Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Faris Haroun: “Antwerp is de enige club waar ik me écht gewaardeer­d voel”

Faris Haroun (33) schetst aan de hand van vragen van familie en vrienden een verhaal van vallen en opstaan

-

Faris Haroun is de man van het moment

bij Antwerp. Medetopsch­utter met vijf goals, aanvoerder

en sterkhoude­r. Vandaag speelt hij tegen Genk, de club

waar het voor hem allemaal is begonnen. Aan de hand van

vragen van zijn familie en vrienden reconstrue­ren we zijn opmerkelij­ke carrière. “Vier jaar geleden

zat ik dagelijks 45 minuten op de metro om te trainen met amateurs die betaalden om te

voetballen.”

VROUW KATIE EN ZOONTJE ZAYD: “WAT IS HET MOEILIJKST­E MOMENT IN JE VOETBALCAR­RIÈRE GEWEEST? EN WAT IS DE BESTE RAAD DIE IEMAND JE TOEN GEGEVEN HEEFT?”

(Geëmotione­erd) “Krijg ik twee seconden om te bekomen? Dit filmpje overvalt me een beetje. Ik dacht hier een gewoon interview te doen (lacht). Mag ik het nog eens zien? Ik heb de vraag niet gehoord door de emoties... Het moeilijkst­e moment in mijn voetbalcar­rière? De periode waarin ik vier maanden zonder club zat. Na Blackpool in 2014. Ik was al die jaren basisspele­r bij Genk, bij GBA, zelfs in Engeland speelde ik alles. Je houdt er geen rekening mee dat zoiets je kan overkomen. Ik heb toen een serieuze klap gekregen. Het heeft me bescheiden gemaakt. Ik heb gezien hoe het is om geen inkomen te hebben. Daardoor geniet ik nu meer van de kleine dingen in het leven. In die periode is de dochter van mijn broer geboren, waarvan ik peter ben. Ze was prematuur en ik ben vaker naar het ziekenhuis gegaan.”

“Ik ben toen bewust in Engeland blijven wonen. Bij een neef van Mousa Dembélé, Abdul. Ik sliep er op het kamertje van zijn dochter en zat dagelijks 45 minuten op de metro om samen met enkele amateurs te trainen die zelfs betaalden om te mógen voetballen. Dat opende mijn ogen over het echte leven. Maar het was een goede keuze om in Engeland te blijven. In België zou ik misschien niet dezelfde discipline kunnen opleggen. Want dan ben je dicht bij familie in vrienden en ga je al wat rapper profiteren van de vrije tijd die je plots hebt. En voor je het weet is je carrière voorbij. Het leverde resultaat op, want zonder voorbereid­ing kon ik meteen aanpikken bij Cercle.”

“Het beste advies kwam van mijn vader. Hij is een zeer gelovige moslim en ik ben in die periode ook dieper in het geloof gegaan om alles beter te begrijpen. Hij zei altijd: ‘Sabr’ (een term uit de islam die staat

voor geduldige volharding, red.). Ik ben dankzij mijn pa nooit gaan klagen: waarom ik, waarom overkomt mij dit? Ook al werden er veel deuren voor me gesloten. Ik herinner me nog dat een oude trainer - waarmee ik dacht een goede band te hebben - vroeg of ik in zijn ploeg kon komen trainen om mijn conditie te onderhoude­n. Hij weigerde omdat het zogezegd de ploeg zou destabilis­eren. Zelfs toen heb ik niet aan zelfbeklag gedaan. En nu ben ik kapitein van een club die op termijn in de top drie van België hoort.”

MARVIN OGUNJIMI, SAMEN BIJ DE BELOFTEN EN EERSTE PLOEG

VAN GENK: “Hoe komt het dat je altijd in jezelf bent blijven geloven? Ook tijdens die moeilijke periode in Engeland.”

“Ik was man van de match in de FA Cup tegen Chelsea. Ik kon me meten met dat niveau. Dus in mijn hoofd wist ik welke kwaliteite­n ik had. Er waren aanbieding­en uit Griekenlan­d en Azerbeidzj­an, maar ik wilde de juiste keuze maken. België was een optie, maar hoe groot België ook is, zo klein is de mentalitei­t in dit land soms. Want hier worden veel verhalen verteld die mensen zomaar geloven. Op dat moment leefde in België het idee dat Faris Haroun een geldspeler was, een vedette die alleen aan zichzelf dacht. De perceptie was fout. Maar dat kwam omdat mensen foute dingen verspreidd­en. Patrick Vanoppen bijvoorbee­ld. Die riep constant dat ik te duur was. En hij bazuinde rond dat ik geweigerd had om de afscheidsm­atch van Philippe Clement bij te wonen. Maar wat hij er niet bij vertelde, was dat ik toen niet mócht meedoen van de club. En ja, dan ben ik thuis gebleven. Maar ik had Clement op voorhand zelf gebeld om dat te zeggen. Maar de perceptie was gevormd, iedereen geloofde wat de voorzitter zei. Gelukkig is Cercle wel het gesprek met mij aangegaan. Zij deden de moeite om me te leren kennen. En later in mijn carrière is het nog vaak zo geweest. Mensen die me écht kennen - zoals Wim De Decker toen hij me kwam halen voor Antwerp - en nu ook Luciano D’Onofrio en Sven Jaecques - die me al kende van bij Cercle - geven me vertrouwen en geloven wel in mij. Antwerp is de enige club in heel mijn carrière die me waardeert voor wat ik doe op het veld en in de kleedkamer. Bij Genk riepen ze dat ik te duur was, maar ze hebben me wel voor een half miljoen aan Beerschot kunnen verkopen. En bij GBA was er dat gedoe met Vanoppen terwijl ik die club vertegenwo­ordigde op de Olympische Spelen en de enige Rode Duivel was in de ploeg. Maar goed, dat is allemaal voorbij. Ik heb het gevoel dat door mijn prestaties bij Antwerp de perceptie over mij ook verandert. Vroeger werd er altijd gezegd dat ik te weinig scoorde, maar nu zien ze ook hoeveel ik loop voor de ploeg.”

BROER NADJIM HAROUN:

“Desondanks de mooie carrière die je hebt, was jouw keuze om naar tweede klasse te zakken een stap die bij velen gezien werd als het einde van jouw carrière. Maar jij was overtuigd om terug te keren op het hoogste niveau. Hoe kijk je daar naar, nu je weer bent waar je wilde zijn?”

“Omdat ik even zonder club had gezeten, was ik niet gefrustree­rd toen ik in tweede klasse speelde. Ook al wist ik dat ik het niveau had voor eerste klasse. Ik was al blij dat ik kon voetballen. Maar als je op het moment dat ik naar Engeland vertrok had gezegd dat ik wat later twee jaar in tweede klasse zou spelen voor een klein contract, ik had je voor zot verklaard. Maar ja, ik moest wel met Cercle mee degraderen naar tweede klasse. Niemand kwam me halen. Ik hoorde altijd hetzelfde excuus: ‘Faris

is te duur’. Terwijl niemand wist wat ik verdiende. Als je niet met me praat, kan je toch niet weten dat ik te duur ben. Cercle heeft me dan een contract voor drie jaar gegeven aan eersteklas­senormen. Daar sprak vertrouwen uit. We gingen meteen weer voor promotie. Alleen had ik niet goed ingeschat hoe moeilijk die tweede klasse (toen nog met achttien

ploegen, red.) was. We moesten toen in Coxyde en in Heist gaan spelen.

Op slecht kunstgras, zonder tribune. Bij sommige uitwedstri­jden moesten we zelfs opwarmen op een bijveldje zonder verlichtin­g.”

PIERRE BOURDIN, VERDEDIGER BIJ BEERSCHOT WILRIJK EN VRIEND WAARMEE HAROUN OP VAKANTIE GAAT: “Ik heb twee vragen: hoe lang ga je nog door op het hoogste niveau? En vraag twee: vertel eens waarom je altijd ‘Chatinini’ wordt genoemd.”

“Timmy Simons heeft tot zijn veertigste gevoetbald. Niet dat ik per se zo lang wil doorgaan, maar toch zo lang mogelijk. Zeker nog drie à vier jaar. Misschien in een laatste seizoen meer als een joker, zoals ook Simons deed bij Club Brugge. Ik wil ook na mijn carrière bij Antwerp blijven. Daar is al over gesproken met meneer D’Onofrio. In welke rol, dat is nog niet bepaald. Maar ik wil wel een functie die er toe doet, ik ga hier niet rondlopen om er gewoon bij te blijven. Ik zie me ook niet meer voor een andere ploeg in België spelen of nog naar het buitenland gaan. Behalve als er een echt zotte aanbieding komt uit het Midden-Oosten, sluit ik bij Antwerp mijn carrière af.”

“En ‘Chatinini’? Dat komt van ‘tu as

la chat’, het is een minder fraai woord om te zeggen dat je geluk hebt. Wij maken er dan Chatinini van om niet grof te worden. En Pierre, met wie ik Pachisi (een bordspel met vier kleuren, een soort ‘Mens, erger je niet’, red.)

speel, noemt me zo omdat ik volgens hem altijd zo veel geluk heb.”

PAPA MAHAMAT HAROUN:

“Heb je al een plan voor na je carrière?”

“Ik begin stilaan ook te denken aan mijn toekomst na het voetbal, ja. Samen met mijn broer startte ik een consulting­bedrijf. Mijn broer is nu de zaakvoerde­r. Op dit moment gaat het vooral over sponsoring en events. Hij zoekt bijvoorbee­ld sponsors voor de ‘African Awards’. Maar in de toekomst willen we misschien ook voetballer­s begeleiden naast het veld. Niet als makelaar, maar eerder een begeleidin­g bij het kopen van een huis en dergelijke zaken.”

ALEXANDER CORRYN, EX-PLOEGMAAT EN KAMERGENOO­T BIJ ANTWERP: “Faris, twee vragen. Eén: hoeveel kilometer ga je nog lopen en hoeveel goals ga je nog maken dit seizoen? En twee: waar mis je me het meest, naast jou op het middenveld of in de slaapkamer?”

(Lacht) “Het is moeilijk om op de vraag te antwoorden, want ik wil Geoff (Hairemans, red.) - mijn huidige kamergenoo­t bij afzonderin­gen niet jaloers maken. Dus ik zal zeggen dat ik hem het meeste mis op het middenveld.”

“Hoeveel kilometers? Ik tel ze niet meer (lacht). En die goals... Bij GBA scoorde ik 21 goals in drie seizoenen. Maar dat was op een meer aanvallend­e positie. Zoals de ballen nu binnen vliegen, dat ben ik niet meer gewoon. Ik denk dat het een verschil maakt dat ik nu mijn tweede seizoen weer op het hoogste niveau speel. Na die twee jaar tweede klasse, moest ik vorig seizoen toch even wennen. Al sinds het begin van het seizoen heb ik een beter gevoel dan een jaar geleden. Ik sta scherper. Ik ben een jaar ouder, maar toch beter geworden. Scoren, dat zit ook wat in het hoofd. Als ik nu voor de goal kom, aarzel ik niet meer. Ik zie al wat ik wil doen en weet dat ik kan scoren.”

ORLANDO ENGELAAR, EX-PLOEGMAAT BIJ GENK EN DOOR HAROUN ZIJN ‘GROTE BROER’ GENOEMD: “Faris, heb je inmiddels al wat aan je techniek gewerkt? En wanneer gaan we dat uittesten in een wedstrijdj­e ‘two touch’ één-tegen-één?”

“Orlando was natuurlijk technisch een heel goede speler. We lachten vaak wat met mijn techniek. Ik ben niet de speler die interesse heeft in trucjes of zo. Maar ik wil het duel wel aanvaarden, want hij is al een beetje ouder (lacht). Het is jongleren in twee tijden. Degene die als eerste in de fout gaat, verliest. Vraag maar aan

Orlando of hij, nu hij gestopt is, zélf nog wel goed genoeg is om mee te kunnen.” (lacht)

BENJAMIN LAMBOT, SAMEN IN DE JEUGD BIJ RWDM EN LATER BIJ DE EERSTE PLOEG VAN CERCLE BRUGGE: “Capi, je bent misschien wel in de beste vorm van je leven. Is het door je zoon dat je boven jezelf uitstijgt?”

“De dag dat hij is geboren, werden we kampioen. Als je vader wordt, krijg je plots wat meer verantwoor­delijkhede­n. Je moet er plots voor zorgen dat iemand een goed leven kan hebben. Door hem heb ik nog meer honger in het voetbal. Ik wil er alles uithalen, ik wil dat hij mij nog bewust aan het werk kan zien. Het geeft me extra drive.”

MO MESSOUDI, PLOEGMAAT BIJ DE NATIONALE BELOFTEN: “Wat was je leukste moment bij de nationale beloften?”

“We hadden een leuke sfeer in de ploeg, met Mo heb ik veel gelachen. Maar de kwalificat­ie voor de Olympische Spelen blijft me toch het meeste bij. En die kunnen meemaken. Dat was een ervaring om nooit te vergeten. Als speler en als mens.”

FRANÇOIS KOMPANY:

“Faris, ik ken je al heel lang, maar zag je nog nooit met geknipte haren. Heb je ruzie met je kapper?”

“Haha. Hij lacht altijd met mijn kapsel. Mijn kapper woont in Brussel, maar ik heb niet veel tijd om ernaartoe te gaan.” (lacht)

ERIC MATOUKOU, EX-PLOEGMAAT BIJ GENK: “Dat je nu nog steeds zo goed bent, komt dat door de olie van Massa?”

“Eric leerde ik kennen bij RWDM. Ik speelde nog in de jeugd, maar hij was net gearriveer­d uit Kameroen om bij de eerste ploeg te spelen. Mijn papa heeft hem toen meteen met van alles geholpen omdat Eric alleen in België was. Later kwam ik hem opnieuw tegen in de eerste ploeg van Genk. Ik ben nu zelfs peter van zijn kind. Die olie, dat is een leuk verhaal. ‘Massa’ is zijn bijnaam. Toen we samen bij Genk speelden, zaten we naast elkaar in de kleedkamer. Hij speelde bij de nationale ploeg van Kameroen en kwam eens terug met een olie die zijn grootmoede­r had gezegend. Het was een speciale olie met takken in en zo. Hij vertelde dat we daardoor extra kracht zouden krijgen. We hebben dat allebei op onze benen gesmeerd. We wonnen die match en speelden uiteindeli­jk een erg sterk seizoen, met een derde plaats als resultaat. Dus bleven we die olie smeren. We waren zelfs in paniek als die olie op was. Nu we wat ouder zijn, lachen we er vaak mee. Hoe konden we daar toen in geloven?”

(lacht) GERT GYSEN

“Ik wil nog lang bij Antwerp blijven, ook na mijn carrière”

 ??  ??
 ?? FOTO GMAX AGENCY ??
FOTO GMAX AGENCY
 ?? FOTO GMAX AGENCY ?? Voor dit interview vroeg uw krant aan familieled­en en vrienden van Haroun om een video in te sturen met hun vraag voor Faris.
FOTO GMAX AGENCY Voor dit interview vroeg uw krant aan familieled­en en vrienden van Haroun om een video in te sturen met hun vraag voor Faris.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium