Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Nick bouwt kathedraal volledig na met Lego
West-Vlaming bouwt vijf jaar aan gigantische Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Lego
West-Vlaming Nick Mortier is er zomaar even in geslaagd om de Antwerpse OnzeLieve-Vrouwekathedraal na te bouwen in Lego. Het kunstwerk is liefst 2,7 meter hoog. “Ik ben niet speciaal fan van Antwerpen, maar jullie kathedraal straalt echt macht uit.”
247.965. Zo veel blokjes heeft West-Vlaming Nick Mortier nodig gehad om de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekathedraal na te bouwen in Lego. Het huzarenstukje op een schaal van 1/48 kostte hem in totaal 687 uur werk, gespreid over vijf jaar. “Dat er zo veel tijd overgegaan is, is vooral een financiële kwestie”, zegt Nick, die in het dagelijkse leven arbeider is. “Zo veel legoblokjes kopen, kost algauw een paar duizend euro. Dat bedrag leg je niet zomaar neer in een paar maanden tijd.”
Mortier woont in Rekkem, deelgemeente van Menen, op meer dan honderd kilometer van Antwerpen. Toch koos hij de kathedraal van onze metropool als artistiek bouwwerk om na te maken. “Ik kwam op het idee toen ik met de Lego-club in het Duitse Frechen was, niet zo ver van de stad Keulen. Daar stond een gigantische replica van de Dom van Keulen. Ik vond het een prachtig nagemaakt werk. Dat wil ik ook ooit kunnen, dacht ik bij mezelf. En ik ben begonnen met de SintMaartenskerk van Kortrijk, mijn geboortestad.”
Typische zandkleur
Die Sint-Maartenskerk in Lego vond Mortier best indrukwekkend, maar toch niet zo imposant als de Dom van Keulen. “Dus ging ik op zoek naar een Belgische kathedraal die de vergelijking met die majestueuze Dom glansrijk kon doorstaan. Ik kwam al snel uit bij die van Antwerpen. Ik ben niet speciaal een fan van jullie stad, maar ik kom er altijd wel graag. Jullie Grote Markt is prachtig. En jullie fantastisch mooie kathedraal straalt een zekere macht uit. Voor mij persoonlijk is ze de mooiste van heel België. Bovendien heeft ze die typische zandkleurige stenen die ik zo graag wilde nabouwen. Dat kunnen niet veel kathedralen in ons land zeggen.”
Mortier reed naar de Onze-LieveVrouwekathedraal en kocht er een boekje met een grondplan. “Zo had ik een mooi zicht op de manier waarop ze geconstrueerd was. Maar dat is natuurlijk niet voldoende. Ik moest ook foto’s hebben. In totaal heb ik er, gespreid over verschillende bezoeken aan jullie kathedraal, meer dan duizend genomen. Ik ben zelfs met een lintmeter aan de slag gegaan, zodat ik de breedte van de ingang wist en die van de pilaren. Ik vond dat belangrijk. Ik
wilde alles zo waarheidsgetrouw mogelijk namaken, inclusief de juiste verhoudingen.”
Nick Mortier
‘‘Dat het zo veel tijd kostte, lag vooral aan de kostprijs. Zo veel blokjes kosten snel een paar duizend euro. Dat leg je niet zomaar neer.”
Yes, eindelijk!
Het moeilijkste van zo’n Antwerpse kathedraal in Lego is de onderkant. “De onderste legoblokjes moeten een enorm gewicht dragen, want het werk is toch 2,7 meter hoog. Dat is nog een pak meer dan een volwassen mens. Je moet er dus voor zorgen dat de basis stevig is. Gelukkig had ik met de Sint-Maartenskerk van Kortrijk een geslaagd testproject achter de rug. Op mijn 17de had ik ook al het Belfort van Kortrijk nagebouwd.”
Veel toeters en bellen kreeg Mortier niet toen hij het laatste blokje op de roemruchte Antwerpse toren klikte. “Ik was alleen thuis. Dus dat moment is een beetje in het water gevallen. Maar ik voelde me natuurlijk enorm opgelucht. Als je na vijf jaar minutieus knutselen eindelijk die laatste steen kunt leggen, dan is dat toch een beetje het gevoel van: yes, hier heb ik het
voor gedaan. Bovendien mocht het resultaat er best zijn.”
Op verplaatsing
De Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Lego-vorm staat nu nog bij Mortier thuis in Rekkem. Maar op 24 en 25 november stelt hij zijn bouwwerk tentoon op Brick Mania in de Antwerpse Expo. Mortier hoeft zijn bouwwerk daar gelukkig niet voor af te breken. Hij construeerde de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in zestien verschillende modules. “Daardoor kan ik ze makkelijk uit elkaar klikken, in de auto steken, vervoeren en ergens anders weer in elkaar klikken. Gelukkig maar, anders zouden die vijf jaar werk een beetje voor
niets geweest zijn.”