil me alleen nog met comedy en wetenschap bezighouden. En dat lukt aardig. Er zijn opdrachten van de VRT en VTM
en uit Nederland. Ik sta regelmatig op de podia. En dan zijn er nog losse opdrachten zoals De Grote Schijn, het spektakel dat momenteel te zien is in het Antwerpse Rivierenhof waarvan ik ambassadeur ben. Het freelancen maakte me in het begin onzeker, maar de grootste angst ligt nu achter me. (dat een vervolg plant op ‘Kan Iedereen Nog Volgen?’, red.)
Ben je nog steeds bezig met je podcast Nerdland, die je omschreef als je ‘pamper voor uitlegincontinentie’?
(knikt) Ik ben daarmee begonnen als een soort zelfhulpgroep voor wetenschappers die vinden dat er in de media te veel water bij de wijn moet gedaan worden. We snappen dat wel, maar dit is dan echt onze speeltuin. Als we een halfuur over artificiële intelligentie willen praten, doen we dat gewoon. We dachten dat de meeste mensen na vijf minuten niet meer zouden kunnen volgen, maar dat valt mee. We hebben 20.000 luisteraars in Vlaanderen en Nederland. Dat is veel, en bewijst dat er niet alleen geeks luisteren.
Denk je dat de populariteit van wetenschap dankzij de televisie is gestegen?
‘‘Het is moeilijk te zeggen op welk niveau ik als wetenschapper zou geraakt zijn. Het is niet omdat je het graag doet, dat je een genie bent.’’
Bij het publiek wel, bij de zenders niet. (lachje)
Ik denk dat dat komt omdat er bij de televisie veel mensen uit de kunsten en de humane wetenschappen werken. Haast niemand bij de VRT heeft een achtergrond in de exacte wetenschappen. Mijn gevoel is dat men de interesse van het publiek in wetenschap daardoor schromelijk onderschat. Wetenschappelijk nieuws komt wel aan bod in Het Journaal en online, maar verder gaat het niet. Bij Canvas worden er buitenlandse dingen aangekocht. Maar een zuiver wetenschappelijk programma, zonder dat er human interest of entertainment bij moet, krijg je in Vlaanderen aan de straatstenen niet kwijt.
Wanneer ontdekte jij je mateloze fascinatie voor wetenschap?
Zoals velen, in het middelbaar. Voor vakken als wiskunde, chemie en biologie waren mijn punten best oké. Maar fysica, dat ging echt ontzettend vlot. Subatomaire fysica en kosmologie waren echt passies. Omdat ik het zo boeiend vond, ging ik het ook steeds liever doen, en ben ik qua studies ook die richting ingeslagen.
Heb je er nooit spijt van gehad dat je de televisie boven de wetenschap hebt gesteld?
Ik vraag me dat geregeld af. Vorige week heb ik opgetreden in het CERN in Zwitserland, de Europese organisatie die vooral bekend is van de deeltjesversneller. Ik sprak er met Vlamingen die daar werken. Dan bekruipt me het idee dat ik een collega van hen had kunnen zijn. Anderzijds zou ik voor die keuze ook veel hebben moeten opgeven. Die gasten zijn wetenschappelijke globetrotters. Ze doctoreren vijf jaar in de VS, doen vier jaar onderzoek in Genève en gaan dan drie jaar lesgeven in Bangkok. Laat me zeggen dat ik blij ben met de dingen die ik mag doen. Het is moeilijk te zeggen op welk niveau ik als wetenschapper zou geraakt zijn. Het is niet omdat je het graag doet, dat je een genie bent.
Hoe staat het met je comedyplannen in GrootBrittannië?
Ik probeer er elke maand één of twee comedyshows te doen, vooral om mensen te leren kennen. Ik ben nu op zoek naar een groter project waar ik geruime tijd aan kan werken. Dat is hangende. Ik ben ginds in gesprek met mensen voor een televisie- of podiumproject. Ik weet niet of het zal lukken. Maar ondertussen zijn er de losse optredens, die zijn ook tof om te doen.
Helpt de comedy je bij de wetenschap?
Ja, maar mij niet alleen. In de wetenschap wordt er sinds enige tijd geweldig ingezet op communicatie. Er bestaan cursussen voor wetenschappers over hoe ze een onderzoek kunnen uitleggen. Of hoe je een moeilijk onderwerp in drie minuten krijgt uitgelegd. In Groot-Brittannië zijn er zelfs comedyshows uitsluitend voor wetenschappers, die zo hun verbale vaardigheden kunnen trainen. Ik vind stand-upcomedy de hoogtestage van spreken in het openbaar. Je kan je op een podium achter niks wegsteken. Als mensen het niet goed vinden, is er geen enkele manier om te zeggen dat ze ongelijk hebben. Je bent verplicht om altijd scherp te zijn.
Is het anno 2018 hip geworden om nerd te zijn?
Ja. De typische jaren negentig-nerd, die op sociaal vlak niet zo vlot was, zat veel meer vast in zijn omgeving. Vroeger had het woord ‘nerd’ een negatieve bijklank, nu is het cool geworden. Al is dat een ander soort cool dan die van de surferboys. Nerds zijn niet zo Instagram-cool (lacht).
Wat heeft die ommekeer veroorzaakt?
Ik kan er de vinger niet op leggen. Het is wel zo dat de thematiek meer aanwezig is. Er zijn de Batman- en Supermanfilms, het jarenlange succes van The Big Bang Theory en beurzen als Facts en Comic Con… Daarnaast gebruikt iedereen vandaag moderne technologie. Begin jaren negentig was je nog een buitenbeentje als je een computer en internet had. Nu lopen we allemaal met een smartphone rond. Gamen is ook alomtegenwoordig.
Technologie en wetenschap evolueren. Hoe kijk je op dat vlak naar de toekomst?
Ik ben een vooruitgangsoptimist, maar ik ben niet vrij van zorgen. Er zijn grote veranderingen op til. Als die slecht vallen, kan dat voor drama’s zorgen. Ik denk aan de genetica. Over twintig jaar kunnen we het krijgen van kinderen genetisch sturen. Dat levert ethische dilemma’s op.
Ook artificiële intelligentie baart me zorgen. Wat we online doen, wordt constant bekeken. Nu al kan een computer patronen in aankoopgedrag herkennen en mensen sturen om iets te kopen. Dat is nog relatief onschuldig. Maar het volgende is politiek en maatschappij. Een computer wil zelf niks, en geeft er geen moer om als je hem uitzet. Maar de mens, met z’n drang naar macht en agressie, gaat uiteindelijk computers gebruiken om gedrag te sturen.
Iets anders: mogen we nog hopen op een comeback van het collectief Neveneffecten, dat Vlaanderen onder meer de tv-klassieker Basta schonk?
Wij zijn deze zomer samen op vakantie geweest. We zitten ook om de zoveel tijd in elkaars tuin, maar op dit moment is het vooral een vriendschappelijk collectief. Jonas Geirnaert is jarenlang fulltime met zijn fictiereeks
De Dag bezig geweest. Jelle (De Beule, red.) en Koen (De Poorter, red.) hadden het druk, en mijn agenda zit ook steeds vol. Ik denk dat het zoeken is naar een moment dat we alle vier tijd hebben. Zeg nooit nooit, maar voorlopig is er niks.
Zie je je kinderen Gitte (10), Lander (9) en Hazel (3) in papa’s voetsporen treden?
Ze hadden niet meteen een klik met wetenschap. Maar als ik met de 3D-printer bezig was, waren ze wel altijd geïnteresseerd. Gitte en Lander zitten nu in een technologieclub waar ze dingen verzinnen en bouwen. Met een 3D-tekenprogramma maken en printen ze bijvoorbeeld een robot met led-lampjes als ogen.
Ik wil zeker niet de sturende papa zijn. Ik probeer mijn interesses niet op hen te projecteren. Ik denk dat het in onze huidige informatiemaatschappij erg belangrijk is dat je je kinderen zelf antwoorden leert zoeken. Ik wil wel dat ze snel Engels leren, want dan wordt je informatie-aanbod op het internet verduizendvoudigd.
Stellen ze je soms vragen waar je het antwoord op schuldig blijft?
Geregeld. Gewoon omdat de wetenschap het ook niet weet. Zo vroegen ze bijvoorbeeld waarom mensen geeuwen. Alle theorieën, van zuurstoftekort tot oververhitting van de hersenen, zijn al ontkracht. Een week later vroegen ze dat trouwens opnieuw, omdat ze dachten dat de wetenschap intussen wel een antwoord zou gevonden hebben