Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Bunga Bunga
Van: Paolo Sorrentino
Met: Toni Servillo, Kasia Smutniak, Elena Sofia Ricci
151 min.
De regisseur van La Grande Bellezza vraagt om compassie voor Silvio Berlusconi. Maar er zijn grenzen aan ironie.
Een vuilniskar moet remmen voor een rat, dendert van een brug en stort neer op het Forum Romanum. Als een beeld meer zegt dan duizend woorden, is regisseur Paolo Sorrentino een man van veel woorden – hij strooit met veelzeggende beelden dat het een lieve lust is. Italië gaat ten onder aan hedonisme, eigenliefde, tv-shows, corruptie, domheid en een teveel aan vrouwelijk schoon. Dat is de these van zijn film over Silvio Berlusconi. Je zou ook kunnen zeggen dat Italië ten onder gaat aan te veel Berlusconi, maar dat is niet wat wordt verteld in Loro, een film waarvan de onevenwichtige structuur verraadt dat hij in Italië in twee delen uitkwam.
Wie gehoopt had dat dit een meedogenloze afrekening zou zijn van de man met negen levens, vergist zich. Integendeel, het lijkt erop dat Sorrentino de kijker vraagt om mededogen op te brengen voor Berlusconi. Zijn vaste hoofdrolspeler Toni Servillo speelt hem als een eenzame, zielige man, verwikkeld in een vervelend huwelijk. Ocharme.
Wie gehoopt had op veel blote borsten, vergist zich niet. Sorrentino stort zich wat graag in de uitzinnige party’s waar Silvio zo van houdt. Dat doet hij in een stijl die zo afgelikt is, dat het haast een commercial wordt, passend bij de stijl van Berlusconi, die zichzelf een verkoper van dromen noemt. Maar het is gratuit: het biedt Sorrentino de kans om vooral zelf veel vrouwelijk naakt te tonen. Is dat een kritiek op de manier waarop de Italiaanse populaire cultuur vrouwen denigreert? Of is het gewoon van twee walletjes eten?
Gedrogeerde topmodellen
Het probleem is vooral dat Sorrentino de politiek aan de kant schuift. Zo komt deze veroordeelde figuur wel erg makkelijk weg. Liever voert hij een verhaal aan over ene Sergio, die met een prostitutienetwerk probeert op te klimmen tot bij de grote leider zelf. Daartoe geeft hij feestjes vol gedrogeerde topmodellen in een villa naast het domein van Berlusconi. Je ruikt van ver de allusies op de bungabungafeestjes. Maar Sorrentino hoedt zich ervoor om Berlusconi zelf in promiscue activiteiten te tonen. Bang voor een rechtszaak?
Opnieuw is Federico Fellini een duidelijke referentie en Sorrentino’s zwierige stijl maakt altijd indruk. Maar hoe langer hoe meer zijn het niet alleen de vrouwen die geen kleren aan hebben, maar ook de keizer zelf. Deze regisseur kaart aan hoe leeg en oppervlakkig de mensen zijn, maar zijn films zijn dat ook. Wellicht moet dat je con- fronteren met jezelf. Maar in die gladde stijl doet dat je eerder je schouders ophalen. Wanneer de film aan het eind terugkeert naar de harde werkelijkheid van de gewone Italiaan, komt dat geforceerd over. Misschien lijkt Sorrentino zelf wel meer op Berlusconi dan hij zou willen.