Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Doelman Mike Vanhamel: “Het is ‘money time’ voor Beerschot Wilrijk”
Doelman Mike Vanhamel zal vanavond alleen maar met drie punten tevreden zijn
Ondanks een 3-0voorsprong vrijdag in de thuiswedstrijd tegen OH Leuven was er tijdens de slotfase nog een allerbeste doelman Mike Vanhamel nodig om de drie punten op het Kiel te houden. “Ik ga mijn verantwoordelijkheid als doelman niet uit de weg”, stelt de 28-jarige Brabander. “Ik liet 1A achter voor 1B om met Beerschot Wilrijk te promoveren.”
“In 1B weet je dat geen enkele match gedaan is voor de 90 minuten en blessuretijd effectief verstreken zijn. Dat mocht Tubeke zaterdag nog ondervinden op het veld van Union. Wij speelden tegen OHL een degelijk tot zeer goed eerste uur, waarin we veel energie verbruikten. Tijdens de slotfase moesten we meer vanuit de organisatie en korter bij elkaar gespeeld hebben. Vergeet daarbij niet dat OHL momenteel misschien wel vertrouwen mist, maar alleszins nog over heel wat kwaliteit en ervaring beschikt. Spelers als Duplus, Hubert en Dequevy verdienden hun strepen in 1A. Wij moeten ons vastpinnen op dat eerste uur. Daarna hebben we nog kansen gehad maar hebben we er ook weggegeven. Mijn reddingen tijdens het laatste halfuur hebben me wel vertrouwen geschonken. Dit kan voor mij de referentiematch voor de rest van mijn seizoen worden.”
Hoe blik je terug op je voorbije wedstrijden én de prestaties van de ploeg?
“Tijdens mijn eerste wedstrijd van de competitie, in Tubeke, ging ik in de fout. Dat er toen kritiek kwam, was niet meer dan terecht. Als ik in de fout ga, mag dat ook gezegd worden, net zoals dat gebeurt bij elke andere speler. Daar heb ik geen probleem mee. In de matchen erna ging het vaak over detailkritiek. Voetbal is niet gemaakt om objectief te zijn. De balans van de ploeg is wat onze laatste vijf wedstrijden betreft zeker positief. Van die vijf matchen wonnen we er vier. Op KV Mechelen verloren we met 3-0, maar die score gaf niet het juiste beeld van de match. Dat we dat verlies tegen KVM achter ons lieten liggen, bewezen we vrijdag tegen OHL. We gaan nu voluit voor de eerste periodetitel.”
“We hoeven alleen te kijken naar de resultaten van KV Mechelen. Verder hebben we zelf alles nog in handen. Union en Lommel staan ook boven ons, maar hen ontmoeten we nog in een onderling duel dat we wel moeten winnen. Zo blijven we louter afhankelijk van de resultaten van KVM. Het is nu dus money time voor Beerschot Wilrijk in 1B, al zal het bijzonder moeilijk worden en blijft KV Mechelen favoriet.”
“Op lange termijn iets voorspellen in 1B is puur gokken. Wel leerde ik dat alles kan. Met WS Brussels werd ik kampioen nadat we pas op de laatste speeldag op de eerste plaats kwamen te staan. Een heel seizoen waren we derde. Met Lierse verloren we de eerste periode op de laatste speeldag, werden we kampioen met vijf punten voorsprong maar speelden we geen eindronde. In 1B is elke match een bekermatch die alle kanten kan uitgaan. Ploegen als KVM, OHL en wij zijn op termijn wel in het voordeel omdat we over een brede kern beschikken. Zo is de kans op het verrassingseffect groter tijdens de tweede periode. Ploegen als Lommel en Union bouwen aan een typeelftal en kunnen minder verrassen.”
Nu trekken jullie naar Union. Op het Kiel werd slechts nipt gewonnen met 1-0.
“Ik zag Union bezig tegen Tubeke, waarvan het moeizaam won met 3-2. Het was een uur niet aanwezig, maar zette op basis van zijn klasse een scheve situatie recht in een kwartier. Ze hebben dus de kwaliteit om een wedstrijd te doen kantelen. Dat moeten we alleszins meenemen. In de heenmatch was Union voor ons nog een relatief onbekende ploeg. Ondertussen leerden we dat als je de verdediging niet onder druk zet, ze sterk kunnen uitverdedigen, dat je Gérard op het middenveld best niet te veel aan de bal laat komen en dat Niakaté altijd scoort als je hem ruimte geeft. Daar kunnen we ons nu op instellen.”
Wat zijn de werkpunten voor dit jonge Beerschot Wilrijk? “We moeten vooral stabieler worden. Niet
tien minuten schitteren en daarna voetbal brengen dat niet om aan te zien is. Op Westerlo begonnen we slecht, maar we konden wel de knop omdraaien en begonnen plots beter te voetballen. Dat is weinig ploegen gegeven. We hebben individuele kwaliteit om dat te kunnen, met een Brogno die met één actie een match kan doen kantelen, met Noubissi die op elk moment kan scoren, met de infiltratiekracht van Van Hyfte. We moeten meer ageren dan reageren en ons niveau negentig minuten leren aanhouden.”
Je had al heel wat clubs. Is op het Kiel spelen speciaal?
“Bij WS Brussels zat er soms 35 man op de tribune. Daar kon je een hele match op je zestien meter blijven staan, eenmaal counteren en scoren, niemand die commentaar leverde. Bij Lierse en KV Oostende werd niet verwacht dat je altijd won. Bij Beerschot Wilrijk heb je zelfs als speler het gevoel dat je tegen een ploeg die zelfs driemaal sterker is, kunt winnen. Dat is raar. Soms heb ik als speler de indruk dat er geen uitvak voor de supporters van de tegenstander voorzien is. Buiten de elf spelers op het veld hebben ze niemand. Dat creëert vaak een extra boost voor de ploeg.”
Je aandeel in de 3-1-overwinning tegen OH Leuven was niet gering. Tijdens de slotfase moest je nog vol aan de bak.
Hoe hoog schat je de kansen van Beerschot Wilrijk op die eerste periodetitel in, met nog slechts drie wedstrijden te gaan?
Maakt spelen achter drie, vier of vijf
verdedigers een verschil uit voor jou als doelman?
“Mijn belangrijkste kwaliteit als doelman is dat ik kan meevoetballen. Staan we met drie of vijf achteraan, dan heb ik altijd de centrale verdediger voor mij aan wie ik de bal moet geven. Met vier achterin kan ik voetballende oplossingen bieden aan mijn twee centrale verdedigers. Een ploeg met elf veldspelers is toch in het voordeel tegen een ploeg met slechts tien veldspelers. Geef mij dus maar een viermansverdediging.”
Doelman zijn is sowieso een speciale taak. Benijd je soms de veldspelers niet?
“Als je een redding doet als doelman, heeft iedereen het gezien. Dat is een voordeel. Ga je in de fout, heeft ook iedereen het gezien. Een keeper en de spits zijn het gemakkelijkst de helden van het elftal, maar ze worden ook het snelst afgeschoten. Daar heb ik geen probleem mee. Ik neem graag mijn verantwoordelijkheid die ik hier krijg van Beerschot Wilrijk en die ik ook zelf neem. Ik ben van 1A naar 1B gekomen om met Beerschot Wilrijk naar 1A te gaan. Laat dat duidelijk zijn. Mislukt het dit seizoen, dan gaan we er volgend seizoen weer vol voor. Maar daar denk ik nu nog niet aan. Nu telt enkel dit seizoen en dit seizoen is alles nog mogelijk.”