Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Op reis naar de Costa Brava van de Antwerpse rattenpopulatie
Het Halloween-gevoel in de ondergrondse riolen van de Scheldestad
De Antwerpse Ruien een dode boel? Reken maar van niet. Uw krant kreeg met Halloween in het vooruitzicht de kans om Antwerpen 5 meter onder de grond te ontdekken. En ze kwam terug met een notitieboekje vol (horror)verhalen. Toch voor wie een beetje fantasie heeft...
Suikerrui, huisnummer 21. Of beter: putnummer. Het is hier dat u 5 meter kunt afdalen om de Antwerpse Ruien te verkennen in een doordringende geur van te laat buitengezette vuilzakken en putlucht. In de middeleeuwen waren de kanaaltjes nog gewoon open. Maar de Antwerpenaar, toen al niet het toonbeeld van hygiëne en gezondheid, kieperde zijn afval ongegeneerd in het water en dat zorgde voor een rist ziektes en epidemieën. Pest, cholera, dysenterie, pokken en malaria, noem het en de metropool heeft het gehad.
KWELGEEST
De Antwerpenaars overleden met bosjes. Soms ging het zo snel dat de doden haastig in massagraven werden gedumpt. Om dat en de onfrisse geur te vermijden, besliste Napoleon in de 19de eeuw om het vorte zootje te overwelven. Daardoor stond Antwerpen in het midden van de 19de eeuw op het vlak van riolering verder dan Londen, Parijs of Chicago. Maar ook: als de fransoos dat niet gedaan had, dan zou Antwerpen er vandaag uitzien zoals Amsterdam met zijn gezellige grachten.
5 meter onder de pittoreske Suikerrui heeft gezelligheid plaatsgemaakt voor griezeligheid. U moet niet eens veel fantasie heb- ben om in de verte van zo’n schaduwrijke gang een buitenaards wezen te zien, weggelopen uit
Alien, de iconische sciencefictionfilm die Ridley Scott in 1979 regisseerde.
De Ruien worden helemaal een horrorprent als al na vijf minuten een onverwacht gestommel weerklinkt. Iemand die hierboven op een riooldeksel stapt, klinkt het sussend bij de gids. Of is het toch Lange Wapper, de kwelgeest die tevoorschijnt komt om dronkaards te achtervolgen. Volgens de legende zou hij nog steeds ronddwalen in de Antwerpse ondergrond.
MOED EN ZELFMOORD
Het parcours van de Ruien loopt van de Suikerrui via de Grote Markt en de Torfbrug tot aan het Conscienceplein. Om daar een bocht naar links te maken en via de Minderbroedersrui en de Koepoortbrug te eindigen in de Keistraat, op een zucht van de Antwerpse hoerenbuurt. In totaal gaat het om een traject van 1,8 kilometer dat open is voor het publiek. Dat is weinig als u weet dat er in totaal voor 8 kilometer Ruien onder de grond liggen.
De eerste kilometers hebben de meest lastige ondergrond. De combinatie van water, slijk en scheef geplaatste kasseien, maken van de Ruien een parcours waarvoor zelfs cyclocrosser Wout van Aert zou bedanken. Het is uitgerekend daar dat het fout loopt als ondergetekende zijn enige balpen in het water laat vallen. Uitwerpselen stromen al een tijdje niet meer in deze onderkant van de maatschappij. Dat gebeurt sinds 2009 door speciaal aangelegde buizen van Aquafin. Maar wanneer het overvloedig regent, dan kunnen de voormalige riolen nog steeds onderlopen. Met een mix van regenwater en vuil van de straat. Niet bepaald het weldadige levenswater dus. Wie daaruit een balpen durft te vissen, verdient een medaille voor moed en zelfopoffering. Of zelfmoord. Het is maar hoe u het bekijkt.
SPINNEN ETEN
Boven de Grote Markt zorgen caféklassiekers als Den Engel en Den Bengel al jaren voor sfeer en gezelligheid. Onder de kasseien is er van gemoedelijkheid al een tijdje geen sprake meer. Niet in het minst door de tientallen spinnenwebben die de gewelven bedekken. Hier huist de grote kaardespin, een gezellige dame die, nadat er uit haar eerste set eieren spinnetjes zijn gekomen, een tweede assortiment legt dat als voedsel dient voor haar nakomelingen. Wanneer die op zijn, mogen de kleintjes haar aansnijden.
Onder het Conscienceplein wordt het helemaal te gek om los te lopen als een dreigend gerommel de stokoude gangen vult. Het is het gedonder van een tram, sust de gids een tweede keer. Maar het zou ook zomaar een rochelende dode kunnen zijn. Want deze gang loopt tussen de crypte van de Sint-Carolus Borromeuskerk. Het is ook hier dat een van de voormalige pastoors van het godshuis ronddoolde om de stad van voedsel te voorzien tijdens de Tachtigjarige Oorlog in de 17de eeuw. Mogelijk is hij blijven ronddolen.
DODE RAT
Tot eind 19de eeuw had het smalle deel van de Minderbroedersrui aan Kipdorp de naam ‘de Engte van Gibraltar’. Smal is het 5 meter ondergronds in elk geval. En eng al zeker. De ondergrondse Minderbroedersrui is namelijk rattengebied. Het is er droog en de temperatuur cirkelt het hele jaar door rond de 15 graden. Dat maakt van dit stukje ruien de Costa Brava van de Antwerpse rattenpopulatie. Toeristen die de riolen bezoeken, zien er zo nu en dan ook eentje wegspringen. Op het einde van de Minderbroedersrui smukt een dood en halfopgegeten exemplaar de griezelige onderneming nog wat extra op. Deze jongen heeft het hart van de Costa Brava niet gehaald. Maar wie of wat heeft hem half afgekloven?
OPENSTAANDE BEERPUT
Wie aandachtig door de ondergrondse riolen van Antwerpen loopt, ziet heel af en toe daglicht.
Dat komt binnen via luchtschouwen. Die gigantische pijpen werden tijdens het overwelven van de Ruien gebouwd om de schadelijke gassen in de riolen te ventileren. In die riolen kan zwavelwaterstof ontstaan. Dat is een gas dat zich aan het ruiwater bindt en zo zwavelzuur vormt. Ook andere stoffen in het afvalwater, zoals ammoniak en industriële restproducten, bevuilen de Ruien. In 1899 zijn drie sluiswachters gestikt door zulke bedwelmende gassen.
Het zijn niet de enige doden die ondergronds Antwerpen doorheen de jaren opgevorderd heeft. Aan het einde van de achttiende eeuw verdrinken twee gasten van het toenmalige Hotel d’Angleterre in een openstaande beerput. Er zijn gezelligere manieren om aan je einde te komen. Best mogelijk dus dat hun rusteloze geesten hier
nog ergens ronddwalen. En dat is iets wat u onwillekeurig ook denkt, telkens wanneer u gestommel hoort in een van de in duisternis gehulde gangen. Of zou het een hongerige krokodil zijn? Toen de Ruien in de jaren 60 openden voor rondleidingen, maakten de gidsen het publiek wijs dat er krokodillen onder de gewelven leefden. Een broodjeaapverhaal, sust de gids een derde keer.
SPOOKFLES
Toch spreekt deze spookachtige omgeving tot de verbeelding van mensen. Ooit hebben ze hier een aanvraag gekregen om ondergronds te kunnen dineren. Bij kaarslicht. Tussen de ratten, de kaardespinnen en de afvalstoffen. Nadat de mensen een keertje waren komen kijken, zijn ze toch maar van dat idee afgestapt. Te luguber.
Dat wil niet zeggen dat er niet gefeest is in deze Antwerpse gewelven. Op het einde van de rondleiding, aan de Keistraat, staat een spookachtig lege fles drank met een glas. Restanten van een feestje op het einde van de Tweede Wereldoorlog toen enkele mensen de bevrijding ondergronds kwamen vieren. De fles is er al die jaren blijven staan. Als een stille getuige van vijf jaar leven in clandestiniteit.
Even griezelig is het oude Jezusbeeld dat op hetzelfde plankje staat. Wat doet zoiets onder de grond in een doorgaans verlaten gang waar De Schelde, het in 1868 geschreven dramatische nummer van componist Peter Benoit, de rondleiding spookachtig afsluit? Maar soortgelijke beelden zouden vroeger op de boeg van de bootjes gestaan hebben die over de Ruien dobberden. Of dat is toch hoe de gids een laatste keer probeert te sussen.