Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik heb leren leven met de druk”
Nina Derwael, van anoniem turnstertje tot absolute wereldtopper
Neen, het is geen schande als de naam Nina Derwael (18) u enkele jaren geleden weinig zei – tenzij u een turnfan in hart en nieren bent. Maar op dit WK in Doha is de 18-jarige kandidaat-wereldkampioene, eind dit jaar is ze kandidaatSportvrouw van het Jaar en op de Olympische Spelen van Tokio 2020 kandidaatmedaillewinnares. Een beetje meer BV (bij publiek én jury)
Voor het eerst in haar carrière werd Nina Derwael dit jaar rondgereden in een open wagen in het Koning Boudewijnstadion, nadat ze met twee medailles (goud aan de brug met ongelijke leggers, zilver aan de balk) van het EK was teruggekeerd en zo een van de succesvolste Belgische sporttoppers van de voorbije zomer was. Voor het eerst speelt het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité haar uit als ambassadrice voor Tokio 2020. Sinds ze zich twee jaar geleden als eerste Belg ooit tot Europees turnkampioene kroonde, is haar status van BV alleen maar gestegen. Derwael: “In het begin had ik last om om te gaan met de steeds stijgende aandacht en verwachtingen, maar ik heb leren leven met de druk. En ik kan nog altijd gewoon over straat wandelen, hoor. Af en toe vraagt er wel iemand om een foto of een handtekening, maar ik mag echt niet klagen. Voorlopig heb ik daar geen last van, ik hoop dat dat zo blijft.” Haar bekendheid helpt haar sowieso op sportief vlak. De internationale juryleden weten inmiddels ook wie Nina Derwael is en wat ze allemaal kan. Dat is een voordeel als er punten moeten worden uitgedeeld op internationale tornooien. “Het zou niet mogen meespelen en ik vind dat spijtig, maar het werkt wel een beetje in mijn voordeel. De jury houdt er rekening mee dat iemand een
naam is, en dat maakt wel een klein verschil.”
Een oefening die haast niemand anders kan
Enkele weken geleden won Derwael een interland tussen drie landen aan de brug met ongelijke leggers, haar sterkste toestel, met een score waarmee ze vorig jaar wereldkampioene zou zijn geworden – ze behaalde toen op dat WK brons. Derwael staat er dus beter dan ooit voor op dit WK. Ze heeft in de loop der jaren de moeilijkheidsgraad van haar oefening altijd opgedreven tot iets wat haast niemand anders ter wereld kan. Yves Kieffer, haar coach: “Nina heeft op dit WK een oefening waarmee ze wereldkampioene kan worden.” Derwael: “Vrijwel niemand anders heeft zo’n hoge startwaarde.” Voor wie dat als koeterwaals klinkt: de startwaarde wordt bepaald door de moeilijkheidsgraad van de oefening en de combinatie van verschillende elementen in een oefening. Voordeel: áls Derwael die oefening vlekkeloos uitvoert, is ze vrijwel zeker van een medaille. Nadeel: hoe moeilijker, hoe meer kans op een foutje en dus puntenaftrek. Derwael: “De grote vraag is altijd: hoe moeilijk kan ik het maken, zodat het toch nog heel netjes blijft? Dat evenwicht hebben we door de jaren heen met kleine beetjes verhoogd. Je moet kunnen overbrengen: Allee, zo moeilijk kan dat toch niet zijn, die oefening, zie eens hoe vloeiend. Terwijl dat dus helemaal niet zo makkelijk is, hé.” (lacht)
Een lijf dat volwassen wordt
Het is een valkuil voor heel wat turnsters. Turnen is een sport waarin de atletes op jonge leeftijd aan de top staan, net in die periode waarin ze worstelen met hun puberteit en met hun lichaam dat verandert. Sommige turnsters – net zoals bijvoorbeeld zwemsters – haken daardoor af of gaan slechter presteren omdat ze hun techniek niet meer op orde krijgen. “Ik heb daar weinig problemen mee gehad, vooral omdat die veranderingen beetje bij beetje kwamen. Ik heb bijvoorbeeld niet opeens een ferme groeischeut gekregen, waardoor ik plots tien centimeter groter was. Neen, ik ben geleidelijk gegroeid. Ik heb niet zo drastisch mijn techniek of oefeningen moeten aanpassen, maar met heel kleine beetjes. En daar ben ik wel blij om.”
De status van mogelijke Sportvrouw van het Jaar
In het strafste Belgische sportjaar ooit, afgaande op medailles op internationale kampioenschappen, zet Nina Derwael haar voet tussen de grote sportvrouwen als straks de prijs van Sportvrouw van het Jaar wordt uitgereikt. Enkele jaren geleden maakte ze geen enkele kans, dit jaar zou ze als eerste turnster ooit op die erelijst kunnen prijken. “Maar daar lig ik nu echt niet wakker van. Als ik ergens van wakker lig, dan van dit WK, al valt dat nog mee. (lacht) Ik redeneer niet: ik wil die medaille pakken omdat ik dan Sportvrouw van het Jaar zou kunnen worden. Maar het zou wel een mooie bekroning zijn voor al het harde werk in de turnzaal, dag in dag uit.”